Een impressie van de kamelenrace in Tarīm op 13 december jl. Rechts in beeld, achter het muurtje bij de ingang van de woning staan voornamelijk meisjes en vrouwen te kijken, maar ook kijken vrouwen uit de ramen naar het spektakel, zoals in de linker bovenhoek van de foto te zien is. Wat mij vooral opvalt is de toestand van de straat. Daar woon je dan. Zelfs bij de uitgang van je woning moet je door de modder. Niemand die er iets aan doet. Geen eigen initiatief, maar misschien zijn die stenen, die daar opgestapeld liggen, daarvoor bedoeld, hopelijk.
Het Tarīm-project 1997
1997 – 2017: twintig jaar geleden
Tarīm: Hadramaut, Jemen
Dagboek 1997
(Dag 9464) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Jemen) in de plaats Tarīm. Ik logeer daar in het Gaṣr al-Goebba-hotel (Koepelpaleis-hotel) en werk in de Maktabat al-Aḥgāf li-l-maḵṭūṭāt: al-Aḥgāf-bibliotheek voor handschriften (manuscripten). – Dit was mijn laatste nacht in Tarīm – De munteenheid in Jemen is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (anderhalve cent), dus 100 rial = f. 1,50.) – De koers van de US$ was op 19 november jl. f. 1,89.
Zaterdag, 27 december 1997.
Tariem: 39/9. Tarīm – Šibām: Gaṣr al-Ḥawṭa-hotel.
Afgelopen nacht: minimum temperatuur: 16,1°C. Vochtigheid: maximaal 43%, minimaal 31%.
Om 06.15: 18,9°C., 33%.
Bagage opruimen.
Circa 7.00 uur: ontbijt.
Circa 9.00 uur in de Bibliotheek
De twee tafels van de Bibliotheek en de twee stoelen, die Tawfīq en ik in bruikleen hadden in het Gaṣr al-Goebba-hotel, terugbrengen.
Ik doe niet veel meer, maar Tawfīq maakt nog enige foto’s van handschriften.
Tegen twaalven nemen we afscheid van iedereen, behalve van Abd al-Gādir, die al weg is.
Aboe Alawī M. liep de hele dag achter mij aan, ik werd er ongelukkig van. Wilde hij me een cadeautje geven? Hij liep met een pakje koekjes. Alle tijd negeerde hij me, behalve die keer, enkele weken geleden, toen hij me een handschriftje probeerde te verkopen uit zijn privébezit (ik kocht het niet) en nu, vandaag.
Verleden jaar had ik iedereen halverwege mijn verblijf 1.000 rial [f. 15,00] (uit het project) gegeven. Tawfīq was er dit jaar geen voorstander van, ook niet uit de privépot. We zouden dan hun waardering kopen, was zijn argument.
Zoemde het nu van geldverwachting?
We nodigen Abd al-Raḥmān ten lunch uit in het Gaṣr al-Goebba-hotel en gaan daarna via Say’ūn naar het Gaṣr al-Ḥawṭa-hotel.
Voor 55 US$ [f. 104,00] plus 12 US$ [f. 22,70] belasting een fantastische eenpersoonskamer.
Daar eten: 1.100 rial (plus 17% belasting).
Nog wat vertellen.
Circa 22.30 uur, na administratie, op bed.
Geen temperatuurgegevens meer, want ik schonk de meetapparatuur aan Abd al-Raḥmān, evenals het koffer dat ik in Ṣanaᶜā’ had gekocht.
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken. Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.
Dit is de auteur dezes. Een foto van mij, gemaakt door collega Tawfīq. Dit is het schild dat wij op de bibliotheek lieten aanbrengen, maar dat er in 2017 niet meer hangt, blijkt uit foto’s op internet. Wanneer u beschikt over Facebook, dan kunt u hier een foto van huidige de ingang van de Bibliotheek zien. Op YouTube is ook te zien dat de Bibliotheek niets meer vermeldt over de Nederlandse bijdrage aan het behoud ervan.
Het Tarīm-project 1997
1997 – 2017: twintig jaar geleden
Tarīm: Hadramaut, Jemen
Dagboek 1997
(Dag 9463) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Jemen) in de plaats Tarīm. Ik logeer daar in het Gaṣr al-Goebba-hotel (Koepelpaleis-hotel) en werk in de Maktabat al-Aḥgāf li-l-maḵṭūṭāt: al-Aḥgāf-bibliotheek voor handschriften (manuscripten). – Vandaag is het vrijdag, de gebruikelijke vrije dag in islamitische gemeenschappen, dus ook in Tarīm. – Deze dag is de laatste hele dag die wij, mijn collega Tawfīq en ik, in dit stadje met de bijnaam Tarīm al-Ġinā’ (ﺗﺮﻳﻢ ﺍﻟﻐﻨﺎﺀ = het zingende Tarīm) zullen doorbrengen. Morgen gaan we overnachten in het Gaṣr al-Ḥawṭa hotel [het Ḥawṭa-paleis] in Šibām en vandaaruit vertrekken we op zondag 28 december a.s. door de woestijn naar Ṣanaᶜā’, de hoofdstad van Jemen. – De munteenheid in Jemen is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (anderhalve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)
Vrijdag, 26 december 1997.
