19 december 1997

9456-1997-12-19 (Tarim 97-XI_004 kopie)

Boven het recht­hoe­kig ge­bouw, op straat­ni­veau, is op de heu­vel het Ḥuṣn al-Ḵātim te zien. Die naam be­te­kent ‘Af­slui­tend fort’. Het is het fort dat aan het ein­de van de stads­wal ligt. Die stads­wal (sūr), van mud brick, werd, vol­gens de ge­schie­de­nis­boe­ken, ge­bouwd in 1204 AD, maar werd daar­na ge­re­geld neer­ge­haald en weer op­nieuw op­ge­trok­ken. Er wa­ren in die re­gio veel con­flic­ten, dus een stads­wal was geen over­bo­di­ge lu­xe. Pas na de com­mu­nis­tische re­vo­lu­tie (mid­den ja­ren ’60) kon men zich ver­oor­lo­ven het on­der­houd aan de muur te ver­waar­lo­zen of die zelfs, ge­deel­te­lijk, af te bre­ken. Bron: The val­ley of mud brick ar­chi­tec­tu­re: Shibām, Tarīm & Wādī Ḥaḍramūt, Sal­ma Sa­mar Dam­luji. (Blz. 266-68.) WorldCat.

Het Tarīm-project 1997

1997 – 2017: twin­tig jaar ge­le­den

Tarīm: Hadramaut, Jemen

Dagboek 1997

(Dag 9456) Ik ben in de Ḥaḍramaut (Zuid-Je­men) in de plaats Tarīm. Ik lo­geer daar in het Gaṣr al-Goeb­ba-ho­tel (Koe­pel­pa­leis-ho­tel) en werk in de Mak­ta­bat al-Aḥgāf li-l-maḵ­ṭū­ṭāt: al-Aḥgāf-bi­blio­theek voor hand­schrif­ten (ma­nus­crip­ten). – Mijn brief naar Ne­der­land be­vat meer (ach­ter­grond)­in­for­ma­tie dan mijn dag­boek­ver­slag. – De munt­een­heid in Je­men is de Rial (YER). (1 rial = f. 0,015 (an­der­hal­ve cent), dus 100 rial = f. 1,50.)

MenuFo­toIndex en het eindeTrans­criptie.

 
 

Vrijdag, 19 december 1997.
Tariem: 31/17.
Op 7.45 uur.
Ontbijt.
Taw­fīq en ik ma­ken een wan­de­ling door Tarīm van cir­ca 9.00 tot cir­ca 16.00 uur. De be­lo­ning krij­gen we al om cir­ca 10.00 uur als RI. blijkt zich te wil­len la­ten fo­to­gra­fe­ren door mij. Twee keer zelfs. Taw­fīq wil dat met de te­le­lens doen, als een ou­de ke­rel roet in het eten gooit. Uit­ein­de­lijk, als die weer weg is, po­seert ze voor Taw­fīq, wel met hoofd­doek, maar met ont­bloot ge­zicht. Ze is erg mooi. Al­les is span­nend, want een vrouw die zich wil la­ten fo­to­gra­fe­ren is zeld­zaam. (Of niet, als er maar geen man in de buurt is?) Eerst wil ze haar naam niet noe­men, daar­na dus wel: RI. Taw­fīq en ik zoe­ken daar­na de weg uit om pre­cies bij haar huis te ko­men, om haar la­ter de fo­to’s via een vrouw te kun­nen over­han­di­gen. Ze woont in [de wijk] Aydīd.
Taw­fīq blijkt zijn foto’s niet zo­maar te wil­len ver­strek­ken. Hij laat copy­right gel­den. Hij wil ech­ter wel over da­ta­ba­ses weten. Dat is mijn ken­nis. Daar moet dus han­del in zit­ten.
Later krijg ik nog een soort be­lo­ning als we weer in het res­tau­rant eten waar die mooie zwar­te jon­gen af­wast. Hij loopt nu dui­de­lijk een paar keer voor mij langs en we kij­ken el­kaar ver­schil­len­de ke­ren in de ogen. Ook draait hij zich een paar keer naar me om. Ik weet ech­ter niet hoe ik de si­tu­a­tie moet aan­pak­ken om mijn hand eens over zijn blo­te be­nen en bil­len te kun­nen la­ten glij­den. Wat is de weg naar de bin­nen­kant van zijn sa­rong?
Een andere sexy jon­gen zie ik bij het thee­huis. Hij draagt zijn sa­rong laag, tot net bo­ven zijn schaam­haar, met bloot bo­ven­lijf. Hij is mooi, maar heeft een vreemd kuch­je.
Taw­fīq en ik lo­pen een groot deel ‘bo­ven’ Tarīm, over de berg­wand. Een deel door de wijk Noe­way­da­ra en we ko­men op zoek naar de ou­de stads­wal zelfs bij Ḥuṣn al-Ḵātim en tot aan de rand van Dam­moen, waar ver­ve­len­de kin­de­ren ons met ste­nen bom­bar­de­ren. Door de May­yāf-straat (ﺍﻟﻣﺠﺎﻑ), waar de ka­me­len­ra­ce ver­le­den week was, (zaterdag jl.) komen we via de Miḥdār-minaret*(1) / -moskee weer in het res­tau­rant van de mooie af­was­sen­de zwar­te jon­gen. Daar­na via de ‘oa­se’ palm­bo­men­plan­ta­ge ge­ra­ken we na ver­loop van tijd in het ho­tel.
Zwemmen.
Douchen.
Dagboek bij­wer­ken en drie kwar­tier sla­pen.
Mijn gelaat is ver­brand in de fel­le zon.
Als ik volgend jaar eens een vriend­in zou kun­nen mee­ne­men dan heb ik mis­schien die zwoe­le blik van die zwar­te jon­gen niet no­dig.
[Temperaturen, mi­ni­maal, ma­xi­maal:] 15,6°C. / 39,8°C.
[Luchtvochtig­heid, mi­ni­maal, ma­xi­maal:] 43%. / 21%.
19.00 uur avond­eten in ont­bijt­stijl.
Dorp in.
Hotel: onder andere ver­tel­len met een Belg.
Nu 23.00 uur.

