
De timmerman en metselaar hebben alles erg netjes afgewerkt.
Twintig jaar geleden: dagboekfragment 8 juni 1996 (zaterdag).
Tariem.
Ik ga pas rond 10.00 naar de bibliotheek. De timmerman heeft de deur dan al staan en een metselaar is bezig met het afwerken van het meesterwerk. Morgen zal ik de details fotograferen.
Na de middag kommunikeer (zie gisteren) ik met de Belgen in het zwembad.
Voor de rest ben ik vooral bezig met slaap inhalen, want ik sliep de afgelopen dagen weinig.
Ook met de computeradministratie in de weer. Ik pas de foute formules aan.
Bed 23.00 uur.
Dit is het einde van de tekst in mijn dagboek.
Vanaf 24 april jl. maakte ik dagelijks een verslag van de zakelijke kant van het project. In dat verslag staat op sommige dagen interessante informatie, die niet in mijn dagboek voorkomt. Hier volgt een deel uit die tekst.
Fragment uit het verslag van 8 juni.
De timmerman is om 10.00 uur, als ik bij de bibliotheek kom, al zover dat de deur in het kozijn zit. Ik maak enkele dia’s van zijn werk. Morgen zal ik de deur in zijn geheel fotograferen.
[…]
Vorige week stelde Abd al-Gaadir voor om een afdakje te maken boven de deur om die tegen direct zonlicht te beschermen. Dit idee werd door Abd al-Rahmaan A. op kunstzinnige wijze uitgewerkt. Volgend jaar moet dat er komen.
[…]
Hoesein al-K. (60 jaar) vertelt dat hij afstamt van Sayyid Aboe Bakr al-K. Al eerder vertelde hij dat hij zijn jeugd doorbracht in het koepelpaleis, dat paleis dat tegenwoordig het Gasr al-goebba-hotel is. Al zijn ooms en andere familieleden, ook zijn vrouw, behoren tot die familie. Zijn vrouw is een nicht van vaderszijde. (Bint al-amm.)
[…]
Hoesein al-K. zegt dat Aboe Alawi een stamlid is die in de wijk Dammoen woont. Die stam eet voornamelijk dadels. Die hebben geen beschaving, zoals hij, Hoesein, die in de stad, vlakbij de Mihdaar-moskee woont. Die stam bezit ook wapens en gebruikte die in de begindagen van de revolutie. Zij hebben toen, gezien in het huidige licht van de geschiedenis geen glorieuze rol gespeeld. Gezien in het rood licht van de geschiedenis (socialisme) natuurlijk wel. Ik begrijp het verhaal van Hoesein niet helemaal, maar ik geloof dat die stam meehielp met het verdrijven van de landeigenaren.
(Abd al-Rahmaan spreekt dit later tegen. Aboe Alawi is ook een sayyid. Zijn vader was gadi in Say’oen.)
Volgens Hoesein spreekt de stam van Aboe Alawi een dialect dat sterk afwijkt van het dialect dat in Tariem wordt gesproken. Ik vraag aan Hoesein (voor de grap) of hij Aboe Alawi wel kan verstaan. Dat is het geval.
[…]
Ik constateer dat de printer intern begint te jammeren. (Piepen.) Hij staat wel onder een stofkap, maar dat helpt niet. Het stof gaat overal doorheen. Ik vrees het ergste voor al die elektronische apparatuur. Hitte en stof verrichten hun vernietigende werk al, nog voordat ik weg ben.
Ook mijn Toshiba draagbare computer vertoond stofkuren. Veel toetsen weigeren naar beneden te gaan als ik erop druk. Extra kracht is dan nodig. Waarschijnlijk zit het hele toetsenbord vol met stof.
Dit is het einde van het verslag van 8 juni.
Index: bint al-amm, bint al-chaal, gadi, Mihdaar-moskee, sayyid, stof, Zuid-Jemen: socialisme.
Index van personen: Abd al-Gaadir, Abd al-Rahmaan A., Aboe Alawi, Hoesein al-K..
Index van plaatsnamen: Dammoen, Gasr al-goebba-hotel, Say’oen, Tariem.
Dit is het einde van dag 84 (van 93 dagen totaal) van mijn verblijf in Jemen in 1996. Naar dag 1. (Naar alle gepubliceerde dagen.)
In alle gevallen wordt de ‘u‘ als een Nederlandse ‘oe’ uitgesproken.
De ‘g‘ zoals die in deze tekst voorkomt is in het Modern Standaard Arabisch de ‘q‘ (qaaf: ﻕ) en wordt in het Arabisch van Jemen en in het bijzonder het Arabisch van de Hadramaut als de Engelse ‘g’, zoals in ‘good, goal, garlic’, uitgesproken.
De ‘ch’ klinkt zoals in het Nederlands de ‘ch’ in ‘chaos’ wordt uitgesproken.