
Deze dia is op 10 juni 1996 gemaakt op het terras van mijn hotelkamer.
Twintig jaar geleden: dagboekfragment 10 juni 1996 (maandag).
De laatste volledige dag in Tariem.
Rond 9.30 komt Abd al-Rahmaan A. om me op te halen. Ik zat toen al drie kwartier buiten naar de zwemmers te kijken. Er zijn niet veel mooie mannen bij. Veel zijn erg mager.
Ik ga niet mee naar de bibliotheek, want het geld overhandigen kan Abd al-Rahmaan ook. Daar hoef ik niet bij te zijn.
Ik ga anderhalf uur in het zwembad liggen.
Ik fotografeer nog de mensen van het hotel. Sommigen ken ik alleen van gezicht.
Sommigen zien het, geloof ik, als een plicht, terwijl anderen het prachtig vinden, zoals Mansoer van de cafetaria en Hoesein al-A. van de receptie, die na de middag zelfs zijn dochtertje Djihaad (7 jaar) en zoontje Moedjahid (4 jaar) brengt om te fotograferen.
Een van de twee stevige, sterke mannen wil niet op de foto. De ander is er niet. Moehammad al-S., mijn samier, ging verleden week al terug naar zijn dorp, ten oosten van Shihr.
Na de middag ga nog anderhalf uur in het zwembad liggen.
Als na het avondeten een zandstorm opsteekt controleer ik of de airco het doet. Dat is het geval, dus trek ik met terug op mijn kamer, in een koele en nu zelfs koude ruimte.
Ik ruim mijn bagage in. De kamer wordt er een puinhoop door. Morgenochtend kan ik de boel definitief opruimen.
Nu 21.30 uur.
Weer: een zandstorm, maar niet gevolgd door regen.
Dit is het einde van de tekst in mijn dagboek.
Vanaf 24 april jl. maakte ik dagelijks een verslag van de zakelijke kant van het project. In dat verslag staat op sommige dagen interessante informatie, die niet in mijn dagboek voorkomt. Hier volgt een deel uit die tekst.
Fragment uit het verslag van 10 juni.
Elektriciteit van het openbare net was er vannacht alleen tussen 00.00 en 04.30 uur. Gisterennacht alleen tussen 03.00 en 05.30 uur, ongeveer. Vanaf zonsondergang tot het inschakelen van de net-elektriciteit is er in het hotel elektriciteit van de hotelgenerator, maar die heeft een erg laag vermogen, net genoeg voor een paar lampjes.
[…]
Vandaag blijf ik in het hotel om mijn vertrek voor te bereiden. Ik maak van de rest van de medewerkers van het hotel foto’s en ga zwemmen.
[…]
Abd al-Rahmaan A. vertelde mij eens dat Sjeik Zaki al-Yamani(1) ook tot zijn kennissenkring behoort en dat hij enkele notabelen kent die ook zeer goed bevriend zijn met de sjeik. Deze zou in al-Moekalla de particuliere universiteit sponsoren, waar op dit moment nog Hoesein al-H. werkt. (De toekomstige nieuwe medewerker in de bibliotheek.)
Dit is het einde van het verslag van 10 juni.
(1) Sjeik Zaki al-Yamani is ook de oprichter van de al-Foerqaan-stichting in Londen, waar ik, en op diens kosten, een zesweekse cursus volgde om het catalogiseren van Arabische handschriften te leren. Sjeik al-Yamani was de olieminister van Saoedi-Arabië in de jaren zestig en zeventig.
Hij werd mede bekend omdat hij in 1975 in Wenen gegijzeld werd door de beruchte terrorist Carlos.
Index: djihaad, al-Foerqaan-stichting, moedjaahid, samier.
Index van personen: Abd al-Rahmaan A., Carlos, Djihaad, Hoesein al-A: hotel, Hoesein al-H.: bibliotheek, Mansoer: hotel, Moedjaahid, Yamani, Zaki al-.
Index van plaatsnamen: al-Moekalla, Shihr, Tariem.
Dit is het einde van dag 86 (van 93 dagen totaal) van mijn verblijf in Jemen in 1996. Naar dag 1. (Naar alle gepubliceerde dagen.)
In alle gevallen wordt de ‘u‘ als een Nederlandse ‘oe’ uitgesproken.
De ‘g‘ zoals die in deze tekst voorkomt is in het Modern Standaard Arabisch de ‘q‘ (qaaf: ﻕ) en wordt in het Arabisch van Jemen en in het bijzonder het Arabisch van de Hadramaut als de Engelse ‘g’, zoals in ‘good, goal, garlic’, uitgesproken.
De ‘ch’ klinkt zoals in het Nederlands de ‘ch’ in ‘chaos’ wordt uitgesproken.