
De dadelpalmen staan er slecht bij. Na de val van het communisme moesten de bewoners zelf zorg dragen voor de bevloeiing. Eerder deed dat de overheid.
Twintig jaar geleden: dagboekfragment 5 april 1996 (vrijdag).
Tarim (Tarim, Say’un, Shibaam, mashrabiyya, mudbrick).
Op 6.15 uur.
Tegen 7.15 uur via Say’un, vanwaar we een fax naar Jan Just Witkam verstuurden, naar Shibaam. Een mooie stad met mooie deuren(1) en mashrabiyya’s. (Mashrabiyya’s: vensters voorzien van fijn (houten) traliewerk, zodat naar binnenkijken bijna niet mogelijk is.)
Terug.(2)
Thuis tegen 13.00 uur.
Even zwemmen.
Weer werken: brieven schrijven.
Nu 14.30 uur.
Ik schrijf drie brieven. Een gezamenlijke voor AS, MS en AB.
Een brief voor EL (hiermee vervalt de brief die ik eerder voor haar schreef) en een brief voor MvdS.(3)
We koken rond 19.00 uur. (Nico had bezoek van Abd al-Rahmaan A.)
Samen vertellen tot 22.00 uur. Daarna de brief naar MvdS schrijven.
Nu 00.30 uur.
Vandaag was het erg warm.
(1) De stad Shibaam is wereldberoemd om haar hoge huizen. Heel veel van die huizen hadden een traditionele toegangsdeur van gesneden hout.
(2) Dit is maar een zeer summier verslag van ons bezoek aan Shibaam. We zijn er nog een keer geweest en daarvan doe ik uitgebreider verslag.
(3) Ik schreef voortdurend brieven naar ‘jan en alleman’ in Nederland, want ik vond dit zo’n bijzonder project, dat ik wilde dat iedereen er kennis van nam en ik wilde vooral ook ‘gehoord’ worden.
Dit is het einde van dag 20 (van 93 dagen totaal) van mijn verblijf in Jemen in 1996. Naar dag 1. (Naar alle gepubliceerde dagen.)
Door op de twee eerste letters van een link te klikken, wordt in een nieuw tabblad de geografische locatie van de plaats in Google Maps weergegeven. Wanneer u op de derde en volgende letters klikt wordt u in een nieuw tabblad verbonden met de Wikipediapagina over deze locatie. Bij begrippen wordt alleen Wikipedia geopend.