(Dag 1716) Cees en ik zijn samen op vakantie in Marokko geweest. We zijn op de terugweg en zitten in de trein in Frankrijk en later in België. Vroeg in de middag komen we in Maastricht aan, waar we beiden wonen. – Aansluitend aan deze dag volgt het vakantieoverzicht, zoals ik dat enige dagen na thuiskomst schreef. Ik schrijf daarin nogal uitgebreid over de verstandhouding tussen Cees en mij gedurende de afgelopen vier weken. – Ik word in dat verslag ook een beetje een koloniaal, die de ‘zwarte’ wil onderwijzen door hem te laten zien wat godsdienst met de mens doet.
Menu – Index en het einde.
Vakantieoverzicht.
Zondag, 10 oktober 1976.
In Hendaye: we rijden weg. Ik met een leeg hart, want ik had niet eens afscheid van Simon kunnen nemen.
Er staan mensen in de gang voor een coupé en die slechts door twee personen gereserveerd is en toch afgesloten is. Met mijn punttang maak ik die open en spreek met de nieuwe ‘bewoners’ af dat ze niets weten. Ik vertel even met een Marokkaan die ook in die coupé gaat.
’s Nachts staan er Spanjaarden luid op de gang te zingen. Ze moeten van de conducteur een coupé zoeken. Drie komen bij ons erbij en ze zijn zo snugger om na verloop van tijd het licht uit te doen.
’s Nachts krijg ik het koud en neem me voor: ‘Hou dat vol totdat je in Parijs bent,’ maar ik heb toch de regenjas gepakt en hierna met het hoofd voorover op de ‘eettafel’ warm en goed geslapen.
Bij daglicht zijn we in Parijs en de Spanjaarden staan weer op de gang te zingen.
We stappen uit, de Zweedse meisjes blijven op Gare d’Austerlitz. We nemen afscheid.
Simon heb ik niet meer gezien.
Wij vervolgen onze reis met de bus naar het Gare du Nord waar we lang op de volgende trein moeten wachten. Op het terras van een café drinken we koffie en eten broodjes en ons eigen brood. Een dure zaak is het.
Ook in Parijs zijn mooie boys.
Als we in het station lopen ziet Cees een trein aangegeven die er ’s morgens nog niet stond: 10.27 uur. Deze gaat naar Brussel en vertrekt over 2 minuten.
We stappen in de laatste wagon in en reizen naar Brussel, Luik en vervolgens Maastricht. Om 14.12 uur zijn we in Maastricht. We gaan met de taxi naar huis, voor f. 5,00 inclusief fooi.
We wegen onze rugzakken. De mijne weegt 30 kg. Die van Cees 20 kg, maar daar moeten nog wat etensspullen bij, een kilo of 3 of 4. Zodat de last van Cees goed is voor circa 24 kilogram.
Afgevallen ben ik slechts weinig.
We nodigen Jaap uit voor een kop qahwa halib [koffie verkeerd] en vertellen wat. We geven hem het mutsje en een overgehouden flesje Spaans bier.
Jan G. komt en voor hem maak ik een verslagje, geef hem het kanten mutsje en spreek voor donderdagavond een groot verslag af.
Tegen 19.00 uur bel ik Pa en Ma en maak een afspraak voor dinsdagavond.
Ik wil douchen, [die is op de derde verdieping] maar kan de standaard plastic zak niet vinden: een Talens-zak. Sinds Militaire Dienst gebruik ik vrijwel niet anders dan Talens-zakken om mijn douchespullen in te doen en nu is die weg. Ik ben woedend. (Waarschijnlijk door vermoeidheid) Ik trek alles uit dat vak van de kast en vind hem niet. Ik stop alles er weer in. Ma heeft opgeruimd, maar ze heeft goed opgeruimd, zelfs de flesjes Trappist heeft ze afgestoft en het gasstel en de ijskast goed schoon gemaakt.
Ik ga zonder die zak douchen en (uiteraard) dat gaat net zo goed.
Tegen 23.00 uur ga ik op bed, na alles uitgepakt te hebben.
Weer: tot voor Parijs mistig, later zonnig.
