16 juli 1992

1992 – 2017: vijf­en­twin­tig jaar ge­le­den

Orient Express

Mijn eer­ste reis naar het Mid­den-Oos­ten

Dagboek 1992

(Dag 7474) Ik ver­bleef een paar da­gen in Bu­da­pest in hos­tel Fel­vin­ci út 8. De­ze stad is een tus­sen­stop tij­dens mijn reis naar Sy­rië. De­ze och­tend reis ik ver­der naar het zui­den, richting Is­tan­bul.

MenuIndex en het einde.

Donderdag, 16 juli 1992.
Op weg naar Is­tan­bul.
Slecht slapen. Op rond 04.00 uur.
Douche.
NJHC-kaart terug­ge­vraagd. [NJHC: Ne­der­land­se Jeugd­her­berg Cen­tra­le.]
Taxi laten bestellen. Ik ge­loof­de niet dat een taxi zou ko­men bin­nen de be­loof­de vijf mi­nu­ten, daar­om was ik zo vroeg.
De taxi kwam wel bin­nen vijf mi­nu­ten.
Ik stond dus om 05.00 uur op het Sta­tion. [Sta­tion Bu­da­pest Ke­leti.]
De taxi kostte forint (ft). 236. Ik gaf ft. 250 (f. 5,90).
Op het station spreek ik eerst twee, la­ter zelfs een der­de Ne­der­lander. Al­le­maal op weg naar Istan­bul. De trein ver­trekt 06.20 uur.
De eerste twee rei­zen sa­men. De der­de gaat met mij in de coupé.
Eén van de twee limona­de­blik­jes is kapot ge­sto­ten door een tang van mijn ge­reed­schap. De li­mo­na­de lekt uit de rug­zak. Ver­der geen schade.
Mijn medepas­sa­gier is de In­ter­rail-er*(1) J. van de HBO-Land­bouw­school De­ven­ter. Om­dat hij geen geld ge­noeg bij zich heeft wil hij geld van mij le­nen tot Istan­bul. (An­ders kan hij het vi­sum voor Bul­ga­rije niet be­ta­len. Ik las er­gens dat zo’n vi­sum­aan­vraag 24 uur duurt, dus trek ik niet zo aan zijn ver­zoek.) On­der­weg be­sluit hij ech­ter naar Thes­sa­lo­ní­ki te gaan en in Su­bo­ti­ca ver­wis­selt hij on­der luid pro­test van de con­duc­teur ijs­koud van trein. Ik hoop hem niet meer te­rug te zien.
Daar heb ik even la­ter spijt van, als twee on­gu­re ty­pes bij mij in de coupé stap­pen. Ik durf mijn ba­ga­ge niet meer al­leen te la­ten, ook niet als ik naar het toi­let moet. Het eni­ge bui­ten­lands dat ze spre­ken is: “Salz­burg?” en daar­bij ma­ken ze een be­we­ging als­of ze een auto­stuur vast­hou­den. Ge­luk­kig komt er in Novi Sad een fat­soen­lijk ge­zin bij, dat ook ‘scheef’ naar de twee kijkt. Eer­der had ik me al niet op het ge­mak ge­voeld, toen de con­duc­teur te­gen die twee mijn reis­be­stem­ming Istan­bul ver­tel­de.
Toen de politie de pas­sen con­tro­leer­de had ik ge­hoopt dat ze al­le twee, of min­stens één uit de trein ge­haald zou wor­den.
Toch vond ik het ook een be­scha­men­de ver­to­ning. De po­li­tie con­tro­leer­de ze­ker tien mi­nu­ten lang hun pas­poor­ten, ter­wijl zij zich als een kind zo rus­tig hiel­den.
Ik werd moe en be­gon te knik­ke­bol­len. Dus was ik blij dat in Novi Sad de be­we­gings­ruim­te in de coupé klei­ner werd, maar mijn per­soon­lij­ke be­we­gings­ruim­te gro­ter werd.
In Beograd stapt de hele han­del uit en krijg ik nieuwe me­de­rei­zi­gers. Een ou­de­re vrouw uit de om­ge­ving van Novi Sad, in de pro­vin­cie Voj­vo­di­na, die ook Duits spreekt. (Ze woont 18 km van de grens met Hon­ga­rije.) Een va­der met een doch­ter. Een meis­je en een jon­get­je. (Broer en zus.) Het meis­je is een en­gel­tje. Ik kan mijn ogen niet van haar af­hou­den. Soms lees ik en als ik op­kijk zie ik haar naar mij kij­ken. Ze heeft brui­ne ogen en don­ker­blond krul­lend haar. We kij­ken veel naar el­kaar, zon­der te blo­zen. Lang kij­ken we naar el­kaar en glim­la­chen. Zij is een won­der. Zij biedt koek­jes aan, aan de he­le coupé. Ik vraag haar of ze En­gels spreekt.
“A small”, zegt ze en we ver­tel­len een beet­je.
Ik lees het boek van Lonely Pla­net over Tur­kije. Zij be­kijkt de fo­to’s van Istan­bul. Ik ver­tel met haar in het En­gels en met be­hulp van de ou­de vrouw die tolkt tus­sen haar en mij in het Ser­vo-Kro­a­tisch en het Duits.
Op school is ze ver­plicht Rus­sisch te le­ren. Ik raad haar aan toch voor­al En­gels te le­ren. (Iets dat ze ken­ne­lijk zelf moet doen, want de school biedt daar geen pro­gram­ma voor aan.) “Want,” zeg ik, “met En­gels kun je wel in Rus­land te­recht, maar met Rus­sisch niet in En­ge­land.”
Haar Engels studie­boek keur ik af. Het is een soort ‘Hoe en wat’ in het En­gels, zon­der gram­ma­tica.
Zij is 17, heeft een vriend­je die bij een dans­groep zit en nu ver­plicht aan de kust moet dan­sen. Zij is op weg naar haar groot­ou­ders aan va­ders­kant in Pro­kup­lje. Zij komt uit Beo­grad. (Haar broer­tje is 13 jaar.) Zij is on­der de in­druk van mijn ta­len­ken­nis: Duits, Frans, En­gels, Ara­bisch.
In Niš stapt ze uit.
Ik reis verder met de an­de­re pas­sa­giers die eten en drin­ken met me de­len. Het brood (met vlees) is zo taai dat ik het niet weg­ge­werkt krijg (tij­dens mijn ver­de­re va­kan­tie zal ik nog va­ker zo’n brood moe­ten eten) en ik vraag of ik het tot la­ter mag be­wa­ren: dat is goed.
Als ze in Pirot uit­ge­stapt zijn, flik­ker ik het, als de ou­de even uit de coupé is, snel weg. (Naar bui­ten, zo­als ie­der­een hier doet.)
De oude vrouw deelt fruit en to­ma­ten met me en om­dat ik er niets te­gen­over kan stel­len, be­loof ik haar mijn blik­je li­mo­na­de, maar geef haar uit­ein­de­lijk mijn laat­ste Hon­gaar­se geld, te we­ten, ft. 573,5 (f. 13,50). Dus Hon­ga­rije kost­te 60 US$ rond. (f. 105,90.)
Zij vertelt een en an­der over haar leven. Zij is Kro­a­tische, die in Ser­vië woont. (Het en­gel­tje had haar ge­vraagd of Ser­visch was, zei ze. Ze had ge­ant­woord dat ze Joe­go­sla­visch was.)*(2)
Zij heet AD. Zij komt uit Som­bor, Voj­vo­di­na. Ze reist één keer per veer­tien da­gen naar Istan­bul, wat 240 Mark*(3) kost, om er kle­ren te ko­pen (par­tij­en van 300 stuks on­der­broe­ken, bij­voor­beeld) om die in Som­bor, in haar win­kel­tje te ver­ko­pen. Haar man en doch­ter zijn over­le­den. (Haar doch­ter één jaar en één dag ge­le­den.) Haar zoon zit zon­der werk thuis en krijgt per maand 1 Mark on­der­steu­ning. Zij moet wer­ken om te over­le­ven. Zij werk­te in Duits­land. In haar eer­ste hu­we­lijks­ja­ren wa­ren zij en haar man Do­nau­schip­pers.
Om 20.30 in Bul­ga­rije, dat is 21.30 Bul­gaar­se tijd.
Een tijdje spreekt zij met een jon­ge de­ser­teur uit Ko­so­vo die niet in het Joe­go­sla­vische le­ger wil vech­ten, maar nu heim­wee heeft. Toch kan hij niet te­rug, want wordt dan wel­licht ver­moord.