Tariem: 38/10. Tweede Kerstdag.
Op circa 7.00 uur.
Ontbijt.
Ik geef het hotelpersoneel gezamenlijk 10.000 rial [f. 150,00, uit eigen beurs]. “Eerlijk onder elkaar verdelen.”, zeg ik tegen de ochtendreceptionist Hāšim.
Inpakken [van mijn bagage] met de Walkman op: ik luister naar Jungle- en Techno-muziek]
Buiten lezen: artikelen van R.B. Serjeant. (Die Tawfīq in fotokopie meebracht.)
Van circa 14.00 tot 21.30 lezen, met uitzondering van 19.00 tot 20.00 uur: diner.
Computeren vanaf 21.30 tot 22.30 uur.
Nu 23.00 uur.
Temperatuur: 15,9°C. / 39,4°C.
Vochtigheid: 46%. / LO%.
De laatste nacht in Tarīm in 1997.
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken. Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.
Tarīm, een stadje helemaal opgetrokken uit modder: mud brick. In het midden de minaret van de Miḥdār-moskee en links ernaast, iets meer op de voorgrond de minaret van de grote moskee, waar onder het dak de Aḥgāf-bibliotheek gevestigd is.
Het Tarīm-project 1997
1997 – 2017: twintig jaar geleden
Tarīm: Hadramaut, Jemen
Dagboek 1997
(Dag 9462) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Jemen) in de plaats Tarīm. Ik logeer daar in het Gaṣr al-Goebba-hotel (Koepelpaleis-hotel) en werk in de Maktabat al-Aḥgāf li-l-maḵṭūṭāt: al-Aḥgāf-bibliotheek voor handschriften (manuscripten). – De munteenheid in Jemen is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (anderhalve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)
Donderdag, 25 december 1997.
Tariem: 37/11. Eerste Kerstdag.
Op 6.45 uur.
Samen ontbijt met Tawfīq.
Naar de taxistandplaats en naar Say’ūn.
Registratie en uitreisvisum zou anderhalf uur kosten, dus zie ik ervan af.
We bespreken en betalen onze terugreis naar Ma’rib op zondag 28-12-97 a.s. en gaan in laatste bespreking met Abd al-Raḥmān, de directeur van de Aḥgāf-bibliotheek te Tarīm.
Om 13.00 uur hebben we een afspraak met Caterina, Maya en Pa Borelli*. We eten, op onze kosten, in Say’īn in een restaurant.
We gaan naar het Gaṣr al-Ḥawṭa hotel [het Ḥawṭa-paleis] in Šibām, waar de Borelli’s logeren.
Het hotel is té chique, naar mijn smaak.
Caterina is super enthousiast als ze bandopnames laat horen van al-Ḵoerayba in Wādī Doeᶜan. We doen dat na het zwemmen.
Daarna gaan we op kosten van de Borelli’s eten.
Maya zegt niet zoveel, maar is wel heel vrolijk en ziet er ook zo uit. Beide vrouwen zijn tegen de veertig, of er al overheen.
Na het eten scheiden onze wegen.
Vanaf dat ik in het Gaṣr al-Goebba-hotel in Tarīm terug ben (circa 22.15 uur) werk ik aan de financiën van het Tarīm-project en schrijf in mijn dagboek over vandaag.
Nu 00.30 uur.
Temperatuur: 14,9°C. / 39,9°C.
Vochtigheid: 21%. / 55%.
Caterina Borelli. Caterina Borelli is cineaste en is in de Ḥaḍramaut om een film te maken over de leembouw (Mud brick) in deze streek. Het resultaat van haar werk is op Vimeo te zien en heet The Architecture of Mud. Maya Borelli. Een mooie en vrolijke vrouw. Sergio Borelli. Deze oud-journalist heeft een persoonlijke pagina op Wikipedia: Sergio Borelli.
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken. Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.
Dit is een impressie van een deel van de wijk ᶜAydīd. Tarīm ligt aan de uiterste rand links in deze foto. Midden op de voorgrond ligt de begraafplaats voor het gemene volk. Links naast het witte rechthoekige gebouw in het centrum van de foto, de open ruimte, bevindt zich nog een begraafplaats en rechts op de foto en rechts van de weg, ligt de begraafplaats Zanbal, de laatste rustplaats voor de Sāda. De weg, die rechts het beeld inloopt, is die, die wij dagelijks volgen op weg naar ons werk in de Aḥgāf-bibliotheek. De Bibliotheek is niet op deze foto te zien. Wij moeten daarvoor nog eens linksaf slaan, even voorbij de verste begraafplaats. Vrijwel alle gebouwen op deze foto zijn van leem (modder: mud brick) gebouwd. Alles wat er wit is, is nūrah een substantie die het leem tegen water en vocht beschermt. Recht vooruit loopt de Wādī Ḥaḍramaut over in de Wādī Masīlah, die uiteindelijk in de Arabische Zee uitkomt, na vele honderden kilometers. Voor de heuvel / tafelberg, rechts in beeld, loopt de weg naar Say’ūn. Die is op deze foto niet te zien.