Menu – Begin – Index en einde.
Hoofdindex – Overzicht 1972-1990.
Marokko 1976 (overzicht).
Vakantieoverzicht: vier weken in Marokko.
Toen Cees één week voordat ik naar Marokko zou gaan, besloot om ook mee te gaan voelde ik dat als:
1.) Een opluchting. Ik zou me vrijer voelen in mijn handelen en ik zou me geruggesteund voelen in mijn optreden, want ik had de laatste tijd toch wel eens vaker het gevoel: ‘Hans, waar begin je aan?’
Zowel Pa, Ma als Opa en Jan G. voelden zich ook erg opgelucht.
2.) Als een belasting in de vrijheid van mijn handelen, door Cees, die een overheersende rol zou willen spelen.
Dit laatste, wat ik ook al op de dag Marrakesh – Ouarzazate (22 september) heb omschreven, is soms een te grote belasting voor mij geweest.
Toen ik in 1974 met Willem J. naar Londen ben geweest, zijn we twee keer een paar uur uit elkaar geweest, omdat ik het soms moeilijk had en erg kriebelig werd.
Bij Cees heb ik niet zo’n scheiding gemaakt, omdat hij nergens heen kan, want er is niemand die hem kan verstaan en hij kan niemand verstaan.
Dit samenzijn van vier weken met een Cees die een overheersende rol wilde spelen en speelde is voor mij persoonlijk soms te veel van het goede(?) geweest: dat leidde tot spanningen voor mijzelf in Marrakesh en Algeciras.
In Algeciras, toen we niet ver van elkaar zaten en hij zijn mond dicht hield, een half uur lang, dat was een hele opluchting.
In de trein van Hendaye naar Parijs, ’s nachts had hij weer een bemoederende opmerking en ik heb hem toen gezegd dat dit me de hele reis gestoord had, dat bemoederen. Deze opmerking was veel te laat en had op de eerste dag in plaats van op de laatste dag gezegd [gemaakt] moeten worden.
In Meknes, bij het de tweede bezoek, had ik hem gezegd dat ik vond dat het goed ging met ons tweeën en het ging beter als in Londen, maar over dat bemoederen heb ik expres niet gesproken om geen extra spanningen tussen ons tweeën op te werpen. Iets wat ik niet meer zal willen verdragen.
Achteraf gezien zijn mijn spanningen in Marrakesh en Algeciras goed te verklaren. Op die momenten dat ze er waren, zag ik die zelf niet en Jan G. heeft me er pas donderdag 14 oktober op relatie gewezen: het dominante gedrag van Cees en mijn spanningen.
Ik ben blij dat Cees is meegegaan, maar ik heb me door hem ook ontzettend geremd gevoeld, omdat hij alles moet weten en vreselijk nieuwsgierig is en als ik zelf wat te berde bracht was zijn reactie: “Zoek het maar uit.” Dat griefde mij telkens weer.
Een volgende keer wil hij weer mee. Hij wil Frans leren en dus helemaal onafhankelijk zijn. Dan kan ik ook eens zeggen: “Je zoekt het maar uit.”
Hij wilde soms dingen geregeld hebben, die ik dan met mijn gebrekkig Frans moest voor elkaar zien te krijgen, zoals een taxi van Tinjdad naar Erfoud en achteraf wilde hij niet begrijpen waarom dat niet ging en zei: “Vraag dan waarom?” Ik reageerde daar niet meer op.
Soms, al in de eerste week dacht ik: ‘Nog drie weken met Cees, ontzettend,’ en vaak was ik blij dat er een dag om was en dat we dichterbij ‘het-naar-huis-gaan‘ waren. Niet om het land Marokko, maar om de bemoeizucht van Cees wilde ik naar huis. Dat was de enige mogelijkheid om hem een poosje kwijt te zijn en ik heb me al voorgenomen om maandag 11 oktober verlof op te nemen en dat dan de laatste dag te laten zijn waarop ik voorlopig met hem optrek.
Soms dacht ik verlangend terug aan die dag in begin augustus waarop ik bij IJzeren in het gras van de zon en de stilte had zitten genieten, iets wat ik in Marokko niet heb meegemaakt: stilte.
