Chronologisch overzicht. (Zie ook: aanvullingen.)
1996
De reden van mijn reis naar en werk in Jemen.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
de vliegreis van Nederland naar Jemen.
eerste indrukken van Ṣanaᶜā’, de hoofdstad van Jemen.
naar de Nederlandse Ambassade in Ṣanaᶜā’.
op bezoek bij het Instituut voor Cultuur en Handschriften.
geluidsopnames maken. Een kort gesprek met een Jemenitische vrouw.
naar Kawkabaan, een dorpje ten noorden van Ṣanaᶜā’.
mijn Nederlandse dromen in Jemen.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
op zoek naar geschikte software. ‘An alcoholic party’ in Jemen.
geld wisselen bij een snel dalende wisselkoers.
de vliegreis van Ṣanaᶜā’ naar Tarīm. Eerste indrukken van het stadje Tarīm.
we bezoeken ons reisdoel, de al-Aḥqāf-bibliotheek en we verkennen Tarīm.
naar Say’ūn, de hoofdplaats van de regio Wādī Ḥaḍramaut.
rond hotel Gasr al-goebba.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
het gebied rond het hotel Gasr al-goebba verkennen.
ik ben ziek (diarree) en we schaffen een gasfles en een kooktoestel aan.
naar Say’ūn. We maken kennis met de nieuwe directeur van de al-Aḥqāf-bibliotheek, Abd al-Raḥmān A.
werken in de al-Aḥqāf-bibliotheek.
al-Aḥqāf-bibliotheek: “De catalogus zit vol fouten.”
naar Shibaam, het ‘Manhattan van de woestijn.’
koken. Ik krijg een schrijftafel in mijn hotelkamer.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
zolang de container uit Nederland nog niet gearriveerd is kunnen we niet veel doen.
werken in de al-Aḥqāf-bibliotheek. Ik sloop de nieuwe radio om daarop mijn walkman aan te sluiten.
Nico verliest zijn geduld omdat hij hier niets kan doen, zolang de container er nog niet is.
er kan niet getelefoneerd worden omdat het papier voor de rekening op is!
de container zou in de buurt zijn. Ik kan niet meer tegen onze eenzijdige maaltijden.
we bezoeken Shibaam nogmaals en doen onderzoek naar oude houten huisdeuren.
nog meer problemen met de telefonische verbindingen.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
ik heb last van een psychologische dip.
een deel van de al-Aḥqāf-bibliotheek wordt leeggeruimd. Werklieden vragen veel geld voor hun dienst.
een fantastische dag: amandelogen, mooie vrouwen en prachtig natuurgeweld.
stroomstoringen. De elektriciteit valt voortdurend uit.
een brief uit Nederland. Bezoek van mensen van het Institut du Monde Arabe, Parijs.
naar Qabr Nabi Hoed. Ik dans met een meisje midden op straat.
geld. Daniel van der Meulen. Daan Hadrami.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
ik zie een gespierde jongeman, die zou ik willen tekenen.
in de bibliotheek wordt een scheidingswand getimmerd.
de container is gearriveerd.
Nico vertrekt naar Ṣanaᶜā’, om niet meer terug te komen.
ik koop een sarong en zie allerlei knappe jongemannen.
ik schrijf een brief voor vrienden in Nederland.
op bezoek bij Abd al-Raḥmān thuis. Ik word verliefd op een man.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
ik heb nog steeds belangstelling voor enkele mannen rond het hotel.
Moehammad al-S. vertelt over zijn tijd als dienstplichtig soldaat tijdens de burgeroorlog van 1994.
veel vertellen met Moehammad al-S., vooral ’s avonds.
ik kan een vrouw kopen en droom daarover.
lawaaierige Hollanders in het hotel.
ik ontdek dat bijna alle manuscripten (70%) in de al-Aḥqāf-bibliotheek al gemicrofilmd zijn! Daar was ons niets van bekend.
de nieuwe directeur van de al-Aḥqāf-bibliotheek vreest dat de oude directeur de meest kostbare manuscripten zal ontvreemden.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie
de oude computers uit Nederland kunnen nauwelijks overweg met Arabische tekst. (Er zal dus tenminste één moderne computer gekocht moeten worden.)
ik ben uitgenodigd om bij iemand thuis te eten. Enkele kwesties over de huidige directeur van de al-Aḥqāf-bibliotheek komen aan de orde.
ik hoor dat alles wat het leven aangenaam maakt, verboden wordt door de extremisten in Tarīm.
