(Dag 1709) Cees en ik zijn samen op vakantie in Marokko. We zijn sinds gisteren in Fez. Onze student-gids leidt ons naar het kwartier van de ambachtslieden en daar beginnen de eindeloze verkooppraatjes weer.
Zondag, 3 ooktober 1976.
Op tegen 8.40 uur.
Vierde brief naar Pa, Ma en Opa schrijven.
Om 11.00 uur komt onze student-gids Rashid, wat ‘slim’ betekent, volgens het woordenboek Arabisch – Duits. We gaan met de bus naar de Baab Ftouh. Een korte wandeling. Zijn vriend Max komt erbij. (Max’ vader schijnt een Amerikaan te zijn die tot de islam bekeerd is.) We zien een Madrassa van binnen, maar we lopen al gauw bij een tapijtknoper binnen. (Kinderarbeid.) Dan begint het gezeur: “Tapijtje kopen, groot, klein, kleiner, studententapijtjes, studentenprijsjes. Sjouwen? Geen bezwaar, aanbetalen en thuis de rest betalen. Wij sturen het tapijt dan.” En of je nu zegt dat je niets wil kopen of niet, het helpt niets.
“Je hoeft niets te kopen. Kom, je krijgt informatie en je hoeft niet te kopen, wij blijven vrienden, voel de kwaliteit en ze zijn erg mooi.” (Inderdaad, ze zijn mooi.) “Niet duur. Hoeveel denk je? 900 Dirham (Dh). Te duur? Wat is jouw prijs? Geen tapijt? Dan toch zeker wel een deken. Nee, nee, nee, je hoeft niet te kopen, maar wat geef je ervoor? Waar komen jullie vandaan?”
Ik: “Kijken, kijken en niet kopen.”
“Hollande, dus. Student? Kijk eens wat goedkoop…” Zo gaat het maar door.
We staan op en lopen weg. En weer een volgende dekenmaker. Cees koopt hier na lang zeuren een hemd voor 26 Dh en een kop muntthee.
Een koperslager, een tapijtverkoper en dan ook nog even de leerlooierijen.
Rashid heeft honger en wil weg. We geven hem de afgesproken 10 Dh en gaan onze eigen weg. Ik koop babouches [schoentjes]: 25 Dh (f. 15,00) Een mooie beurs / portefeuille voor 10 Dh. Deze verkoper is de enige die je rustig laat zoeken zonder je aan je kop te zeuren. Hij blijft in de koran lezen. Ik ding niet af op de beurs. Een beurs voor Ma: 10 Dh.
Een boekenkaft voor Pa: 9 Dh.
Een mooie djellaba voor 120 Dh, afgedongen van 180 Dh. Een wit mutsje voor 4 Dh.
We kopen in de stad een milkshake en ik zie de kerel er ijs in doen. Nu is ijs toch altijd al iets van zo, zo, zeker in deze landen. Ik voel dat het slecht is deze op te drinken en dat ik ook beter de meegebrachte koek niet kan opeten. Ik doe het toch en de volgende nacht en morgen heb ik diarree. (Volgens Cees psychologisch, omdat ik de milkshake wantrouwde.)
Tegen 20.00 uur met de taxi naar het hotel.
’s Avonds naar Fez al-Djadid. [Nieuw-Fez.]
Weer: erg warm, zomers. ’s Avonds frisser: trui.
Index
Menu – Begin – Hoofdindex – Overzicht 1972-1990 – Marokko 1976 (overzicht).