Toen ik in Algeciras was, wilde ik snel naar huis, maar toen dat niet bleek te gaan, was ik er ‘kapot’ van.
Menu – Begin – Index en einde.
Ramadan, een ideale tijd om te reizen en ook niet, natuurlijk. In de bussen geen rook, want zelfs kettingrokers roken de hele dag niet. Sommige mensen zijn wel een beetje kribbig, zoals in de bus naar Ouarzazate, toen uit het bagagerek een tasje naar beneden viel boven op een jongen. Die gooide het snel naar achteren en de man achter hem gooide het agressief weer terug naar voren. Er vielen harde woorden, maar een minuut later werd er weer gelachen.
Als we aten, boden we onze verontschuldigingen aan, want de soms hongerige ogen deden je de trek vergaan en ze zeiden dan dat we rustig konden eten, want Ramadan gold slechts voor moslims. Vaak lieten we het eten en drinken ook, wat voor ons ook niet meeviel omdat we ’s nachts ook niet gegeten hadden, maar zo erg moeilijk was het ook niet.
Menu – Begin – Index en einde.
Meer dan veertig liter mineraalwater hebben we gedronken: Sidi Harazem in plastic flessen van 1,5 liter. Er zit smaak noch reuk aan en het is zonder koolzuurgas.
Het is beter dan kraanwater, wat nog wel eens naar chloor ruikt en in Tinghir in Hotel Todgha zelfs een licht bruin kleurtje had.
Met kraanwater poetsten we hoofdzakelijk onze tanden en de rest van het lichaam. (Douche.)
Ook gebruikten we Sidi Harazem om onze tanden te poetsen als het kraanwater te sterk rook of een kleur had.
Menu – Begin – Index en einde.
Marokko: een overweldigende hoeveelheid aan ervaringen en ontelbaar veel knappe jongemannen. Dat alles zorgde ervoor dat ik aan Nederland niet meer dacht.
Deze hoeveelheid aan ervaringen hebben me het idee gegeven heel lang op vakantie te zijn geweest. Na twee weken had ik het gevoel al maanden onderweg te zijn.
Hoewel het er niet meer naar uitzag hebben we toch nog op de valreep contact gelegd met een jongeman: Mohammed R.
Het huren van een auto is in de soep gelopen en ik weet dus niet wat dat gebracht had, maar ik ben blij dat het mislukt is (achteraf) want daarmee kwamen we in contact met Mohammed en het heeft ons bovendien veel geld bespaard.
Menu – Begin – Index en einde.
Inclusief de reiskosten, heb ik f. 469,40 + f. 800,00 + f. 74,00 (reisverzekering) = f. 1.340,00 uitgegeven. Zeg: voor nog geen f. 1.400,00 een maand op vakantie.
Over Mohammed: een mooie, grote (circa 1,85 m) jongen, negroïde type. Een heel erg voorkomende, beleefde, beschaafde jongen, 18 jaar, geboren: 1958. Spreekt Frans en Arabisch, leert Engels pas een paar dagen. Studeert Economie en Wetenschappen (Science) Mathematiek. We hebben elkaars adres en het zou niet gek zijn om een schriftelijk contact te onderhouden, omdat ik dan, als ik weer in Marokko kom, een adres heb om een vriend te bezoeken.
Ik wil via hem meer over Marokko te weten komen en (blanke als ik ben) hem te laten zien wat er in een democratie mogelijk is. Met blanke bedoel ik: ik wil het onderwijzend deel zijn. Ik wil hem laten zien dat godsdienst opium voor het volk is en dat opium (hasj) ook een verstikkende godsdienst is, zoals bij ons (vooral in Limburg) de drank.
Menu – Begin – Index en einde.
De armoedige toestanden. De televisie heeft armoede laten zien, doch in Marokko is die groter, veel groter. De meest mooie jongen die ik zag (in Ouarzazate) strompelde met een krom been op krukken voort.
De meest verschrikkelijke wonden, met een vieze doek en een plastic lap afgedekt.
Menu – Begin – Index en einde.