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.


Brief

Ik schreef, op mijn lap­top­com­pu­ter, een tien blad­zij­den (A4) lan­ge brief voor mijn re­la­ties in Ne­der­land. Die be­vat in­te­res­san­te ach­ter­grond­in­for­ma­tie, die ei­gen­lijk te veel was om ook nog eens ex­tra in mijn dag­boek neer te pen­nen. Ik ci­teer hier uit die brief.

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.

Boekbinden

In de Aḥgāf-bi­blio­theek zou ik de wes­ter­se wij­ze van boek­bin­den in­stru­e­ren en ver­zocht die­ge­nen die het wil­den le­ren van blan­ke A4-tjes een tien­tal ka­ter­nen met twin­tig blad­zij­den te vou­wen zo­dat ik het naai­en daar­van zou kun­nen de­mon­stre­ren. Na twee da­gen was er een sta­pel­tje van tien ka­ter­nen klaar en ik deed voor hoe vol­gens de wes­ter­se me­tho­de ka­ter­nen aan el­kaar ge­naaid moe­ten wor­den. De meest ge­ïn­te­res­seer­de maak­te de rest af. Niet he­le­maal goed, maar voor een be­gin­ner ook niet slecht. Om het be­ter in de vin­gers te krij­gen ver­zocht ik hem nog een aan­tal sta­pel­tjes ka­ter­nen te vou­wen, waar­op hij zou kun­nen oe­fe­nen. Hij keek mij aan als­of ik stond te vloe­ken.
Na ver­der aan­drin­gen was een week la­ter het vol­gen­de sta­pel­tje klaar, maar veel ani­mo om die ka­ter­nen tot een boek­blok­je te naai­en was er niet. Men vond dat maar on­zin. Ik was toch ge­ko­men om hen te le­ren hoe je ma­nus­crip­ten moest bin­den, niet­waar? “Nou, dan be­gin­nen we toch te oe­fe­nen met ma­nus­crip­ten en niet met blank pa­pier!” (Hgaaah! Ben ik wel ge­schikt voor de Ara­bische we­reld?)

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.

