4 december 1997

Qabr al-Nabi Hoed

Een im­pres­sie van Qabr al-Na­bi Hoed, een stad­je / dorp ten oos­ten van Tarīm en een be­de­vaarts­oord voor de pro­feet Hoed / Hūd. Het dorp is buiten de twee da­gen van de be­de­vaart (9 en 10 Ša’abān, jaar­lijks) on­be­woond. Een spook­stad­je dus.
(Foto: 19 april 1996.)

Het Tarīm-project 1997

1997 – 2017: twin­tig jaar ge­le­den

Tarīm: Hadramaut, Jemen

Dagboek 1997

(Dag 9441) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Je­men) in de plaats Tarīm. Ik lo­geer daar in het Gaṣr al-Goeb­ba-ho­tel (Koe­pel­pa­leis-ho­tel) en werk in de Aḥgāf-bi­blio­theek voor hand­schrif­ten. – Een me­de­wer­ker van de bi­blio­theek wil mij on­der­wij­zen in de groots­heid en de wijs­heid van de is­lam. Een en­ke­le vraag van mij brengt hem ver­ward tot zwij­gen. – Mijn ver­slag, op mijn lap­top ge­schre­ven, be­vat meer (ach­ter­grond)­in­for­ma­tie dan mijn dag­boek­ver­slag. – De munt­een­heid in Je­men is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (an­der­hal­ve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)

MenuFo­toIndex en het eindeTrans­criptie.

 
 

Donderdag, 4 december 1997.
Tariem: 16/32.
Uit de bibliotheek loop ik naar huis. Er is bij de taxi’s geen chauf­feur te be­ken­nen.
Ik denk dat ik lo­pend mis­schien nog in­te­res­san­te men­sen kan ont­moe­ten, maar ik ben daar ech­ter niet ge­heel van over­tuigd. Toch ge­beurt het.
Ḥusayn al-A., de jon­ge­man die ver­le­den jaar de te­le­foon-win­kel (bel-win­kel) had, zit bij een vriend in de auto. Ik krijg een lift. Net zo­als in de te­le­foon­win­kel, in het ver­le­den, zit hij met een deel van zijn mooie sexy be­nen bloot. Hij is vrien­de­lijk en voor­al knap. Wat zou ik graag het bed met hem wil­len de­len en aan zijn to­ver­staf wil­len zui­gen.
Ik was al om 04.30 uur wakker.
Ik probeerde vanochtend Jan Just Wit­kam [in Ne­der­land] te bel­len. Toen er ein­de­lijk ver­bin­ding was, na cir­ca twin­tig mi­nu­ten en toen ik al veel mooie vrou­wen­ogen had ge­zien, pak­te een mij on­be­ken­de vrouw op. Ik vroeg of Jan Just thuis was. Zij zou gaan kij­ken, maar keer­de niet meer terug. Na een poos­je werd de lijn ver­bro­ken. Ik had geen zin in nog een twee­de keer te wach­ten.
Onderweg naar de bi­blio­theek zag ik een meis­je he­le­maal in het zwart, [ni­qāb] met een bre­de gouden rand over haar kle­ding. Zij had bloe­men in haar hand.
Toen haar broertje vrien­de­lijk groet­te en ik dat ook deed, deed zij dat ook.
In de bibliotheek wil Alī B. mij van de kracht van de is­lam over­tui­gen en be­gint over Adam en Eva*(01).
Ik vraag hem hoe die ene over­ge­ble­ven zoon van Adam en Eva voor na­ge­slacht kon zor­gen. Alī ver­zint de schep­ping van een meis­je, maar daar­over staat niets in de ko­ran en, bo­ven­dien, dan zou het een zus­ter zijn ge­weest en een hu­we­lijk met een zus­ter is ḥarām [streng ver­bo­den]. Hij is over­vraagd. Heeft hier nooit eer­der aan ge­dacht en zal dat aan een ge­leer­de gaan vra­gen. Vol­gen­de week za­ter­dag zal ik ant­woord krij­gen. Eerst gaat hij vier da­gen op pel­grims­tocht (Ziyāra) naar Gabr al-Nabī Hūd*(02) [het graf van de pro­feet Hoed], op 9 en 10 Ša’abān. (10 en 11 december, plus één dag heen en één dag terug.) Het is daar ver­bo­den voor vrou­wen.
Ik at pa­tat met een stuk­je kip in het res­tau­rant van het ho­tel. Soep voor­af, brood en sa­la­de, twee ba­na­nen na.
Weer: min: 17,1°C. Max: 40,4°C. [Bui­ten­tem­pe­ra­tuur.] Max: 66%. Min: 21%. [Lucht­voch­tig­heid.]