Ogen. Circa 20% heeft wat aan een oog, verminkingen, ziekten en huidziekten. (Handen en voeten zitten meestal onder een dikke laag zand of andere rotzooi en zien er goor uit.)
Onbeschrijfelijk wat we boven de ‘rokken’ zien, maar wat zit eronder? Open beenwonden, zoals een vrouw in Rabat haar buurvrouw liet zien.
En dan de hygiëne: bestel een glas te drinken. Bij de buurman wordt het van de tafel genomen, met koud water wassen de groezelige handen het glas af en je krijgt het voorgezet.
Menu – Begin – Index en einde.
Zaakjes zien er kaal en oud uit. In Fez is een leuk zaakje met rode tegeltjes tegen de muur en er wordt vaak gepoetst, blijkbaar, want de vette strepen van een doek staan op de tegeltjes. Spiegels zijn smerig, wel gepoetst, maar met een smerige vette doek.
Menu – Begin – Index en einde.
Slagers, twintig naast elkaar. Niemand maakt zich druk of hij verkoopt of niet en niemand maakt zich druk over die vliegen: honderden.
Nee, toch zijn er mensen die zich druk maken over die vliegen. Ze spuiten (gelukkig geen spuitbus) met een handpomp het vliegenvergif in hun zaak rond over het vlees en over andere open en blootliggende levensmiddelen, hoe dan ook, die vieze vliegen moeten dood.
Anderen waaieren af en toe met een waaiertje de vliegen weg, waarvan de meeste blijven zitten omdat die kennelijk weten niet te zullen worden doodgeslagen op het vlees, want dat ziet wel ongezellig uit: een dooie vlieg op een dood schaap.
Koppen van geiten en schapen, met de ogen erin, liggen uitgestald. (Varkens zijn er niet: verboden door de islam.)
In Tanger en Rabat op de vismarkt is alles, volgens mij, rot, maar zo stinkt het ook in Maastricht op de vismarkt, alleen zijn er minder vliegen. Ook in de zomer? Onze vliegen zijn groter.
Menu – Begin – Index en einde.
En dan talen en rekenen: zie donderdag 7 oktober jl. in restaurant Zanzibar.
De busverbindingen: goed om in een beginplaats of bijna-beginplaats (Errachidia) op te stappen, anders moet je tussen de Marokkanen, die al met meer zijn dan dat er vrije plaatsen zijn, ook nog een kaartje proberen te krijgen. Als de bus vol is, komt er de volgende dag weer een, waar hetzelfde voor geldt, als hierboven.
Op tijd vertrekken is er niet bij, maar dat stoorde mij nagenoeg niet, in tegenstelling tot Cees, die er zenuwachtig van werd. Enkel in Marrakesh sloopte het mij ook.
Menu – Begin – Index en einde.
Als mensen elkaar tegenkomen en elkaar als vrienden beschouwen geven zij elkaar een hand en brengen dan hun hand aan hun eigen hart.
Bij familieleden brengen zij hun hand aan hun lippen en kussen deze. Hetzelfde als kushandjes, maar hygiënischer want je kust je eigen smerige hand en niet die van een ander.
Menu – Begin – Index en einde.
Ik heb gezien hoe een vrouw een paar mannen de hand kuste. Bij ons kussen de mannen de vrouwen de hand en als je goede bekenden bent kus je elkaar goedendag, zoals Mohammed in Meknes.
Marokko is een mannenland. Man en vrouw, jongen en meisje, meisjes in een café, jongens en meisjes dansen, dat alles kun je zien, maar dan alleen bij ons. In Marokko is dat er niet bij. (Misschien wel in de nachtclubs?) Jongens hand in hand, jongens die op donkere hoekjes dicht bij elkaar staan (knuffelen?) mannen, hand in hand, zelfs oudere mannen en heel oude.
Elkaar kussen, openlijke homofilie? Dat moest in Nederland ook kunnen, maar dat is (nog) niet mogelijk.
Menu – Begin – Index en einde.
En de jongens in Marokko, de ene is nog mooier dan de andere en ook nog vriendelijker. Het zijn daar mooie mensen. Er zijn ook veel mooie meisjes, die op een afstandje staan te gniffelen en als je ze aankijkt of aanspreekt, lopen ze giechelend weg.
