
(Dag 1702) Cees en ik zijn samen op vakantie in Marokko. We zijn in de oase Tinghir en bezoeken vandaag de Todghakloof (Gorges du Todra). Daar komen we in een hevige plensbui terecht.
Zondag, 26 september 1976.
Hotel: ontbijt.
Tegen 10.00 uur gaan te voet naar de Gorges du Todra. We lopen ongeveer 9 km in 2,5 uur tijd, berg op en berg af. Onderweg bedelende kinderen: we spreken Nederlands en doen alsof we hun gevraag om geld niet verstaan. Later gaan ze met stenen gooien.
We komen langs een dorpje en krijgen even voorbij een ander dorpje een lift van twee Spaanse vrouwen en twee Spanjaarden in een Landrover.
We rijden tot in de kloof, waar we dia’s maken, ook van ezelruiters.
De Spanjaarden vertrekken: of we mee willen? Nee, we gaan eten en te voet terug. Tijdens dat eten komt een jongen bij ons zitten. We smeren brood en geven hem ook. We wandelen terug.
Het begint te regenen en we willen schuilen. Een Marokkaan (niet de mee-eter) zegt dat het beter is door te lopen tot aan het begin van de kloof, naar het hotel, want als het blijft regenen, kan de rivier een hoge kolkende stroom worden, nu is hij uitgedroogd. Engelse toeristen probeer ik tevergeefs te overtuigen. De Marokkaanse jongen (de mee-eter) neemt het over en heeft meer resultaat.
Door- en doornat komen we bij het begin van de kloof aan. In een hotel eten we soep (die wordt speciaal gemaakt) en drinken koffie. Het is dan tegen 15.00 uur.
We gaan verder als het droog is. Ik maak dia’s. Onderweg begint het weer te regenen. We hebben geen regenjassen bij ons. Marokkanen proberen ons djellaba’s te verkopen.
In een café drinken we koffie en hierna vervolgen we onze weg door de regen. We worden voor gek verklaard.
Het is al donker als we een lift krijgen. Die zet ons voor het hotel af. We verwisselen natte voor droge kleren. Cees heeft geen droge broek en trekt zijn zwarte djellaba aan. We drinken koffie, eten op de kamer en gaan terug om thee te drinken.
Twee Hollanders, circa 45 jaar, zitten er te eten en Cees spreekt hen aan. We komen te praten. Cees en ik drinken onze thee. We krijgen meloen van hen en koffie. Ze halen hun Marokkaanse Berbervriendje erbij. Een jongen van een jaar of 20. Een mooie jongen die ik mezelf, in plaats van hen, in bed gunde. Het gunnen mag niet baten. Zij hebben toch de voorkeur.
Ook praten over politiek.
Na twee glaasjes rosé ‘voel ik hem zitten’ en ga licht aangeschoten op bed tegen 00.00 uur.
We hebben niets van het einde-Ramadanfeest meegekregen. De hemel kende ook einde regenvasten. Dat hebben we wel meegekregen.
Weer: ’s morgens bewolkt, toen volop en veel zon. Vanaf 13.00 uur tot oneindig ontzettend veel regen, onweer en uiteraard koud.
Index
Menu – Begin – Hoofdindex – Overzicht 1972-1990 – Marokko 1976 (overzicht).