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.


Computerverslag

De eerste drie we­ken van dit ver­blijf in Je­men hield ik op mijn lap­top­com­pu­ter ook een ver­slag bij, waar­in soms din­gen staan die niet in mijn dag­boek voor­komen.
Hier volgt een uit­trek­sel daar­van.

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.

Ra­ma­ḍān

Ik sprak met Ḥussein al-K., in de bi­blio­theek, over de is­lam. Hij ver­tel­de over Ra­maḍān, die nu in de win­ter niet zo zwaar is, maar in de zo­mer wel. Hij zei, de zo vaak ge­hoor­de on­zin, dat de maand Ra­ma­ḍān zo ge­zond is voor de men­sen. Toen ik te­gen hem zei dat ik in al-Zi­rik­ly, al-ᶜĀ­lām*(03) vaak ge­le­zen had dat fulān fulān [die en die: zo ve­len] ge­stor­ven wa­ren in Ra­maḍān, zei hij dat de men­sen in Ra­maḍān niet dood gaan.
Hij vertelde ook over de ied al-fiṭr*(04), maar had daar een an­de­re naam voor (soen­na, geloof ik). Dan slacht hij vier scha­pen, per stuk voor meer dan 12.000 rial, (on­ge­veer 180 gul­den, twee maand­lo­nen voor één schaap).
Meer over de vastenmaand Ra­ma­ḍān, zie 29 december a.s.

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.

Bedevaart

Alī B. werk­te ver­le­den jaar en­ke­le maan­den op kos­ten van Ha­re Ma­je­steit de Ko­nin­gin der Ne­der­lan­den [geld uit het Tarīm-pro­ject] in de Bi­blio­theek. Hij zou een vas­te aan­stel­ling krij­gen, maar die is er, nu an­der­half jaar la­ter, nog steeds niet en die zal ook ze­ker niet plaats­vin­den voor 1 ja­nu­a­ri 1998, mo­ge­lijk nog veel later. Op dit mo­ment is hij, 25 jaar oud en va­der van twee kin­de­ren, werk­loos. (Hij trouw­de vijf jaar ge­le­den met een vijf­tien­ja­rig meis­je dat hij niet ken­de, pas na het hu­we­lijk be­gon hij van haar te hou­den, maar dit ter­zij­de).
Hij vertelde dat hij over een week op be­de­vaart gaat naar het graf van de pro­feet Hūd. De be­de­vaart is op 9 en 10 Ša’abān (dit jaar over­een­ko­mend met 10 en 11 de­cem­ber). Het feit dat hij op be­de­vaart gaat bij een graf geeft aan dat hij soe­fi is. Hij behoort tot de Tarīqat Alawiyya*(05).
Het graf van Hūd be­vindt zich on­ge­veer hon­derd ki­lo­me­ter ten oos­ten van Ta­rīm. Nico en ik be­zoch­ten het ver­le­den jaar, maar het graf en de bij­be­ho­ren­de stad is ei­gen­lijk ver­bo­den ge­bied voor niet-mos­lims (en voor is­la­mi­tische vrou­wen, hoor­de ik nu van Alī, en dat was maar goed ook vond hij, dat zou maar af­lei­den van de ḏikr (het prij­zen van God)). Maar om­dat het een spook­stad is en er al­leen tij­dens de da­gen van de be­de­vaart men­sen wo­nen, was er [in 1996] nie­mand die ons een stro­breed in de weg kon leg­gen.

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.