in de bibliotheek worden twee nieuwe medewerkers aangenomen en ik leer dat men extremisten kan herkennen aan de manier waarop zij hun tulband dragen.
een sexy goudsmid in het zwembad. Ik ben erg dik geworden. Ik vertel over noodzakelijke omkoping.
in twee uur tijd lukt het niet om een telefonische verbinding met de Nederlandse Ambassade te maken. Een sexy Française brengt mijn hoofd op hol. Ik vertel nog een en ander over eergerelateerd geweld.
ik koop een handschrift.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
de zon staat recht boven en het is ondraaglijk heet. Onweer. Ik geef twee liter whisky aan een Nederlandse vrouw. Verder schrijf ik dat ik overmorgen naar Ṣanaᶜā’, de hoofdstad van Jemen, ga.
in de bibliotheek hebben de medewerkers zonder begeleiding stickers in de boeken geplakt. Dat was geen onverdeeld succes.
ik overnachtte bij Abd al-Raḥmān thuis in Say’ūn. In de ochtend vliegen we naar Ṣanaᶜā’ en daar kopen we een moderne en snelle computer met Arabische software.
een drukke dag in Ṣanaᶜā’. Een Duitse zeurt aan mijn kop over haar angst voor Jemenieten. Al het personeel van de Nederlandse Ambassade gaat eten op kosten van een arme Jemeniet.
terugreis naar de Ḥaḍramaut, uit Ṣanaᶜā’. Verschillende mensen willen meer geld voor hun diensten ontvangen dan mijn budget toelaat.
de wekelijkse vrije dag. Ik schrijf over de economische aantrekkingskracht van het rijke Saoedi-Arabië op Jemenieten, maar ook op andere mensen uit Azië.
dit is de eerste van twee Nieuwjaarsdagen. Ik vermoed dat ik in betalingsmoeilijkheden zal komen en niet aan mijn financiële verplichtingen kan voldoen.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
dit is de tweede van twee Nieuwjaarsdagen. Ik stel mijn bed buiten op en zal voortaan onder de duidelijk zichtbare Melkweg slapen.
Abd al-Raḥmān en ik bereiden de komst van de Nederlandse Ambassadeur voor. Er blijkt een competentiestrijd gaande tussen enkele hoofden van diensten die iets met de al-Aḥqāf-bibliotheek te maken hebben.
de opening, door de Nederlandse ambassadeur, van de tentoonstelling met foto’s van Daniel van der Meulen, die de Ḥaḍramaut in de jaren dertig bezocht. Ook informatie van en over Jemenieten en hun leven in dat mooie, maar arme land. (Voor grafbezoek,
ziyara, zie
Aanvullingen.)
vandaag is de Dag van de eenwording. Een feestdag om de unificatie van Noord- en Zuid-Jemen in 1990 te vieren. Ik krijg informatie over bedelaarsters en prostituées.
de bibliotheek neemt een derde nieuwe medewerker aan. Vrienden vertellen over een geval van ontucht in Say’ūn en de bijbehorende straffen.
mijn vrienden vertellen over de spanningen in Tarīm tussen de fundamentalisten en de Soefi’s.
de gloednieuwe telefooncentrale brandt af. Daarmee zijn alle verbindingen met de buitenwereld verbroken. Mijn liquide middelen raken op en de koers van de dollar zakt dramatisch.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
ik vertel dat ik verliefd ben op Tarīm, maar dat de hitte ondraaglijk begint te worden.
er wordt een vierde nieuwe medewervker bij de bibliotheek aangenomen. Ik schrijf over mijn landgenoten en over vrouwelijke Duitse toeristen in het zwembad van het hotel.
wat doe ik zoal in het zwembad? … ik doe er niets, ja toch wel, insecten van een zekere verdrinkingsdood redden. Ook krijg ik te horen waarmee overspeligen afgeranseld worden.
het blijkt dat elektricien, die voor de bibliotheek werkt, geen verstand van elektriciteit heeft. Ik informeer naar slavernij in Jemen, die immers pas in 1962 officieel werd afgeschaft.
ik krijg ‘alles’ te horen over de studie aan de Koeliyyat al-sharia in Tarīm. Iemand wordt boos op mij als ik hem erop wijs dat de Nederlandse Ambassade aan hem geen geld zal geven.
een bezoek aan de Yool, de woestijn ten noorden van Tarīm.