Het Tarīm-project 1997
1997 – 2017: twintig jaar geleden
Tarīm: Hadramaut, Jemen
Dagboek 1997
(Dag 9461) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Jemen) in de plaats Tarīm. Ik logeer daar in het Gaṣr al-Goebba-hotel (Koepelpaleis-hotel) en werk in de Maktabat al-Aḥgāf li-l-maḵṭūṭāt: al-Aḥgāf-bibliotheek voor handschriften (manuscripten). – De munteenheid in Jemen is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (anderhalve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)
Woensdag, 24 december 1997.
Tariem: 36/12.
Op 6.00 uur.
Computer: het maken van een formulier om te printen mislukt [uit de Database].
Circa 9.30 in de Bibliotheek tot 13.00 uur. Printformulier lukt nog niet.
Hotel: shakshoeka eten.
Rond 15.00 bij de Bibliotheek, voor de deur wachten tot circa 15.30 uur, voordat Ḥusayn al-Ḥ., met de sleutel, komt.
Ik laat de ‘jongens’ Ḥusayn en Alī B. zelfstandig boekbinden. Ik bemoei me nergens mee. Ḥusayn doet het niet gek.
Ḥusayn maakte een (kleine) fout bij het maken van een boekband. Eerder wilde hij geen blanco boekblokken meer binden, nu heeft hij geen oefenmateriaal meer.
Abd al-Gādir was er niet.
In het Gastenboek lees ik de leugens die westerlingen vanaf 1990 neerschreven. Dat de Bibliotheek zo geweldig is en zo goed bestuurd werd / wordt etc.
Tawfīq en ik gaan nog even bij ᶜAwaḍ kijken (timmerman) naar de boekenkasten die hij maakt. Ze (het is er maar één van de vijf) zien er fantastisch uit. (Hij maakte verleden jaar ook de toegangsdeur (8 juni 1996) en de vitrines, net zo’n prachtig werk.) Maar deze eerste is 93 cm breed, terwijl ze maar 90 cm breed mogen zijn. Met de andere zal hij daarmee rekening houden.
We eten in het restaurant met die mooie zwarte afwasser*(1). Ik groet hem nu voor de eerste keer en hij groet vriendelijk terug.
Hotel: buiten samen administratie en kletsen.
Kamer: nog een uur werken aan het printformulier [op mijn laptopcomputer], lukt nog niet.
Het kommageneuk van Tawfīq, om alles precies te registeren, tot op 5 rial nauwkeurig, begint mij te irriteren.
Temperatuur: maximaal: 39,5°C., minimaal: 15,1°C.
Vochtigheid: minimaal 21%, maximaal 57%.
Nu 23.00 uur.
Taḏkira
Ḥusayn al-A., (de telefoon-boy van verleden jaar) vraagt voor een handschrift Kitāb Taḏkira bi-maᶜrifat*(2) 1.000 US$ en ook zoveel voor twee Himyaritische munten*(3). Later voor die munten 800 US$.
Kitāb Taḏkira bi-maᶜrifat riǧāl al-kutub al-ᶜašara van de auteur Abu’l-Maḥāsin Masᶜūd b. Alī al-Bahaiqī Faḵr al-Zamān. Zie voor meer uitleg: 14 december jl.
Himyaritische munten. Himyar was een koninkrijk in het zuiden van Jemen dat al voor de christelijke jaartelling bestond, maar vanaf circa 300 AD. ook over de Ḥaḍramaut regeerde.
Wikipedia: Himyar.
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken. Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.
Dit is een impressie van de Wādī ᶜAdm, die we op 12 december jl. bezochten, op weg naar het mausoleum van Sjeik ᶜOemar. Let op het uiteinde van de ‘berg’ rechts op de achtergrond. Dat lijkt op een apenkop. De bovenkant van de snuit, met een platte schedel. Dat vond ik van alle ‘bergen’ in de Ḥaḍramaut. Vrijwel allemaal eindigen die in een soortgelijke apenkop. Zie ook het fotobijschrift op 26 april 1996.
Het Tarīm-project 1997
1997 – 2017: twintig jaar geleden
Tarīm: Hadramaut, Jemen
Dagboek 1997
(Dag 9460) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Jemen) in de plaats Tarīm. Ik logeer daar in het Gaṣr al-Goebba-hotel (Koepelpaleis-hotel) en werk in de Maktabat al-Aḥgāf li-l-maḵṭūṭāt: al-Aḥgāf-bibliotheek voor handschriften (manuscripten). – Mijn collega heet Tawfīq: hij is de eerstverantwoordelijke in deze periode van dit project. – De munteenheid in Jemen is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (anderhalve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)
Dinsdag, 23 december 1997.
Tariem: 35/13.
Op circa 7.00 uur.
Dagboek bijwerken.
24,4°C. / 45% vochtigheid: 8.07 uur.
Laagste 15,8°C. Hoogste: 63%, vannacht.
Bibliotheek: Caterina Borelli*(1) filmt handschriften digitaal om een idee te krijgen hoe handschriften gedigitaliseerd kunnen worden.