Adam en zijn vrouw

Alī ver­tel­de met vuur over de is­lam. Nor­maal ge­spro­ken ben ik geen voor­stan­der van gods­diens­ti­ge dis­cus­sies. Maar dit was goed voor mijn Ara­bisch en voor ver­de­re uit­die­ping van mijn ken­nis van die gods­dienst en het soe­fis­me.
Het ging op ge­ge­ven mo­ment over de schep­ping. Waar kom je van­daan? Van je moe­der, en waar komt die van­daan? Enz. Na­tuur­lijk was het de be­doe­ling dat we bij Adam en Eva uit­kwa­men. Dat luk­te on­der lei­ding van Alī pro­bleem­loos en hij was in zijn nop­jes toen ik con­sta­teer­de dat we ei­gen­lijk broers wa­ren.
Ik vroeg hem hoe het nu ei­gen­lijk met dat na­ge­slacht zat van Adam en Eva zat. Zij had­den slechts twee zo­nen (waar­van de een de an­der ook nog ver­moord­de). Met wie was die ar­me jon­gen ei­gen­lijk ge­trouwd, om voor zo­veel na­ge­slacht te kun­nen zor­gen? Alī zei dat God ook nog meis­jes ge­scha­pen had. Ik wees hem er­op dat daar niets van in de ko­ran staat en dat hij dat hier ter plek­ke, in de Bi­blio­theek, ver­zon. Bo­ven­dien, als die meis­jes er wa­ren ge­weest dan wa­ren dat zus­ters van Kaïn. Een hu­we­lijk met je zus­ter heeft Al­lah ten streng­ste ver­bo­den (harām). Uit­zon­de­rings­re­gels zijn er niet.
Met nauwelijks te ver­hul­len dui­vels ge­noe­gen con­sta­teer­de ik dat hij het ant­woord niet wist. Over de­ze kwes­tie had hij nog nooit na­ge­dacht, zei hij. Dit was iets dat hij aan zijn le­raar moest gaan vra­gen. Za­ter­dag over een week zal hij mij het ant­woord ge­ven.
Ongetwijfeld zal hij met een ge­smeerd ant­woord ko­men, mis­schien vaag, mis­schien fi­lo­so­fisch, maar van zulk een aard dat ik het niet zal be­grij­pen, om­dat mijn ken­nis van het Ara­bisch te ge­ring is. Niet­te­min is het toch mee­ge­no­men dat ie­mand ook eens an­de­re vraag ge­steld krijgt dan de voor de hand lig­gen­de vra­gen die men el­kaar stelt en waar­van het ant­woord van te vo­ren al be­kend is.
(Hoe heten ze ook al weer de is­lam, die twee zo­nen van Adam en Eva. Ik kan hen niet vin­den in de tafsīr*(06) die ik mee­bracht).

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.

Sheikh AB.

Sheikh AB., de vo­ri­ge di­rec­teur van de Bi­blio­theek be­zocht zijn voor­ma­li­ge werk­plek. Ik sprak kort met hem en ver­tel­de hem dat ik het in­ter­view met hem in The Ye­men Ti­mes*(07) ge­le­zen had.
Alī B. ver­tel­de even la­ter dat de sheikh*(08) vroe­ger een soe­fi was, maar dat hij dat al­le­maal op­ge­ge­ven heeft en nu over­ge­stapt is naar het Wah­hab­isme, waar­van hij nu de hoog­ste lei­der is in Tarīm en om­ge­ving. De Wah­ha­biyya is sterk ge­kant te­gen het soe­fis­me en de maw­lids*(09) bij de gra­ven van hei­li­gen. Toch zit het ver­schil niet in het ge­loof of de ge­loofs­op­vat­ting maar in de furūᶜ*(10), zo ver­telt Alī.
Verleden jaar al la­gen op het bu­reau van sheikh AB. boek­jes van Hamas*(11). Hij had de Bi­blio­theek ver­an­derd in een hoofd­kan­toor van zijn po­li­tie­ke be­zig­heden. Soefis wil­len zich niet met po­li­tiek be­zig hou­den. De we­reld (al-dunyā) gaat aan hen voor­bij. Zij wer­ken slechts aan ont­hech­ting.

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.

Boerinnen.