Vrouwelijk schoon

Taw­fīq en ik wil­den Tarīm ver­ken­nen aan de hand van de plat­te­grond die Her­mann von Wiss­mann in de jaren der­tig als bij­lage maak­te voor het boek Ha­dra­maut, so­me of its mys­te­ries un­vei­led van Da­niël van der Meu­len*(2). Hoe­wel meer dan zes­tig jaar oud is die kaart nog steeds aar­dig bij de tijd, zo ont­dek­ten we tij­dens on­ze wan­de­ling door Tarīm.
Op zoek naar de ou­de stads­muur die op de plat­te­grond voor­komt, maar die nu gro­ten­deels tus­sen de be­bou­wing ver­dwe­nen is, kwa­men we bij een berg­hel­ling uit. De voet van de hel­ling was be­bouwd met (le­men: mud brick) hui­zen. Een slecht on­der­hou­den trap, die ei­gen­lijk be­stond uit los­se brok­ken be­ton, leid­de naar de ho­ger ge­le­gen hui­zen. Wij klom­men naar bo­ven, ter­wijl we er ons de­ge­lijk van be­wust wa­ren dat we bin­nen­dron­gen in de pri­vé-sfeer van de men­sen die er woon­den.
Uit het laatste huis kwam plot­se­ling een on­ge­slui­erd meis­je naar bui­ten. Zij keek naar ons en trok haar hoofd weer te­rug. We dach­ten dat we te ver gin­gen, maar toen keek ze weer om de hoek van haar huis en bleef kij­ken. Voor­zich­tig klom­men we nog wat ho­ger. Ze bleef zit­ten. We na­der­den haar en Taw­fīq vroeg of we nog ver­der moch­ten, de heu­vel op. Zij had geen be­zwaar.
We gingen haar voor­bij en be­klom­men de ka­le, uit los­/­vast grind be­staan­de hel­ling van de berg­voet. Van­daar had­den we een prach­tig uit­zicht over Ta­rīm en de Wādī Ḥa­ḍra­maut*(3) die he­le­maal vol staat met groe­ne da­del­pal­men.
Ongeveer vijfentwin­tig me­ter la­ger stond het meis­je nog steeds voor de ijze­ren deur van haar huis naar ons te kij­ken. Met een ge­baar vroeg ik haar of ik een fo­to van haar mocht ma­ken. Zij be­woog niet, dus waag­de ik het er­op. Even la­ter maak­te ik een twee­de foto. Zij bleef ge­woon staan. Daar­op be­sloot Taw­fīq ook een fo­to van haar te ma­ken.
Terwijl hij de ge­wo­ne lens voor een te­le­lens ver­wis­sel­de kwam er een grijs be­baar­de ou­de man met krom­me be­nen en een stok de hel­ling naar het huis op­ge­strom­peld. Hij hield ons drie­ën scherp in de ga­ten. On­mid­del­lijk na­dat ze hem had ge­zien vloog het meis­je als een flits naar bin­nen. We wa­ren he­vig te­leur­ge­steld en kwaad op die ou­de man. (De po­si­tie van oud wijf is in de­ze re­gio ken­ne­lijk va­cant, daar­om zijn er ou­de man­nen die de­ze func­tie ver­vul­len).
Even later stond die schoon­heid op het plat dak van haar huis. Om­dat de ou­de nog steeds na­der­bij kwam, de­den Taw­fīq en ik of we nog ho­ger de berg op­klom­men, wat maar moei­zaam ging. Het meis­je sprak met de ou­de man, die daar­na ver­dween. Het meis­je stond nu op het dak (qua­si?) ver­le­gen, ver­lei­de­lijk naar ons te glim­la­chen en ver­borg haar ge­zicht af en toe in haar zwar­te slui­er.
Toen wij de hel­ling weer af gin­gen kwam ze op­nieuw naar bui­ten en ging voor de deur van haar huis staan. Het was dui­de­lijk dat ze ge­fo­to­gra­feerd wil­de wor­den. Taw­fīq ging vlak voor haar staan en maak­te clo­se-up op­na­mes. Ik let­te op de om­ge­ving, maar maak­te ook nog een fo­to van haar. Het meis­je po­seer­de voor Taw­fīq, waar­bij ze een ge­raf­fi­neerd spel speel­de met haar zwar­te hoofd­doek om haar schoon­heid vol­le­dig tot ui­ting te la­ten ko­men. Ze was mis­schien net 15 jaar. Dat is vol­gens de nor­men hier al een huw­ba­re vrouw.
Ze had geen naam, zei ze eerst, maar even la­ter zei ze haar naam toch. Ook haar ach­ter­naam, dat wil hier zeg­gen: de voor­naam van haar va­der, gaf ze prijs.
Een onverge­te­lij­ke er­va­ring. Wij fo­to­gra­feer­den in het streng gods­diens­ti­ge Ta­rīm dat wat voor man­nen ver­bo­den is te fo­to­gra­fe­ren of te zien.
Later maak­ten een plat­te­grond van de om­ge­ving om de po­si­tie van haar huis in de wir­war van straat­jes, ste­gen en ge­bou­wen vast te leg­gen. Dan kun­nen we een vol­gen­de keer de fo­to’s mis­schien (la­ten) be­zor­gen.
De muur die op de kaart van Von Wiss­mann voor­komt kon­den we die och­tend niet vin­den, maar aan het eind van on­ze ze­ven uur du­ren­de ver­ken­nings­tocht door Ta­rīm (zo groot is het stad­je) za­gen we toch nog een flink stuk er­van.

MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.

Noten

*(1)
Miḥdār-mi­na­ret en mos­kee. Google foto’s. De­ze con­struc­tie is ook he­le­maal van in de zon ge­droog­de le­men ti­chels ge­maakt, zo­als vrij­wel al­les wat in de Ḥa­ḍra­maut ge­bouwd wordt. (Op di­ver­se plaat­sen, ook in Wi­ki­pe­dia, staat al-Muḥ­dār in plaats van al-Miḥ­dār, maar de laat­ste naam is de cor­rec­te naam, dus met een ‘i’ na de ‘M’.)

Te­rug.

*(2)
Ha­dra­maut, so­me of its mys­te­ries un­vei­led van Daniël van der Meu­len.
WorldCat: Ha­dra­maut, so­me of its mys­te­ries un­vei­led.
Daniël van der Meulen. Ne­der­lands di­plo­maat en ont­dek­kings­rei­zi­ger (1894-1989).
Wi­ki­pe­dia: Da­niel van der Meu­len.
Hermann von Wissmann. Duits geo­graaf en ont­dek­kings­rei­zi­ger.
Wi­ki­pe­dia: Her­mann von Wiss­mann.

Te­rug.

*(3)
Wādī Ḥa­ḍra­maut. Ḥa­ḍra­maut is de naam van de pro­vin­cie waar wij ver­blij­ven, ook is het de naam van de streek, maar er is ook nog de Wā­dī Ḥa­ḍra­maut: de over het al­ge­meen uit­ge­droog­de ri­vier­bed­ding waar­in tal van plaat­sen lig­gen, zo­als Say’ūn en Ta­rīm.
Wā­dī: ri­vier­(bed­ding).

Te­rug.


MenuFo­toBe­ginIndex en het eindeTrans­criptie.

Meer informatie.

GM.: Google Maps. – Wi.: Wi­ki­pe­dia. – Web.: website. – F.: foto’s in Google Maps.
Dammoen:
GM., Wi. (Arabisch.)
:ﺩﻣﻮﻥ

MenuFo­toBe­ginEindeTrans­criptie.

Index

Index van ter­men:
Index van per­so­nen:
.
Index van lo­ca­ties:

Me­nuFo­toBe­ginHoofd­in­dex.

Trans­crip­tie van de klin­kers in Ara­bische woor­den.

A / a klinkt als ‘a’ in ‘pan’, I / i klinkt als ‘i’ in ‘pin’, U / u klinkt als ‘oe’ in ‘poen’.
Ā / ā klinkt als ‘a’ in ‘ma’, Ī / ī klinkt als ‘i’ in ‘mi’, Ū / ū klinkt als ‘oe’ in ‘moe’.

Klik hier voor het over­zicht van de trans­crip­tie in Ara­bische woor­den.

Me­nuFo­toBe­ginHoofd­in­dex.


Jemen 1997
Jemen 1997 (be­knopt over­zicht).
Je­men 1997: de da­gen in chro­no­lo­gische volg­or­de.
Je­men 1997: al­le foto’s.


Jemen 1996
Jemen 1996 (be­knopt over­zicht).
Je­men 1996: de da­gen in chro­no­lo­gische volg­or­de.
Je­men 1996: al­le foto’s.


De au­teur de­zes kan niet ga­ran­de­ren dat al­le links naar ex­ter­ne web­si­tes (dus die van der­de par­tij­en) al­tijd zul­len blij­ven be­staan. Fo­to’s in Goog­le Maps, bij­voor­beeld, kun­nen ver­dwij­nen wan­neer de ei­ge­naar ze weg­haalt. Ook aan an­de­re links kan een ein­de ko­men, of kun­nen in on­ge­bruik ra­ken.
Wan­neer u een niet wer­ken­de link con­sta­teert kunt u dat mel­den in het re­ac­tie­veld. Bij voor­baat dank.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.