Tussen de middag lunchen met haar, haar zuster Maya en haar vader Sergio*(2), die prachtig kan vertellen. Was journalist en werkte bij de Tv, maakte films zoals Caterina en Maya werkte ook al bij de Tv in Rome.
Na de middag Bibliotheek: computer en digitale films met Caterina.
Lunch in het restaurant in het centrum van Tarīm.
Avondeten in het hotel (voor mij ontbijt, dat wil zeggen, ik eet brood, gebakken ei, jam) met de Borelli’s. Vader is een aangenaam verteller. Maya is ook mooi, zoals Caterina.
’s Avond maken Tawfīq en ik nog de gewijzigde administratie tot circa 00.00 uur.
Nu 00.30 uur.
Temperatuur: minimaal 15,8°C., maximaal: 39,5°C. Vochtigheid: minimaal: 22%, maximaal: 63%.
Caterina Borelli. Caterina Borelli is cineaste en is in de Ḥaḍramaut om een film te maken over de leembouw (Mud brick) in deze streek. Het resultaat van haar werk is op Vimeo te zien en heet The Architecture of Mud.
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken. Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.
Een impressie van de begraafplaatsen in Tarim. Er zijn er drie, die alle op loopafstand van elkaar liggen, net buiten Tarīm, in de wijk ᶜAydīd. Rechts op de foto is de begraafplaats Zanbal, voor de elite, de andere is die voor het gemene volk. Zie ook 14 december jl.
Het Tarīm-project 1997
1997 – 2017: twintig jaar geleden
Tarīm: Hadramaut, Jemen
Dagboek 1997
(Dag 9459) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Jemen) in de plaats Tarīm. Ik logeer daar in het Gaṣr al-Goebba-hotel (Koepelpaleis-hotel) en werk in de Maktabat al-Aḥgāf li-l-maḵṭūṭāt: al-Aḥgāf-bibliotheek voor handschriften (manuscripten). – Mijn collega heet Tawfīq: hij is de eerstverantwoordelijke in deze periode van dit project. – Mijn brief voor ‘Nederland’, bevat meer (achtergrond)informatie dan mijn dagboekverslag. – De munteenheid in Jemen is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (anderhalve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)
Maandag, 22 december 1997.
Tariem: 34/14.
Op 6.35 uur.
Rond 7.00 ontbijt.
Circa 8.30 uur in de Bibliotheek. Ik vertel Ḥusayn al-Ḥ. wat hij moet doen als de computerprogramma’s opnieuw geïnstalleerd moeten worden. Daar gaat een groot deel van de ochtend mee heen.
Hij leert verder om rapporten te maken [van de Database], tot 13.00 uur.
Hotel: eten en vertellen.
Na 15.00 uur in de Bibliotheek instructies geven aan Ḥusayn, Alī en Abd al-Gādir over het boekbinden.
Hotel, computer: samen met Tawfīq de administratie doen.
Hij is veeleisend en het maken van allerlei financiële verslagen duurt tot circa 01.00 uur, met uitzondering van een onderbreking van anderhalf uur waarin we naar het restaurant / eethok gaan waar dat mooie zwarte afwassertje*(1) werkt. We zien elkaar maar even. We kijken naar elkaar, kort.
Later in de telefoonwinkel zie ik een sexy jongeman, een echte Arabier, met mooie ogen.
De ‘baas’ van het telefoonkantoor, een jongeman uit Taᶜizz, verwijt de zuiderlingen, ook deze sexy jongen met zijn vriend, dat het leeghoofden zijn die alleen denken aan de volgende maaltijd. Van de toekomst hebben ze nog nooit gehoord. De twee jongens gaan snel weg.
Alī B. vertelt over het onderwijssysteem in de Roebāt*(2). Hij begon er zeven jaar geleden. Het beginjaar noemt hij in ‘hiǧri-jaren’*(3).
Het ‘studeren’ gebeurt door het voorlezen van de tekst door een sjeik*(4), die na afloop daarvan vragen stelt.
Zelf studeren of lezen van de boeken is er niet bij. Daarvoor zijn ze te moeilijk. Er zijn geen klassen en er is geen klassensysteem, men leert en komt daardoor steeds hoger in graad.
Alī zou ook graag twee of meer vrouwen willen hebben, maar heeft daarvoor twee of meer huizen nodig.
Ḥusayn, die in de Oekraïne studeerde, vindt de scheiding van kerk en staat goed.
Abd al-Gādir en Alī kunnen niet begrijpen dat onze wetten niet op het geloof zijn gebaseerd.
Alī vindt het niet goed dat vrouwen een scheiding kunnen bewerkstelligen.
Als het over geld gaat, lonen en belasting, vinden zij onze belasting erg hoog. Ik zeg: veel belasting is veel geld voor de overheid, die geeft daarvan ook wat aan jullie. Daarna valt het gesprek stil.
[Temperaturen, minimaal, maximaal:] 17,1°C. / 38,9°C.
[Luchtvochtigheid, minimaal, maximaal:] 22% / 54%.
Ik schreef, op mijn laptopcomputer, een lange brief voor mijn relaties in Nederland. Die bevat interessante achtergrondinformatie, die eigenlijk te veel was om ook nog eens extra in mijn dagboek neer te pennen. Ik citeer hier uit die brief.
