(Dag 1710) Cees en ik zijn samen op vakantie in Marokko. We zijn in de stad Fez en proberen daar tevergeefs een auto te huren. We bezoeken een rommelmarkt, met letterlijk ‘rommel’ en daarna de grootste bezienswaardigheid van Fez: de leerlooierijen, waar het leer nog op dezelfde manier behandeld wordt als eeuwen geleden, namelijk in urine.
Maandag, 4 oktober 1976.
Het is Werelddierendag. Ezels worden beladen, zodanig dat ze bijna door de poten zakken. De last steekt hen tot bloedens toe in de huid en op hun kont zitten open en bloedende wonden, waar hun baas iedere keer met de stok steekt om het beest te vermanen en sneller te laten lopen.
Werelddierendag is (nog) niet aan de orde in Marokko, een land waar de mens nog niet eens meetelt.
’s Nachts had ik miezerige dromen en last van diarree. Nachtmerries en een droom waarin een mooie naakte boy voorkwam.
We gaan naar Hertz en proberen een auto te krijgen: “Kom om 10.00 uur terug en tegen 12.00 uur heb je er een.”
We zeggen dat we vandaag het hotel verlaten. Na 10.30 uur horen we dat we om 18.30 uur moeten terugkomen om de auto te halen. We zullen nog een nacht in het hotel moeten blijven. Het enige hotel in onze vakantie waar we langer dan twee nachten blijven.
We lopen half om de wondermooie stad Fez heen en fotograferen. We hangen de toerist uit. Ik met het fototoestel.
We kijken op een rommelmarkt, waar je alles en dan ook letterlijk alles ziet liggen en dingen die in Nederland worden weggegooid. Halve messen, kapotte sloten, gebroken sleutels, datumstempels met inktpot, plastic ringetjes, kapotte radiocondensatoren, schroefjes, moertjes, kapotte van dit en kapotte van dat. Botte messen, afgesleten steeksleutels. Onwaarschijnlijk, maar er ligt alles, alles, alles en van alles dat je niet verwacht.
We lopen van Baab Ftouh [stadspoort] tot aan de andere kant van de Medina en omdat ik gisteren geen fototoestel bij me had en nu wel, fotografeer ik veel, ook de leerlooierijen waar lummels, alleen omdat ze achter ons aanliepen, zich nu gids noemen en geld willen hebben. Ik geef twee Dirham aan hen en ze moeten zelf maar ruzie maken hoe ze die verdelen. Eén krijgt niets en loopt ons achterna voor één Dirham, maar laat ons na verloop van tijd met rust.
We lopen, lopen, lopen de Medina wel vier of vijf keer op en neer, tot aan de Karaouiyine moskee* Er is zelfs een volwassen oudere man, circa 45 jaar, die zich als gids aanbiedt in het Duits en na lange tijd krijgen we hem duidelijk gemaakt dat we alleen op pad willen en hij biedt zijn excuses aan.
Ik koop voor Opa een asbak, 4 Dh en voor mezelf een mutsje van kant en een van gewone stof.
Naar de autoverhuurder: die is gesloten.
We eten brood in het hotel.
In de stad doen we inkopen voor Cees. Tussen 21.30 en 22.00 uur gaan de winkeltjes dicht. Dat zijn we niet gewend. In Rabat en Tanger bleven die langer open, maar ja, toen was er een Ramadan-dag voorbij en kwam er leven in de ‘brouwerij’.
Tegen 23.00 uur op bed.
Weer: weer zomers warm.
Klik hier voor het overzicht van de transcriptie in Arabische woorden.
Index
Menu – Begin – Hoofdindex – Overzicht 1972-1990 – Marokko 1976 (overzicht).