1992 – 2017: vijfentwintig jaar geleden
Orient Express
Mijn eerste reis naar het Midden-Oosten
Dagboek 1992
(Dag 7506) Ik overnachtte in het Anadolu-hotel in een slaapzaal (dormitory). – Ik boek voor morgen een vlucht van Istanbul naar Amsterdam. – Ik spreek met enkele jonge Turken over de (politieke) situatie in Turkije. – Een Ier legt me uit wat er in Amsterdam allemaal kan. – Komende nacht slaap ik overdekt, op het dakterras. – De munteenheid in Turkije is de Turkse Lira: (TL.). De koers is TL. 1.000 = f. 0,25, een kwartje dus.
Eerste gesprek – Tweede gesprek – Hotel.
Maandag, 17 augustus 1992.
Istanbul.
Op 7.00 uur.
De hotelstaf is zoals gewoonlijk, onvriendelijk en commanderend.
Na douche, ontbijt: toast met kaas en thee voor TL. 8.000.
Naar reisbureau Highlander. Ik boek voor f. 510,00 een vlucht naar Amsterdam. (Salzburg of Wenen is natuurlijk goedkoper.) (Vanuit Wenen moet ik dan nog een kaartje naar Salzburg nemen. [Vanuit Salzburg heb ik nog een geldig reisbiljet naar Nederland.])
Ik betaal TL. 1.135.000 plus US$ 150 plus TL. 30.000 voor vervoer naar de luchthaven. (f. 259 plus circa f. 240: f. 499,00 voor de vlucht.)
Ik vlieg met Sultan Air. Hoofdkantoor: Maastricht Airport.
In hotel Anadolu blijf ik nog een nacht, want de andere hotels zijn vol. Voor een bed op het dak, maar wel onderdak (binnen dus, in de gang naar het dak) TL. 25.000.
Menu – Begin – Index en het einde.
Eerste gesprek
Van 10.30 tot 14.15 uur: Sultan Ahmet. Twee Turkse jongens, een knappe student van Istanbul Universiteit (economie) en de ander, een student economie middelbare school, beginnen een praatje met me.
We vertellen wat en ik zeg dat ik erg van de Arabische en ook Turkse klassieke muziek hou, maar dat ik niet zo van de muziek van Bülent Ersoy*(1) hou.
Hij vertelt me dat die na zijn sekseverandering tot voor enkele jaren niet meer mocht optreden.
“Waarom niet?”
De regering waakt over de moraal. Als kinderen dat zien stellen ze vragen en wat moeten ouders dan zeggen?
“En wat dan met die naakte vrouwen in de kranten?”
“De kinderen kunnen dat niet lezen.”
“Maar zien wel.”
“Ze begrijpen het niet.”
“En wat met die pornofilms die in Antakya in de bioscoop draaien?”
“Wel, dat is verboden, maar de regering kan daar niet tegen optreden. Dat is zo ver weg van Ankara, dat ligt buiten de macht van de regering.”
(Zo lust ik er nog wel een, in deze politiestaat.)
Dan wil hij weten wat ik denk dat de problemen van Turkije zijn. Daar wil ik niet op ingaan. Ik probeer een Syrische uitvlucht: “Is over politiek praten niet erg gevaarlijk?”, maar dat zet geen zoden aan de dijk. Volgens hem is het niet gevaarlijk om over politiek te praten.
Ik probeer nog wat: “Ik spreek en lees geen Turks. Ik kan je alleen vertellen wat anderen mij vertelden.”
Hij zegt: “Ik sprak een ouder echtpaar, die in India waren geweest. Een Indiër had de vrouw gevraagd wat zij dacht dat de problemen van India waren. Nu vraag ik jou: wat zijn volgens jou de problemen van Turkije?”
Ja, nu moest ik eraan geloven.
“Volgens mij hebben jullie een grote inflatie door een te groot leger.” (Volgens hem slechts ‘zeshonderdduizend’ man (in oorlogstijd het dubbele)).
Een te korte tijd voor onderwijs. (Volgens hem wordt dat volgend jaar van vijf naar acht jaar gebracht.) (Hoe willen ze dat realiseren?)
Ik vertel over wat ik gehoord heb over de kranten.
Hij vindt dat ik me helemaal baseer op informatie van anderen. Daar moet ik hem gelijk in geven.
Hij vraagt of ik Turkije een democratie vind.
Ik heb mijn twijfels (gebaseerd op de mening van anderen).
Hij is kwaad en vraagt of ik de democratie van de USA een democratie vind. Ook over de Amerikaanse democratie heb ik mijn twijfels.
Nu, Turkije heeft een democratie volgens het Amerikaanse systeem.
Ze gaan weg. Dit was voor mij een hoogst onbevredigend gesprek. Wat weet ik van Turkije?
Menu – Begin – Index en het einde.
Tweede gesprek
Ik geniet van mannen en vrouwen.