Bedoeïenen
Mooie gezichten van bedoeïenen zag ik vaak in Tarīm. Daar kwamen ze geregeld in het telefoonkantoor. (Naar wie zouden ze toch zo vaak moeten bellen?)
Tawfīq en ik moesten vaak lang wachten op verbinding met het Westen en dan had ik tijd om die mannen te bestuderen. Vaak dragen ze een kleurrijke omslagdoek en altijd een pistool. De schoonheid van de bedoeïenen wordt versterkt door de tulband of koefiyya*(5) die ze allemaal op een bijzondere manier omgeslagen hebben. Knappe karakteristieke koppen, slanke lichamen in kleurige doeken gewikkeld.
Eens vroeg ik een oude man waarom hij een pistool had. Hij zei: “Ik ben een bedoeïene, daarom draag ik een pistool.”
Hiǧra-jaren (Hidjra-jaren). De Hiǧra is de tocht van de profeet Muhammad van Mekka naar Jathrib, sindsdien Medina geheten. Op die datum start de islamitische kalender, die niet alleen in het jaar 622 AD begint, maar ook op het maanjaar is gebaseerd en daarmee 10 dagen korter is dan de kalender die op het zonnejaar is gebaseerd.
Wikipedia: Hidjra.
Wikipedia: Islamitische kalender.
Šayḵ. (Sjeik / sjeikh / sjeich). Sjeik betekent letterlijk: een oude man, maar is ook een eretitel voor iemand die veel weet, een wijs man. Een wijze vrouw heet sjeicha
Koefiyya. De koefiyya is de bekende rood / witte hoofddoek zoals vrijwel alle Saoedische mannen die dragen. (Andere kleuren zijn ook mogelijk.)
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken. Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.
Dit is het zusje van Abd Allāh, de eigenaar van het benzinestation in Rāwoek, in de Wādī ᶜAdm, dat wij op weg naar het mausoleum van Sjeik ᶜOemar op 12 december jl. bezochten.
Meisjes hoeven voor hun 15e jaar geen hoofddoek te dragen, zo leerde ik verleden jaar tijdens mijn verblijf in deze regio, maar dit meisje lijkt me toch jonger te zijn.
Het Tarīm-project 1997
1997 – 2017: twintig jaar geleden
Tarīm: Hadramaut, Jemen
Dagboek 1997
(Dag 9458) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Jemen) in de plaats Tarīm. Ik logeer daar in het Gaṣr al-Goebba-hotel (Koepelpaleis-hotel) en werk in de Maktabat al-Aḥgāf li-l-maḵṭūṭāt: al-Aḥgāf-bibliotheek voor handschriften (manuscripten). – Mijn collega heet Tawfīq: hij is de eerstverantwoordelijke in deze periode van dit project. – De munteenheid in Jemen is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (anderhalve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)
Zondag, 21 december 1997.
Tariem: 33/15.
Op 7.00 uur.
Bibliotheek: computer en vergadering over geld.
Boekbinden: dinsdag gaf ik opdracht enkele boekblokken te binden. Tot nu toe is er niets gebeurd.
Na de middag met Abd al-Raḥmān in [het] hotel werken. Hij krijgt het maar niet voor elkaar, ook niet met onze nadrukkelijke hulp, om een begroting op te stellen voor het nog aanwezige bedrag.
Ik word er moedeloos van en ga de administratie doen.
[Temperaturen, minimaal, maximaal:] 16,5°C. / 40,3°C.
[Luchtvochtigheid, minimaal, maximaal:] 73% / 23%.
Circa één uur vast slapen.
‘Ontbijt’ als avondeten.
Database bewerken.
Nu 00.00 uur.
Moe.
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken. Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.
Een mooie bloem van een mij onbekende plant die ik in de Wādī ᶜAdm zag op 12 december jl. Het lijkt wel een soort vetplant, maar ik heb helaas niet veel verstand van planten.
Het Tarīm-project 1997
1997 – 2017: twintig jaar geleden
Tarīm: Hadramaut, Jemen
Dagboek 1997
(Dag 9457) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Jemen) in de plaats Tarīm. Ik logeer daar in het Gaṣr al-Goebba-hotel (Koepelpaleis-hotel) en werk in de Maktabat al-Aḥgāf li-l-maḵṭūṭāt: al-Aḥgāf-bibliotheek voor handschriften (manuscripten). – De munteenheid in Jemen is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (anderhalve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)
Zaterdag, 20 december 1997.
Tariem: 32/16.
Ik lig lang wakker. Pas na twee uur val ik in slaap, terwijl de wekker alweer om 6.00 uur afloopt.
’s Ochtends ben ik ben enorm moe.
Afgelopen nacht: 15,1°C. / 59% vochtigheid.
Uitgeput ga ik naar de Bibliotheek en constateer onderweg, bij het restaurant, dat die mooie zwarte afwasser wel erg jong is en ik vergeet hem prompt.
Om 8.30 in de Bibliotheek tot 13.00 uur. Met de computer werken.
Eten in het hotel.
Van 15.00 uur tot 17.00 uur in de Bibliotheek werken: boekbindinstructies geven aan Ḥusayn al-Ḥ en Abd al-Gādir.