Alī zit dus werk­loos thuis. Ex­pres, om­dat ik wel be­ter weet, vroeg ik hem of zijn vrouw niet kon wer­ken.
Ver­ont­waar­digd wees hij die ge­dachte van de hand. “Vrou­wen wer­ken niet bui­tens­huis.”
“Maar”, zei ik, “ik zie toch over­al vrou­wen in de vel­den wer­ken.”
Hij trok zijn neus op en zei: “Dat zijn boe­rin­nen.”

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.

Noten

*(01)
Adam en Eva. Moslims spre­ken ook over Adam en Eva (Ādam en Ḥawā’) maar in de ko­ran heeft zij geen naam. Daar is het slechts Adam en zijn vrouw. (Ge­heel vol­gens de tra­di­tie zo­als ik die in de Ḥa­ḍra­maut ont­moet­te. Daar heeft de echt­ge­no­te ook geen naam en je mag, als bui­ten­staan­der, ook niet naar haar (wel­zijn) in­for­me­ren en als je het wel doet, zo­als ik al­tijd op­zet­te­lijk doe, zorgt dat tel­kens voor veel hi­la­ri­teit en ver­le­gen re­ac­ties, ook bij die men­sen bij wie ik het da­ge­lijks doe, zo­als de me­de­wer­kers van het ho­tel.)

Te­rug.

*(02)
Gabr al-Nabī Hūd Het graf van de pro­feet Hoed. Dit graf ligt in de Wādī Masilah, ten oos­ten van Tarīm. De pro­feet Hoed, die in het chris­ten­dom niet voor­komt, (som­mi­ge pro­fe­ten heb­ben de is­lam en het chris­ten­dom ge­meen­schap­pe­lijk) wordt in de ko­ran ge­noemd als de waar­schu­wer van het volk van ᶜĀd. De­ze waar­schu­wing is on­der an­de­re neer­ge­schre­ven in het hoofd­stuk De Zand­dui­nen (Sū­rat al-Aḥ­gāf) van de ko­ran. De bi­blio­theek in Tarīm, waar ik dus werk, is naar de­ze soe­ra ver­noemd: al-Aḥ­gāf, maar in de oud­heid be­stond ook een ge­bied in deze stre­ken van zuid­oost Je­men dat al-Aḥgāf heet­te, dus het hoofd­stuk in de ko­ran is naar die streek ge­noemd.
Wi­ki­pe­dia: de profeet Hūd.
Wi­ki­pe­dia: het volk van ᶜĀd.
Mijn bezoek aan Gabr al-Nabī Hūd in 1996. 19 april 1996.
Sha­’a­baan (Šaᶜbān :ﺷﻌﺒﻮﻥ). Šaᶜbān is de acht­ste maand van de is­la­mi­tische ka­len­der.
Zie Wi­ki­pe­dia: de is­la­mi­tische ka­len­der.

Te­rug.

*(03)
al-Ziriklī: Ḵayr al-Dīn al-Ziriklī (1893 – 1976) is de auteur van ﻣﻌﺠﻢ ﺗﺮﺍﺟﻢ ﻷﺷﻬﺮ ﺍﻟﺮﺟﺎﻝ ﻭﺍﻟﻨﺴﺎﺀ ﻣﻦ ﺍﻟﻌﺮﺏ ﻭﺍﻟﻤﺴﺘﻌﺮﺑﻴﻦ ﻭﺍﻟﻤﺴﺘﺸﺮﻗﻴﻦ (Muᶜǧam tarāǧim li-a’šhar al-riǧāl wa-l-nisā’ min al-ᶜarab wa-l-mustaᶜribīn wa-l-mustašriqīn) En­cy­clo­pe­die van emi­nen­te per­soon­lijk­he­den: bio­gra­fisch le­xi­con van de be­roemd­ste man­nen en vrou­wen on­der de Ara­bie­ren, de Ara­bis­ten en de oriën­ta­lis­ten. WorldCat.
Deze en­cy­clo­pe­die be­vat (dus) de na­men van de meest be­roem­de per­so­nen uit de groep men­sen zo­als in de ti­tel wordt weer­ge­ge­ven. Vaak, maar niet al­tijd, wordt be­hal­ve hun sterf­jaar ook de maand weer­ge­ge­ven waar­in zij over­le­den. Ik weet dat om­dat ik de en­cyc­lo­pe­die, die uit acht de­len be­staat van elk cir­ca 350 blad­zij­den, bij­na ge­heel heb over­ge­typt in een da­ta­ba­se.