*1.
Interrail-ers rei­zen voor f. 570,00 dwars door Eu­ro­pa, Tur­kije en Ma­rok­ko, één maand lang. Zij ne­men bij voor­keur lan­ge trein­tra­jec­ten ’s nachts en spa­ren zo ho­tel­kos­ten. Het na­deel be­staat hier­uit: zij wil­len nie­mand in de cou­pé er­bij heb­ben en hou­den de deur dus ge­slo­ten. Zo is de kans om an­de­re men­sen te ont­moe­ten erg klein.
Wikipedia: Interrail/Geschiedenis.

Te­rug.

*2.
Ik kan me nog vaag her­in­ne­ren dat de ou­de­re vrouw ver­tel­de dat het meis­je (mijn ‘En­gel­tje‘) naar haar et­nische ach­ter­grond vroeg. Een eer­lijk ant­woord was in die ge­agi­teer­de tij­den van de bur­ger­oor­log ge­vaar­lijk. Aan haar naam kon men al zien dat zij een Kro­a­tische was en dus ook haar ge­loof: ka­tho­liek. Dat was van po­li­tiek be­lang. Vol­gens Wi­ki­pe­dia had Kro­a­tië zich al in 1991 van Joe­go­sla­vië af­ge­schei­den, dus voor Kro­a­ten in Ser­vië zal dat een las­tig ge­ge­ven zijn ge­weest.
Ondanks dat het meis­je dus een ‘Engeltje‘ was, kan ik mij (in 2017) niets meer van on­ze ont­moe­ting her­in­ne­ren. Ik her­in­ner me nog wel die ou­de­re vrouw.

Te­rug.

*3.
Duit­se Mark. Het wet­tig be­taal­mid­del in Duits­land tus­sen 1948 en 2002. Wi­ki­pe­dia.

Te­rug.


Meer informatie.

GM.: Google Maps. – Wi.: Wi­ki­pe­dia. – Web.: overige bron­nen.
Hon­ga­rije:
GM., Wi.
Bu­da­pest:
GM., Wi.
Hos­tel Fel­vin­ci:
GM., Web.
Sta­tion Ke­le­ti:
GM., Wi.
Su­bo­ti­ca:
GM., Wi.
No­vi Sad:
GM., Wi.
Beo­grad:
GM., Wi.
Voj­vo­di­na:
GM., Wi.
Pro­kup­lje:
GM., Wi.
Niš:
GM., Wi.
Pi­rot:
GM., Wi.
Ser­vië:
GM., Wi.
Som­bor:
GM., Wi.
Kro­a­tië:
GM., Wi.
Bul­gaar­se grens:
GM., Web.
Ko­so­vo:
GM., Wi.

Index

Index van ter­men:
Index van per­so­nen:
.
Index van lo­ca­ties:
.

Me­nuBe­ginHoofd­in­dex.
Over­zicht 1972-1990.
Chronologisch overzicht Orient Express 1992.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.