Karakoram Highway
1993 – 2018: vijfentwintig jaar geleden
Pakistan – Kashmir – China
Dagboek 1993
(Dag 7850) Samen met Kenau*, Bullebak* (Bull) en Adelheid* kwam ik afgelopen vrijdag in Kashgar aan, in de regio Xinjiang / Sinkiang in China. We logeren in het Qinibagh-hotel. Vandaag scheiden zich onze wegen. Zij reizen verder door China, ik ga over de Karakoram Highway (KKH) terug naar Pakistan.
1.) Ik reis zonder camera, daarom plaats ik bij alle interessante plaatsen een link naar de foto’s in Google Maps.
2.) De munteenheid in China is de Yuan / Renminbi (Rmb), maar toeristen moeten Foreign Exchange Certificates (FEC) kopen. De wisselkoers is f. 1,00 = 3 FEC. 1 FEC = f. 0,33. FEC 100 = 145 Yuan, dus f. 1,00 = 4,35 Yuan / Rmb en 100 Yuan / Rmb = f. 23,00.
3.) Voor bezoekers die via the-face.com op deze website komen: als de interne links niet werken (mobiele telefoon) klikt u voor het originele adres van dit bericht op: irada.com.
4.) * De namen Kenau, Bullebak (Bull) en Adelheid zijn om privacyredenen gefingeerd. Dit reisverslag komt uit mijn dagboek 1993 en is mijn interpretatie van de werkelijkheid.
Qinibagh-hotel – Eijsden
A journey of a lifetime
Sneeuwtoppen – Migrant
Gods wil.
Dinsdag, 27 juli 1993.
Dag 17. Kashgar – Tashkurghan.
(Later blijkt dat ik nu op de helft van mijn vakantie was, maar dat wist ik niet eerder dan later.)
Om 6.00 uur staan Adelheid, Kenau en Bull op. Om 7.15 uur nemen we afscheid. Zij gaan een 18-urige trip maken naar Kodja / Kuqa. Ik blijf nog één of twee dagen hier.
Kenau bemoedert weer: “Wees voorzichtig. Geen honderd procent vertrouwen in de mensen hebben.”
Nauwelijks twee maanden geleden kon ik me een vakantie (zelfs één dag) zonder haar niet voorstellen, nu doet het me niets, totaal niets, dat ze weggaat. Wel vind ik het erg alleen te moeten reizen, maar het hanige, machogedrag van Bull, die zich voor Kenau als een pantoffelheld gedraagt, werd me te veel.
(Ik had het misschien nog wel kunnen volhouden tot het eind van de vakantie, maar het zou toch steeds meer zijn gaan irriteren.)
Menu – Begin – Index en het einde.
Vertrek
Ik heb nog 57 Yuan over en 238,34 FEC. (Een van deze dagen wisselde ik nog een 50 FEC voor 74 Yuan.)
Ik reken alle kosten voor twee dagen nog eens door en besluit nog maar één dag te blijven. Niet lang daarna ga ik vragen of ik vandaag nog kan vertrekken. Dat kan en ik betaal 198 FEC voor een kaartje naar Sust. (Pakistan)
Menu – Begin – Index en het einde.
Proviand
Ik ga de stad in. Ik koop zes hard gekookte eieren, vijf broodjes, een halve kilo tomaten en een fles Seven-up. Ik bezoek even de Id Qah-moskee en ga naar het hotel terug.
De mierzoete Seven-up gooi ik weg en de hals snij ik van de fles af. De romp gebruik ik om de tomaten in op te slaan.
Ik maak me reisklaar en zorg ervoor die spullen die ik ’s nachts in het hotel van Tashkurghan denk nodig te hebben, buiten de rugzak blijven, want die blijft op het dak van de bus gedurende de nacht.
Menu – Begin – Index en het einde.
Boek
In de stad kocht ik ook nog een boek voor de Universiteitsbibliotheek Leiden (zie ook 25-7-93) voor 15 Yuan. Het boek heeft 590 bladzijden en zou een Uyghur-Urdu [Oeigoer-Oerdoe] woordenboek zijn, maar het behandelt volgens mij ook de grammatica van een van die talen.
Menu – Begin – Index en het einde.
Qinibagh-hotel
Het hotel heet Qiniwake. (De ‘q’ wordt uitgesproken als een dj: Djinibaagh.
Menu – Begin – Index en het einde.
Eijsden
Ik sta buiten wat met Duitsers en Belgen te praten. De bus zou om 11.00 uur vertrekken, maar dat wordt pas 14.00 uur. In China vertrekt een bus pas als hij vol is.