ik fotografeer de timmerman in zijn werkplaats waar hij de laatste hand legt aan de nieuwe traditionele voordeur voor de al-Aḥqāf-bibliotheek.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
Moehammad al-S., hotelmedewerker en mijn gesprekspartner (samier) tijdens vele avonden op het hotelterras, meldt dat hij wil vertrekken. Het blijkt dat na de brand in de telefooncentrale, er spoedig een digitale Franse centrale voor in de plaats komt. Als dat zo is, dan is de brand een zegen geweest.
ik ben voor de tweede keer uitgenodigd om bij de receptionist van het Gasr al-goebba-hotel, Hoesein al-A., thuis te eten. In het licht van een gaslamp breng ik een paar gezellige uren door bij de mannen. De vrouwen zitten niet ver van ons vandaan, maar ik kan ze niet zien en ze laten zich ook niet zien.
’s nachts meende ik te horen dat er aan de deur van mijn hotelkamer gerammeld werd. Salim al-T., de tweede receptionist van het Gasr al-goebba-hotel, vertelt over het dilemma waarmee hij worstelt: een betere baan ver weg aanvaarden en vrouw en kind alleen laten, of niet vertrekken en als arme sloeber verder leven. Hij vertelt ook nog iets over zijn huwelijk en zijn vrouw.
ik reis 35 km naar Say’ūn om een werkende telefoonlijn te zoeken, maar vind er geen. Het museum en archief van Say’ūn wil geld van de Nederlandse regering om er wat mee te doen, maar wat? Ik zie dat juweliers en stoffenwinkels goede zaken doen.
ik vertel over de moeizame omgang met geld, in combinatie met Jemenieten. Voortdurend moet er over de prijs, van het geeft niet wat, onderhandeld worden, maar concrete afspraken worden er nooit gemaakt.
met een Landcruiser naar Wādī Do’an. We komen in een heuse zandstorm terecht. Abd al-Raḥmān A. en ik proberen de huizen die Daniel van der Meulen in 1932 fotografeerde, vanuit dezelfde positie weer te fotograferen, maar dan blijkt dat in deze ‘middeleeuwse’ omgeving de tijd niet heeft stilgestaan. In zestig jaar is er heel wat veranderd. In het hotel in Tarīm ontmoet ik een stelletje ‘gekke’ Belgen.
de timmerman stelt de prachtige nieuwe deur voor de bibliotheek op zijn plaats. Ik breng deze dag voornamelijk in bed door om slaap in te halen.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
de timmerman biedt zijn rekening aan: mondeling. Ik bereken dat ik de laatste weken veel geld verloren heb door schommelingen in de wisselkoers van de Amerikaanse dollar tegen de Jemenitische rial.
mijn laatste volledige dag in Tarīm. Ik fotografeer de medewerkers van het Gasr al-goebba-hotel.
afscheid van Tarīm. Het Gasr al-goebba-hotel heeft nog een onverwachte financiële verrassing voor mij. Ik vertel nog over feiten en feitjes waar ik de laatste tijd kennis van nam en vermeld dat er een opstand gaande is in de havenstad al-Moekalla en noem de reden daarvan.
Abd al-Raḥmān A. en ik vliegen naar Ṣanaᶜā’. Daar word ik meteen verliefd op de eerste vrouw, die ik na lange tijd zie, die niet gesluierd is.
de ‘werkdruk’ op Jemenitische kantoren blijkt enorm. Men komt nauwelijks toe aan het drinken van een kopje thee of het nadenken over het werk. Ik geef enige achtergrondinformatie over de weerstand die bestond tegen de benoeming van Abd al-Raḥmān A. als de nieuwe directeur van de al-Aḥqāf-bibliotheek te Tarīm.
in Ṣanaᶜā’ is het koud en het regent pijpenstelen. Ik vertel nog wat over politiek in Jemen.
het heeft in Ṣanaᶜā’ zo hard geregend dat de straten blank staan. Ik bezoek een kunstgalerie en iemand die de strijd aangebonden heeft met de algehele verslaving aan qat. Hij bestrijdt zowel de gebruikers als de verbouwers van het genotsmiddel.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Menu – Einde – Transcriptie.
vlak voor mijn vertrek naar de luchthaven van Ṣanaᶜā’ wordt één van de vele grote en belangrijke geheimen van Jemen voor mij onthuld.
aankomst in Leiden. Ik onderga een ‘culture shock’.
Menu – Einde.
Maart: 17, 24, 31. April: 7, 14, 21, 28. Mei: 5, 12, 19, 26, Juni: 2, 9, 16.
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
Menu
Vind ik leuk:
Like Laden...