Te­rug.

*(04)
Ied al-fiṭr. Het ᶜĪd al-fiṭr is de Ara­bische naam van wat in on­ze stre­ken te­gen­woordig een ver­taal­de Turk­se naam heeft, na­me­lijk het Sui­ker­feest dat ge­vierd wordt aan het ein­de van de Ra­ma­dan, de is­la­mi­tische vas­ten­maand. ᶜĪd al-fiṭr be­te­kent: het feest van het vas­ten­bre­ken. Ied: feest.
Wi­ki­pe­dia: Sui­ker­feest.

Te­rug.

*(05)
Ṭarīgat Ala­wiy­ya (Ṭarīgat Āl BāᶜAlawī :ﻃﺮﻳﻘﺔ ﺁﻝ ﺑﺎﻋﻠﻮﻱ) dat on­ge­veer be­te­kent: De te vol­gen weg / me­tho­de / de ‘or­de’ van het volk van va­der Ala­wi en is een Ḥa­ḍra­mi­tische soe­fi-or­de. Zo’n soe­fi-or­de heet over het al­ge­meen een ṭa­rī­ga (mv.: ṭa­rī­gāt of ook wel ṭoe­roeg: ṭu­rug).
Wi­ki­pe­dia: Ala­wiy­ya soe­fi-or­de (Engels).
Wi­ki­pe­dia: lijst van ṭa­rī­gāt.
Wi­ki­pe­dia: Soe­fisme (Engels). (Met een uit­ge­brei­de be­schrij­ving van soe­fis­me en ver­schil­len­de soe­fi-or­des.)

Te­rug.

*(06)
Tafsīr (ﺗﻔﺴﻴﺮ) Een Tafsīr (mv. tafāsīr) is een boek (boe­ken­se­rie) waar­in een po­ging tot exe­ge­se en in­ter­pre­ta­tie van de ko­ran wordt ge­daan, een ver­kla­ring van de ko­ran­tekst wordt ge­ge­ven.
De al­mach­ti­ge en al­we­ten­de god van de is­lam heeft een boek naar de ge­lo­vi­gen ne­der­ge­zon­den dat geen van hen be­grijpt en ook de on­ge­lo­vi­gen niet. Daar­om zijn er in de loop der eeu­wen tien­tal­len me­ters lan­ge rij­en aan tafāsīr vol ge­schre­ven die al­le pro­be­ren te ver­kla­ren wat god nu ei­gen­lijk be­doeld heeft. Voor­waar, het is nog steeds on­dui­de­lijk, an­ders wa­ren zo­veel boe­ken niet no­dig ge­weest, dan had één vol­staan en had de rest weg­ge­gooid kun­nen wor­den.
Wi­ki­pe­dia: Tafsīr.

Te­rug.

*(07)
The Yemen Times is een week­blad in Je­men dat in het En­gels ver­schijnt. Ik las het ar­ti­kel over Sheikh AB. op 19 november jl.

Te­rug.

*(08)
Sheikh / sjeik: Šayḵ, mv. Šoeyoeḵ / Šuyūḵ (ﺷﻴﺦ / ﺷﻴﻮﺥ mv.) be­te­kent let­ter­lijk ‘ou­de man’. Aan­ge­zien in de Ara­bische / is­la­mi­tische cul­tuur ou­de­re men­sen over het al­ge­meen ge­waar­deerd wor­den we­gens hun le­vens­er­va­ring, is de aan­dui­ding ook een soort ere­ti­tel, om aan te ge­ven dat de per­soon in kwes­tie als een wijs man wordt be­schouwd. (Voor de ou­de­re / wij­ze vrou­wen be­staat de term Šayḵa, mv. Šayḵāt.)
Wi­ki­pe­dia: Sjeik.

Te­rug.