Om 19.00 uur avondeten.
Van 21.00 uur tot 01.00 uur werken Tawfīq en ik aan een begroting voor Abd al-Raḥmān.
Bed 01.30 uur.
[Temperaturen, minimaal, maximaal:] 15,1°C. / 39,9°C.
[Luchtvochtigheid, minimaal, maximaal:] / 22% / 59%.
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken. Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.
Boven het rechthoekig gebouw, op straatniveau, is op de heuvel het Ḥuṣn al-Ḵātim te zien. Die naam betekent ‘Afsluitend fort’. Het is het fort dat aan het einde van de stadswal ligt. Die stadswal (sūr), van mud brick, werd, volgens de geschiedenisboeken, gebouwd in 1204 AD, maar werd daarna geregeld neergehaald en weer opnieuw opgetrokken. Er waren in die regio veel conflicten, dus een stadswal was geen overbodige luxe. Pas na de communistische revolutie (midden jaren ’60) kon men zich veroorloven het onderhoud aan de muur te verwaarlozen of die zelfs, gedeeltelijk, af te breken. Bron: The valley of mud brick architecture: Shibām, Tarīm & Wādī Ḥaḍramūt, Salma Samar Damluji. (Blz. 266-68.) WorldCat.
Het Tarīm-project 1997
1997 – 2017: twintig jaar geleden
Tarīm: Hadramaut, Jemen
Dagboek 1997
(Dag 9456) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Jemen) in de plaats Tarīm. Ik logeer daar in het Gaṣr al-Goebba-hotel (Koepelpaleis-hotel) en werk in de Maktabat al-Aḥgāf li-l-maḵṭūṭāt: al-Aḥgāf-bibliotheek voor handschriften (manuscripten). – Mijn brief naar Nederland bevat meer (achtergrond)informatie dan mijn dagboekverslag. – De munteenheid in Jemen is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (anderhalve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)
Vrijdag, 19 december 1997.
Tariem: 31/17.
Op 7.45 uur.
Ontbijt.
Tawfīq en ik maken een wandeling door Tarīm van circa 9.00 tot circa 16.00 uur. De beloning krijgen we al om circa 10.00 uur als RI. blijkt zich te willen laten fotograferen door mij. Twee keer zelfs. Tawfīq wil dat met de telelens doen, als een oude kerel roet in het eten gooit. Uiteindelijk, als die weer weg is, poseert ze voor Tawfīq, wel met hoofddoek, maar met ontbloot gezicht. Ze is erg mooi. Alles is spannend, want een vrouw die zich wil laten fotograferen is zeldzaam. (Of niet, als er maar geen man in de buurt is?) Eerst wil ze haar naam niet noemen, daarna dus wel: RI. Tawfīq en ik zoeken daarna de weg uit om precies bij haar huis te komen, om haar later de foto’s via een vrouw te kunnen overhandigen. Ze woont in [de wijk] Aydīd.
Tawfīq blijkt zijn foto’s niet zomaar te willen verstrekken. Hij laat copyright gelden. Hij wil echter wel over databases weten. Dat is mijn kennis. Daar moet dus handel in zitten.
Later krijg ik nog een soort beloning als we weer in het restaurant eten waar die mooie zwarte jongen afwast. Hij loopt nu duidelijk een paar keer voor mij langs en we kijken elkaar verschillende keren in de ogen. Ook draait hij zich een paar keer naar me om. Ik weet echter niet hoe ik de situatie moet aanpakken om mijn hand eens over zijn blote benen en billen te kunnen laten glijden. Wat is de weg naar de binnenkant van zijn sarong?
Een andere sexy jongen zie ik bij het theehuis. Hij draagt zijn sarong laag, tot net boven zijn schaamhaar, met bloot bovenlijf. Hij is mooi, maar heeft een vreemd kuchje.
Tawfīq en ik lopen een groot deel ‘boven’ Tarīm, over de bergwand. Een deel door de wijk Noewaydara en we komen op zoek naar de oude stadswal zelfs bij Ḥuṣn al-Ḵātim en tot aan de rand van Dammoen, waar vervelende kinderen ons met stenen bombarderen. Door de Mayyāf-straat (ﺍﻟﻣﺠﺎﻑ), waar de kamelenrace verleden week was, (zaterdag jl.) komen we via de Miḥdār-minaret*(1) / -moskee weer in het restaurant van de mooie afwassende zwarte jongen. Daarna via de ‘oase’ palmbomenplantage geraken we na verloop van tijd in het hotel.
Zwemmen.
Douchen.
Dagboek bijwerken en drie kwartier slapen.
Mijn gelaat is verbrand in de felle zon.
Als ik volgend jaar eens een vriendin zou kunnen meenemen dan heb ik misschien die zwoele blik van die zwarte jongen niet nodig.
[Temperaturen, minimaal, maximaal:] 15,6°C. / 39,8°C.
[Luchtvochtigheid, minimaal, maximaal:] 43%. / 21%.
19.00 uur avondeten in ontbijtstijl.
Dorp in.
Hotel: onder andere vertellen met een Belg.
Nu 23.00 uur.