Na een uurtje komt een jongeman van wie ik het gevoel heb dat hij met opzet komt. Hij gaat op de bank naast me zitten. Eet een banaan, staat plotseling op en roept iemand en begroet de universitaire student van daar straks. Die doet alsof hij me niet ziet. Na een minuut of vijf spreekt de nieuwkomer die A. blijkt te heten, me aan.
Na een inleidend praatje wordt het gesprek serieuzer. Hij studeert Engels (Ankara Universiteit) en ik vraag hem wat hij ermee wil. Hij wil vertaler worden en zeker geen leraar, want daar is niets mee te verdienen. Omdat hij het al over Allahs goedheid had gehad, wijs ik hem erop dat hij van Allah de gave en de kans heeft gekregen om te studeren, waarom hij dan niet Allah een dienst bewijst en andere leerlingen ook een kans geeft Engels te leren van een goede leraar en niet van een slechte (want slecht betaalde banen trekken over het algemeen slechte leerkrachten) en nu eens niet achter het grote geld aan jaagt.
Hij is het eerst niet met mij eens, later een beetje en nog later zegt hij dat hij mij niet vertelde wat hij met het grote geld zou doen: namelijk een school stichten.
Nu de economiestudent zich ook met het gesprek bemoeit komen we weer op de democratie en nu komen ze zelf tot de conclusie dat de democratie in Turkije niets voorstelt!
De student Engels meent dat islam de beste democratie is: als je iets meer hebt dan een ander, dan moet je dat met een ander delen.
Ik zeg dat hij iets meer kansen heeft om te leren, dus dan moet hij die maar delen met anderen en anderen Engels leren. Hij luistert eerst niet naar me. Hij geeft daarna toe ambitieus te zijn en komt dan met zijn (hiervoor beschreven) school-stichtingsplan op de proppen.
De economiestudent vindt dat democratie niet altijd kan, want waar twee mannen met elkaar kunnen trouwen, daar deugt het niet en daar komt maar Aids van.
Ik wijs hem op Afrika waar Aids door heteroseksuele relaties komt.
“Maar dat is Afrika.”, zegt hij.
A. houdt ook mij op het juiste onderwerp, want anders was ik ook in de Aids-discussie afgegleden.
“Praten we over Aids of over democratie?”, vraag ik, nadat ik zijn afkeurend gemompel op de opmerking van de economiestudent had gehoord.
Volgens hem bestaat geen echte democratie. Ik zeg dat ook in een democratie niet alles 100% in orde is, maar hun gebrek aan ervaring met een echte democratie geeft hen een vertekend beeld over democratie.
A. zegt dat je in Turkije rustig kunt zeggen dat je geen moslim meer bent en niet meer in God gelooft, maar je mag niet zeggen dat je niet meer in Mustafa Kemal Atatürk*(2) gelooft.
A. werkt in de zomermaanden als tapijtverkoper in de bazaar achter de Blauwe Moskee.
Menu – Begin – Index en het einde.
Hotel
In het hotel heb ik een urenlang gesprek met een Ier die in Glasgow studeert (wat ook al weer?) Zijn moeder werkt in Brussel bij de EG. Hij komt veel in Amsterdam voor drugs en we spreken veel over de ‘stuf’, waar ik bijna niets vanaf weet en hij heel veel.
Voor US$ 50(!) gaat hij met de bus naar Wenen, morgenavond en ik licht hem voor over mijn ervaringen. [15-08-92.] Ik geef hem die 17 Lev, die ik voor mijn vakantie van NB. gekregen had. (Bulgaarse Lev: “Wat zijn die waard?” Ik weet het niet.)
Verder vertellen met een Fransman uit Nice, die in Parijs voor Alcatel aan telefooncentrales werkte. We vertellen over telefooncentrales*(3) en islam.
Het uitzicht uit het hotel vanaf het dak op Aya Sofia en Gouden Hoorn is fantastisch.
Volgens de Ier mag ik maar twintig kilo in het vliegtuig meenemen, dus sorteer ik alles wat ik wil houden en eventueel kan weggooien, want iedere kilo overgewicht is f. 50,00 boete. (Volgens hem.)
Zo gooi ik weg: lakenzak, de broek die ik in Aleppo kocht (op 29-7-92), de sandalen die ik in Deir al-Zor kocht op 31-7-92, de gympies die ik in Istanbul kocht op 17-7-92 gooide ik al in Aleppo op 30-7-92 weg, want ik droeg de rode gympies (de Nederlandse) zonder sokken en zonder problemen.)
Ik laat nog wat prullaria achter in de hotelkamer in Istanbul.
Bed 00.00 uur.
Weer: ’s Avonds lekker fris.
Menu – Begin – Index en het einde.
Meer informatie.
In de tekst genoemd.
Index
Menu – Begin – Hoofdindex.
Overzicht 1972-1990.
Chronologisch overzicht Orient Express 1992.