*(09)
Mawlid, mv.: mawālid (ﻣﻮﻟﺪ / ﻣﻮﺍﻟﺪ) be­te­kent let­ter­lijk ge­boor­te­dag (ver­jaar­dag). Wan­neer een hei­li­ge bin­nen de is­lam ja­rig is, wordt zijn graf be­zocht door soe­fi’s. Dit ri­tu­eel, namelijk gra­ven be­zoe­ken, is een doorn in het oog van de fun­da­men­ta­lis­ten / de Wah­ha­biy­ya.
Dit fun­da­men­te­le ver­schil kan lei­den tot hoog­op­lo­pen­de ru­zies. Abd al-Raḥ­mān, de di­rec­teur van de Aḥ­gāf-bi­blio­theek in Tarām ver­tel­de me ver­le­den jaar (1996) dat en­ke­le we­ken voor on­ze komst er in de Gro­te Mos­kee een scho­ten­wis­se­ling had plaats­ge­von­den tus­sen een soe­fi en een lid van de Wah­ha­biy­ya over een maw­lid. In Je­men zijn veel wa­pens in om­loop: het land staat in de top­tien van de lan­den met het hoog­ste wa­pen­be­zit op de twee­de plaats na de Ver­enig­de Sta­ten van Ame­ri­ka. Ove­ri­gens staat Zwit­ser­land op de der­de plaats en Fin­land op de vier­de plaats!
Interne link: Ziyāra.
Wi­ki­pe­dia: Wa­ha­bis­me.
Wi­ki­pe­dia (uitgebreide versie): Wah­ha­bism (Engels).
Mens en samenleving: Wapenbezit in de wereld.

Te­rug.

*(10)
Foeroeᶜ / Furūᶜ / (ev.: ﻓﺮﻉ / mv.: ﻓﺮﻭﻉ)
Uit het feit dat ik in 1997 het woord Foe­roeᶜ ge­woon neer­pen­de zon­der ver­de­re vra­gen te stel­len, duidt er­op dat ik toen­ter­tijd niet wist wat dit be­grip in­hield, an­ders had ik wel naar de de­tails ge­vraagd. Ook nu, in 2017, heb ik eni­ge moei­te om een goed ant­woord te for­mu­le­ren wat foe­roeᶜ ei­gen­lijk is.
Bij de be­stu­de­ring van de figh voor de noot met die­zelf­de naam, gis­te­ren, 3 de­cem­ber 1997, kwam ik wel wat meer te we­ten, maar het blijft een moei­lijk on­der­werp, voor een niet-in­ge­voer­de in de fi­nes­ses van de is­la­mi­tische wet­teks­ten, zo­als ik.
Lees eerst de noot over de figh van gis­te­ren.
Onthoud daar­na het vol­gen­de.
Verschillende van de foe­ga­hā’ die zich bij een co­ry­fee met ge­zag­heb­ben­de me­ning had­den aan­ge­slo­ten heb­ben daar­na toch nog nieuwe figh-re­gels vast­ge­steld voor on­be­slist ge­ble­ven ge­val­len. Hun ar­beid wordt door la­te­re schrij­vers wel om­schre­ven als: “het af­lei­den van ver­tak­kin­gen (foe­roeᶜ) uit de wor­te­len (oe­ṣoel) van de mees­ter.” [dixit TH. W. Jyun­boll.]
Belangrijk om te we­ten is dat de re­li­gi­eu­ze stro­ming, de Wah­ha­biy­ya, die zich­zelf Sa­la­fiy­ya (Sa­la­fis­ten) noe­men, op zoek zijn naar, en wil­len le­ven vol­gens, de strik­te re­gels van de oor­spron­ke­lij­ke is­lam en daar hoort per­soons­ver­heer­lij­king niet bij. Dat is nu juist wat de soe­fi’s doen, na­me­lijk zij be­zoe­ken de gra­ven van vroe­ge­re hei­li­gen (pel­grims­toch­ten), voor con­tem­pla­tie en ont­hech­ting. Ook ma­ken zij [het gaat bij de soe­fi’s in Tarīm uit­slui­tend om man­nen] trom­mel­mu­ziek en voe­ren op straat een dans uit (die Šab­wā­ni heet ﺷﺒﻮﺍﻧﻲ) met stok­ken, die zwaar­den re­pre­sen­te­ren en zin­gen daar­bij ou­de re­li­gi­eu­ze lie­de­ren.
Het ma­ken van mu­ziek en zin­gen is in de Sa­la­fis­tische vorm van de is­lam ver­bo­den. Trom­mel­mu­ziek is slechts toe­ge­staan wan­neer men ten strij­de trekt in de hei­li­ge oor­log: ǧi­hād. (Ji­haad.)
Ik meen hier­uit te mo­gen af­lei­den dat dit on­der­deel dan het punt van (soms ge­wel­da­di­ge) dis­cus­sies is tus­sen soe­fi’s en de Wah­ha­biy­ya, na­me­lijk het graf­be­zoek, zin­gen en dan­sen, te­meer daar Bi­blio­theek­me­de­wer­ker Ḥu­sayn al-K. me ver­le­den jaar ver­tel­de dat een man niet met zijn vrouw thuis mag zin­gen. Hij of zij mag ook niet in zijn of haar een­tje zin­gen, ove­ri­gens. Dat wordt ver­bo­den door de ex­tre­mis­ten. 7 mei 1996.
Wi­ki­pe­dia: (En­ke­le ar­ti­ke­len zijn in het En­gels, omdat die veel uit­ge­brei­der, meer ge­de­tail­leerd, zijn dan de Ne­der­land­se ver­sie, als die er al is.)
You­Tube: Šabwāni in Tarīm: dans.
Wi­ki­pe­dia: Ǧi­hād / jihad.
Wi­ki­pe­dia: Oeṣoel al-figh (En­gels).
Wi­ki­pe­dia: Sa­la­fisme.
Wi­ki­pe­dia: Soe­fis­me.
Wi­ki­pe­dia: Wah­ha­biy­ya (En­gels).
Interne link: Ziyāra (graf­be­zoek, pel­gri­ma­ge).
New York Ti­mes: Who Are Sufi Mus­lims and Why Do Some Ex­tre­mists Hate Them? (Pu­bli­ca­tie: 24 no­vem­ber 2017.)
Een deel van bo­ven­staan­de tekst is ge­ba­seerd op:
Hand­lei­ding tot de ken­nis van De Mo­ham­me­daan­sche wet vol­gens de leer der Sjā­fiᶜi­tische school, door Dr. Th. W. Juyn­boll. 4e druk. Lei­den, E.J. Brill (1930).
WorldCat: Hand­lei­ding tot de ken­nis … etc.
(Ik heb de spel­ling ge­mo­der­ni­seerd.)