Ik schreef, op mijn laptopcomputer, een tien bladzijden (A4) lange brief voor mijn relaties in Nederland. Die bevat interessante achtergrondinformatie, die eigenlijk te veel was om ook nog eens extra in mijn dagboek neer te pennen. Ik citeer hier uit die brief.
In de Aḥgāf-bibliotheek zou ik de westerse wijze van boekbinden instrueren en verzocht diegenen die het wilden leren van blanke A4-tjes een tiental katernen met twintig bladzijden te vouwen zodat ik het naaien daarvan zou kunnen demonstreren. Na twee dagen was er een stapeltje van tien katernen klaar en ik deed voor hoe volgens de westerse methode katernen aan elkaar genaaid moeten worden. De meest geïnteresseerde maakte de rest af. Niet helemaal goed, maar voor een beginner ook niet slecht. Om het beter in de vingers te krijgen verzocht ik hem nog een aantal stapeltjes katernen te vouwen, waarop hij zou kunnen oefenen. Hij keek mij aan alsof ik stond te vloeken.
Na verder aandringen was een week later het volgende stapeltje klaar, maar veel animo om die katernen tot een boekblokje te naaien was er niet. Men vond dat maar onzin. Ik was toch gekomen om hen te leren hoe je manuscripten moest binden, nietwaar? “Nou, dan beginnen we toch te oefenen met manuscripten en niet met blank papier!” (Hgaaah! Ben ik wel geschikt voor de Arabische wereld?)
Tawfīq en ik wilden Tarīm verkennen aan de hand van de plattegrond die Hermann von Wissmann in de jaren dertig als bijlage maakte voor het boek Hadramaut, some of its mysteries unveiled van Daniël van der Meulen*(2). Hoewel meer dan zestig jaar oud is die kaart nog steeds aardig bij de tijd, zo ontdekten we tijdens onze wandeling door Tarīm.
Op zoek naar de oude stadsmuur die op de plattegrond voorkomt, maar die nu grotendeels tussen de bebouwing verdwenen is, kwamen we bij een berghelling uit. De voet van de helling was bebouwd met (lemen: mud brick) huizen. Een slecht onderhouden trap, die eigenlijk bestond uit losse brokken beton, leidde naar de hoger gelegen huizen. Wij klommen naar boven, terwijl we er ons degelijk van bewust waren dat we binnendrongen in de privé-sfeer van de mensen die er woonden.
Uit het laatste huis kwam plotseling een ongesluierd meisje naar buiten. Zij keek naar ons en trok haar hoofd weer terug. We dachten dat we te ver gingen, maar toen keek ze weer om de hoek van haar huis en bleef kijken. Voorzichtig klommen we nog wat hoger. Ze bleef zitten. We naderden haar en Tawfīq vroeg of we nog verder mochten, de heuvel op. Zij had geen bezwaar.
We gingen haar voorbij en beklommen de kale, uit los/vast grind bestaande helling van de bergvoet. Vandaar hadden we een prachtig uitzicht over Tarīm en de Wādī Ḥaḍramaut*(3) die helemaal vol staat met groene dadelpalmen.
Ongeveer vijfentwintig meter lager stond het meisje nog steeds voor de ijzeren deur van haar huis naar ons te kijken. Met een gebaar vroeg ik haar of ik een foto van haar mocht maken. Zij bewoog niet, dus waagde ik het erop. Even later maakte ik een tweede foto. Zij bleef gewoon staan. Daarop besloot Tawfīq ook een foto van haar te maken.
Terwijl hij de gewone lens voor een telelens verwisselde kwam er een grijs bebaarde oude man met kromme benen en een stok de helling naar het huis opgestrompeld. Hij hield ons drieën scherp in de gaten. Onmiddellijk nadat ze hem had gezien vloog het meisje als een flits naar binnen. We waren hevig teleurgesteld en kwaad op die oude man. (De positie van oud wijf is in deze regio kennelijk vacant, daarom zijn er oude mannen die deze functie vervullen).
Even later stond die schoonheid op het plat dak van haar huis. Omdat de oude nog steeds naderbij kwam, deden Tawfīq en ik of we nog hoger de berg opklommen, wat maar moeizaam ging. Het meisje sprak met de oude man, die daarna verdween. Het meisje stond nu op het dak (quasi?) verlegen, verleidelijk naar ons te glimlachen en verborg haar gezicht af en toe in haar zwarte sluier.
Toen wij de helling weer af gingen kwam ze opnieuw naar buiten en ging voor de deur van haar huis staan. Het was duidelijk dat ze gefotografeerd wilde worden. Tawfīq ging vlak voor haar staan en maakte close-up opnames. Ik lette op de omgeving, maar maakte ook nog een foto van haar. Het meisje poseerde voor Tawfīq, waarbij ze een geraffineerd spel speelde met haar zwarte hoofddoek om haar schoonheid volledig tot uiting te laten komen. Ze was misschien net 15 jaar. Dat is volgens de normen hier al een huwbare vrouw.
Ze had geen naam, zei ze eerst, maar even later zei ze haar naam toch. Ook haar achternaam, dat wil hier zeggen: de voornaam van haar vader, gaf ze prijs.