Menu – Begin – Index en einde.
Marokko is het land van de kinderarbeid en je ziet veel kinderen in de soek (de markt in de Medina) werken en in Fez maken meisjes van circa 5 jaar oud razendsnel knopen bij een tapijtknoper.
De scholen worden ook wel bezocht en in Fez zagen we veel kinderen naar school gaan, maar ik denk dat de meesten werken!
Veel bedelaartjes en als ik die kinderen in de ogen kijk, wel ja, tientallen Dirhams heb ik uitgedeeld.
Menu – Begin – Index en einde.
Het verkeer: als je niet toeteren kunt, kun je niet rijden en als je remt in plaats van te toeteren en niet gewoon doorrijdt, ben je je rijbewijs niet waard.
Hetzelfde geldt voor brommers, die meestal motorisch niet in orde zijn, maar het zoemertje werkt als een klokje.
De verkeerslichten. Als goede chauffeur rij je minstens 10 meter door het rode licht en let je op het andere verkeer om te weten wanneer jij aan de beurt bent en anders toetert je achterbuurman wel. Soms, zoals in Rabat, staan alle verkeerslichten dubbel aangegeven. Eén keer voor het direct belanghebbende verkeer (dat ervoor hoort te staan) en één keer voor het indirect belanghebbende verkeer, in de andere richting, zodat die kunnen zien: ‘Nu ben ik aan de beurt.’
Menu – Begin – Index en einde.
Toen ik vanavond door Maastricht liep voelde ik me er niet thuis. Alles is zo groot en lawaaierig en schreeuwerig.
Cees heeft vijf potjes gekookt op zijn primus. Acht keer hebben we in een restaurant warm gegeten en af en toe soep tussen door. Veel brood en water, een beetje melk, kaas en sardines.
Ik heb thuis nog wat in te halen. Ik weeg 62 kg.
Menu – Begin – Index en einde.
As ik nu nog aan Marokko denk, dan is dat vaak aan de ‘dadeljongetjes’ op 27 september, toen we liftten om naar Erfoud te gaan.
Ook schoot me gisteren te binnen dat ik in Ouarzazate een jongen heb gezien met een blauw gestreepte ‘Dorus-trui’ en die een tulband droeg, met een sluier voor het gezicht, als een woestijnman. Dat was op zaterdag 25 september en hij was erg mooi. Dat zag ik toen hij zijn sluier en tulband afdeed. Daarvoor vond ik hem al erg mooi en mysterieus aandoen. Hij stond ook naar de bus te kijken die klaar stond voor vertrek naar Tinghir.
Menu – Begin – Index en einde.
Zaterdag 2 oktober.
Ik loop over de gang van het hotel en een vrouw vraagt me of ik bij haar wil komen. Schuchter volg ik haar en blijf in de deuropening van haar kamer staan. Zij zegt: “Kom toch binnen.” Er is nog een vrouw. De eerste vraagt of ik dit ken. Zij houdt mee een briefje van 25 gulden voor de neus. Natuurlijk ken ik dat.
Er is iemand vertrokken, maar die kon niet in Dirham betalen en hij of zij gaf f. 25,00
Zij vraagt hoeveel het waard is. Ik zeg: “Kom naar mijn kamer, dan zoek ik het uit.” Met een rekening van Cees, die 166 Dirham voor f. 100,00 kreeg begin ik aan een moeilijke berekening, terwijl ik ook een kwart van 166 had kunnen nemen. Ik betaal haar 41 Dh. Ze is blij.
Menu – Begin – Index en einde.
Later, thuis blijkt dat 7 girokaarten van 250 Dh voor f. 151,25 zijn opgenomen en eind november 3 van 250 Dh voor f. 145,00
Herinneringen over deze vakantie.
“In Marokko zitten gesluierde mannen langs de muur en als je langsloopt trekken ze een mes en steken je dood,” zo beweerden ze met grote stelligheid.
Index
Menu – Begin
Hoofdindex – Overzicht 1972-1990.
Marokko 1976 (overzicht) – Vakantieoverzicht.