Te­rug.

*(11)
Hamas. Wi­ki­pe­dia: Hamas (Engels).

Te­rug.


MenuFo­toBe­ginEindeTrans­criptie.

Index

Index van ter­men:
Index van per­so­nen:
Index van lo­ca­ties:

Me­nuFo­toBe­ginHoofd­in­dex.

Trans­crip­tie van de klin­kers in Ara­bische woor­den.

A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.

Klik hier voor het over­zicht van de trans­crip­tie in Ara­bische woor­den.

Me­nuFo­toBe­ginHoofd­in­dex.


Jemen 1997
Jemen 1997 (be­knopt over­zicht).
Je­men 1997: de da­gen in chro­no­lo­gische volg­or­de.
Je­men 1997: al­le foto’s.


Jemen 1996
Jemen 1996 (be­knopt over­zicht).
Je­men 1996: de da­gen in chro­no­lo­gische volg­or­de.
Je­men 1996: al­le foto’s.


De au­teur de­zes kan niet ga­ran­de­ren dat al­le links naar ex­ter­ne web­si­tes (dus die van der­de par­tij­en) al­tijd zul­len blij­ven be­staan. Fo­to’s in Goog­le Maps, bij­voor­beeld, kun­nen ver­dwij­nen wan­neer de ei­ge­naar ze weg­haalt. Ook aan an­de­re links kan een ein­de ko­men, of kun­nen in on­ge­bruik ra­ken.
Wan­neer u een niet wer­ken­de link con­sta­teert kunt u dat mel­den in het re­ac­tie­veld. Bij voor­baat dank.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.