1992 – 2017: vijfentwintig jaar geleden
Orient Express
Mijn eerste reis naar het Midden-Oosten
Dagboek 1992
(Dag 7491) Afgelopen donderdag arriveerde ik in Deir al-Zor, aan de rivier de Eufraat, in het oosten van Syrië. Vrijdag ging ik daar ‘uit’, zaterdag (gisteren) was ik doodziek en moest naar het ziekenhuis. Vandaag ga ik met de bus naar Damascus, de hoofdstad van Syrië. – De munteenheid in Syrië is het Syrische Pond: (£.). De koers is: £. 1.00 = f. 0,05. (Een stuiver.)
(Tijdens mijn reis hield ik een reisdagboek bij. Nadat ik op 18 augustus thuis was gekomen, begon ik met het opschrijven van mijn wederwaardigheden in mijn eigenlijke dagboek. In de tekst hierbeneden staan af en toe terugblikken op deze vakantie, gedaan vanaf mijn bureaustoel thuis.)
Zondag, 2 augustus 1992.
Deir al-Zor – Dimashq (Damascus).
Op 6.00 uur.
Douche.
Circa 7.00 uur, naar de Karnak-bushalte. [Karnak is de Syrische nationale busmaatschappij.] Ik vertel met een man die er oud uitziet, maar nog maar achter in de twintig is en die in Bulgarije studeert / studeerde. (Voor arts.) Hij is met zijn vriend, die een Bulgaarse vrouw en een kind heeft.
De bus vertrekt en zit stampvol. (Dat wil zeggen: alle plaatsen zijn bezet.) Van het woestijnlandschap kan ik niet veel zien, want mijn raam is van melkglas. Mijn buurman geeft mij noten en pitten te eten. Met enkele pitten heb ik moeite: ik krijg de inhoud niet uit de schaal.
Na tweeënhalf uur stopt de bus en op kosten van de ‘dokters’ drink ik thee op een koele schaduwrijke plek (café) buiten.
Het is circa 10.00 uur.
Na deze stop in Tadmoer (Palmyra) zie ik een beetje van de oude stenen in de woestijn.
Nu kom ik in gesprek (hij spreekt me aan) met een jongeman die in Tadmoer is ingestapt en hij ‘beveelt’ me om Engels te praten, anders kan hij me niet verstaan. (Later zegt hij dat hij de ‘dokter’ ook niet kan verstaan.) Hij zegt Libanees te zijn en in de USA informatica gestudeerd te hebben. (Maar niet afgemaakt, want te duur voor zijn vader.)
Hij ging naar Palmyra om vrouwen (toeristen) te neuken. (In het Arabisch tegen de ‘dokter’ zegt hij dat hij er werkt.) Hij spreekt en denkt platvloers en denkt dat ik van hetzelfde soort ben.
Met de ‘dokter’ voer ik in het Arabisch een gesprek over racisme in Nederland en het belang van culturele uitwisseling. (Na mijn vakantie zal blijken dat dit mijn enige gesprek in het Arabisch is geweest van enig niveau. Een conversatie die over wat anders ging dan de steeds weer terugkerende onderwerpen ‘geld’, ‘geloof’ en ‘vrouwen’.)
De Libanees denkt dat het gesprek me verveeld heeft. Hij is niet goed wijs.
Hij wil in Damascus een hotelkamer met mij delen. Ik zeg hem dat ik dat niet wil. Of hij dan een kamer naast mijn kamer mag hebben? Weinig enthousiast zeg ik dat ik hem dat niet kan verbieden.
Bij aankomst in Damascus wil hij uitstappen en vraagt of ik met hem meega. De dokter, echter, zou ook maar enkele dagen in Damascus blijven en dan via Aleppo naar Bulgarije reizen.
Hij had gevraagd: “Misschien zouden we samen kunnen reizen?” Hoewel dat idee eerst ook het mijne was, veranderde ik in de bus van gedachte. Ik wil toch nog wat langer in Syrië blijven, maar zei tegen de ‘dokter’ dat ik nog niet zeker wist of ik wel met hem mee zou reizen. Nu, in de bus, leek het mij echter verstandiger bij de ‘dokter’ te blijven, dan met deze idiote Libanees mee te gaan.
Ik stap met de hele meute in al-Baraamki uit en met een taxi gaan we naar het centrum. De dokter brengt me naar een 24 US-Dollar-hotel, dat ik weiger: “Wel, dan moet je zelf maar zoeken.”, zegt hij en dat wil ik ook.
Hij zal bij een vriend slapen. (De ‘dokters’ betaalden de taxi en wilden van kosten delen niets weten.)
Verschillende mensen wijzen in verschillende richtingen naar het Sahat al-Shoehada’ (Plein der Martelaren) [ook wel Sahat al-Mardjah geheten], maar op (de straat) Shari’ al-Ittihaad* (De straat van de Eenheid) kom ik plots A. (uit Aleppo) en haar zus T. tegen en die nemen me mee naar hun hotel Foendoeq al-Rabie’ (Het Lentehotel) waar ik voor £. 150 een oude kamer huur. Het hotel is heerlijk rustig met een binnenplaats, een oase van rust in het centrum van de stad. De straat is een zijstraat van de Shari’ al-Ittihaad, je moet enkele treden naar beneden, in de buurt van een nieuwbouw. De andere kant van de straat komt uit op Tarieq al-Saroedja (de Saroedja-weg). [Saroedja is een wijk van Damascus.] Een en ander ligt vlak bij Sahat al-Shoehada’.
Als er weer elektriciteit is (per dag wordt de elektriciteit enkele uren afgesloten) en dus licht in de douche, neem ik een douche. Daarna vertel ik met Duitse meisjes A. en C,. (Uit Münster en Keulen.)
Met T. en A. gaan eten in een restaurant. Omdat ik nog een beetje ziek ben eet ik niet veel. Zij betalen, want ik bestelde niets en at van hun porties mee, zoals ze me voorgesteld hadden.
In het hotel buiten vertellen. Later alleen buiten zitten. Een beetje mijmeren over een zwarte jongen, die ik hier in het hotel gezien had.
Bed circa 00.00 uur.
Over £. 828. 55 Pond opgemaakt. (f. 2,25.)
Voor een summiere uitleg over het Arabisch: klik hier.
Meer informatie.
Index
Menu – Begin – Hoofdindex.
Overzicht 1972-1990.
Chronologisch overzicht Orient Express 1992.