Alle buitenlanders gedragen zich ontspannen en er is niet, zoals bij Kenau, Adelheid en Bull de nervositeit om de bagage maar op de bus te krijgen.
De Chinezen nemen de paspoorten in en houden die omhoog, als de passagierslijsten klaar zijn, bij de deur van de bus. De eigenaar van die pas mag de bus in. De Belgen waarschuwen me, ze zagen een pas met Eijsden*(1) erop. Ik loop naar die bus, maar ik denk: “Dat zijn te veel passen voor die bus.” En wil teruglopen naar de andere bus, maar men overtuigt mij ervan toch bij die bus te blijven en plots is daar weer mijn pas. Met rugzak en al mag ik de bus in. De rugzak in het gangpad, onder een gangpadstoel, die gedurende de hele tweedaagse rit naar Sust leeg zal blijven.
Menu – Begin – Index en het einde.
A journey of a lifetime
Ik zit naast een Engelse, die nogal zwijgzaam is. Ik doe een poging met haar te praten. Later wil ik haar wat te eten geven, maar het wordt niets.
Schuin achter mij zit een Engelsman druk met een Pakistani te praten.
De bus gaat rond 13.00 uur rijden. Op straat trekt de hoge dak-lading een telefoonleiding uit de masten en we blijven nog een uur staan. Om 14.00 uur rijden we eindelijk, maar kort. (Van 14.40 tot 15.30 uur wordt gestopt om te eten.) Daarna wordt tot 22.30 uur aan één stuk door gereden. Met uitzondering van twee paspoortcontroles en rommel op de weg, komen we niet meer uit de bus.
Net als ik in Wuthering Heights van Emily Brontë*(2) wil beginnen te lezen, hoor ik de Engelsman tegen zijn Pakistaanse buurman zeggen: “A journey of a lifetime.” Ik vind dat hij gelijk heeft en ik stop het boek weg. Tot Sust zal ik er niet meer in lezen. Ik kijk alleen nog maar om mij heen en zal geen enkele keer door slaap overmand worden.
Menu – Begin – Index en het einde.
Sneeuwtoppen
Rond Kashgar is het vlak en rijden we door enkele oasen-dorpjes. Langzaam maar zeker beginnen de bergen en die worden steeds hoger. Prachtige sneeuwtoppen worden zichtbaar. Op een berg staat op de top zelfs een berggeit.
De terugweg [naar Pakistan] is nog mooier dan de heenweg, de terugweg maakt nu veel meer indruk op mij dan de heenweg. Het is indrukwekkend mooi, maar je moet er zelf reizen om het te zien. In de buurt van Kara Kul zijn een hele reeks witte toppen.
Menu – Begin – Index en het einde.
Migrant
In de bus spreek ik met een jongen van circa twintig jaar uit Nowshera, die op weg was naar Hongkong om er te werken, maar wegens geldgebrek niet verder kwam dan Kashgar. Hij heet MA. en wil ook wel in Nederland werken. Zijn Engels is erg slecht.
Menu – Begin – Index en het einde.
Gods wil
Ik slaap weer in het Traffic-hotel in Tashkurghan. Ik laat nu mijn kamerdeur open, want de Chinese sleuteldame is bijzonder onwillig om mijn deur open te maken. In mijn kamer liggen mijn spullen en ik zit in een andere kamer. (Alleen geld en papieren heb ik bij me.) Ik ben niet bang dat ik iets kwijt raak.
Ik zit in een andere kamer te vertellen met Pakistani en de Engelsman, die David heet. Ik dacht, misschien kent hij [mijn broer] J., want J. reisde ook met een Engelse David en die zat enkele weken geleden ook in Pakistan. Maar deze David heeft een reguliere onderwijsbaan in de Verenigde Staten van Amerika.
Voordat ik in bed ga vertel ik nog even met een Afghaan en die zegt, dat als ik snurk, dat het Gods wil is. Hij zal er niet over klagen.
Waarschijnlijk ook Gods wil is het dat een Punjabi en een Pasjtoe op één kamer slapen en dat daar ruzie over ontstaat.
Ik slaap rond 01.00 uur Peking-tijd. [Beijing-tijd.*(3)]
Menu – Begin – Index en het einde.
Noten
Wikipedia: Emily Brontë.
Menu – Begin – Index en het einde.
Meer informatie.
Index
Menu – Begin.
Pakistan-China: Chronologische weergave.
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken.
Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.