Een onvergetelijke ervaring. Wij fotografeerden in het streng godsdienstige Tarīm dat wat voor mannen verboden is te fotograferen of te zien.
Later maakten een plattegrond van de omgeving om de positie van haar huis in de wirwar van straatjes, stegen en gebouwen vast te leggen. Dan kunnen we een volgende keer de foto’s misschien (laten) bezorgen.
De muur die op de kaart van Von Wissmann voorkomt konden we die ochtend niet vinden, maar aan het eind van onze zeven uur durende verkenningstocht door Tarīm (zo groot is het stadje) zagen we toch nog een flink stuk ervan.
Miḥdār-minaret en moskee. Google foto’s. Deze constructie is ook helemaal van in de zon gedroogde lemen tichels gemaakt, zoals vrijwel alles wat in de Ḥaḍramaut gebouwd wordt. (Op diverse plaatsen, ook in Wikipedia, staat al-Muḥdār in plaats van al-Miḥdār, maar de laatste naam is de correcte naam, dus met een ‘i’ na de ‘M’.)
Wādī Ḥaḍramaut. Ḥaḍramaut is de naam van de provincie waar wij verblijven, ook is het de naam van de streek, maar er is ook nog de Wādī Ḥaḍramaut: de over het algemeen uitgedroogde rivierbedding waarin tal van plaatsen liggen, zoals Say’ūn en Tarīm. Wādī: rivier(bedding).
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken. Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.
Dit is een dia van de achterkant van de stad Šibām in de Ḥaḍramaut. Gewoonlijk wordt die alleen aan de voorkant gefotografeerd, maar de achterkant is net zo spectaculair.
Nog meer foto’s van Šibām, zowel buitenom als in de stad, 1996: april, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12.
Het Tarīm-project 1997
1997 – 2017: twintig jaar geleden
Tarīm: Hadramaut, Jemen
Dagboek 1997
(Dag 9455) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Jemen) in de plaats Tarīm. Ik logeer daar in het Gaṣr al-Goebba-hotel (Koepelpaleis-hotel) en werk in de Maktabat al-Aḥgāf li-l-maḵṭūṭāt: al-Aḥgāf-bibliotheek voor handschriften (manuscripten). – De munteenheid in Jemen is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (anderhalve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)
Donderdag, 18 december 1997.
Tariem: 30/18.
’s Nachts heb ik een opgeblazen gevoel en ik voel me licht misselijk. Ik overweeg een vinger in mijn keel te steken, maar doe het toch maar niet. Na een langdurig toiletbezoek gaat het iets beter.
Op circa 6.00 uur.
Dagboek bijwerken.
Tawfīq wil zich laten registeren als zijnde in Jemen [We zijn nu in Say’ūn], maar dat gaat niet, want de ambtenaren moeten plots naar de kazerne. Ik denk aan een staatsgreep, maar later blijkt dat de president vandaag op bezoek komt.
Tawfīq en ik gaan naar Šibām en blijven daar circa twee uur. (Voor Tawfīq is dit de eerste keer.)*(1).
Circa 13.00 uur, volgens afspraak, bij Abd al-Raḥmān in zijn kantoor. [Museum Say’ūn.] Vandaar naar hem thuis, met Caterina Borelli*(2), haar chauffeur en Tawfīq.
Lunch, niet slecht, bij hem thuis.
Dan naar de Hadramaut Art Gallery, zijn galerie in oprichting.
De blote mannenlijven van werklieden op enige afstand fascineren me. (Blote bovenlijven.)
Rond 18.00 zijn we per taxi terug in Tarīm en Tawfīq en ik eten in het stadsrestaurant in de al-Tawḥīdī-straat. (Richting moskee en al-Aḥgāf-bibliotheek.)
De jongen die daar de afwas verzorgt, mooi diep zwart, heeft al die keren dat ik er kom, mijn aandacht.
We eten er shekshoeka (uien, ei en tomaat) en vertellen met een bekende van Tawfīq uit Singapore, die in Tarīm godsdienst studeert. Hij is een Indiër en hij spreekt perfect Engels, maar heeft grote moeite met het Arabisch.
Hotel.
Terras.
Bed circa 23.00 uur. Moe.
[Temperaturen, minimaal, maximaal:] 13,9°C. / 39,1°C.
[Luchtvochtigheid, minimaal, maximaal:] 43% / LO%.
Šibām. Een stad in de Ḥaḍramaut. Deze plaats wordt ook het Manhattan van de woestijn genoemd, omdat vrijwel alle huizen zeven, of soms zelfs meer, verdiepingen hebben, terwijl ze toch helemaal van leem (mud brick) zijn gebouwd. Voor Tawfīq is het de eerste keer dat hij deze plaats bezoekt. Voor mij is het de derde keer, want ik was er in 1996 ook al twee keer.
1996: april, 5 en 12.
Caterina Borelli. Caterina Borelli is cineaste en is in de Ḥaḍramaut om een film te maken over de leembouw (Mud brick) in deze streek. Het resultaat van haar werk is op Vimeo te zien en heet The Architecture of Mud.
Transcriptie van de klinkers in Arabische woorden.
A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken. Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.