

Twintig jaar geleden: dagboekfragment 7 mei 1996 (dinsdag).
Tarim (Tarim, notebook).
Tekenen vanaf 6.30 tot 8.00 uur. Het lukt niet goed.
Dollars tellen. Ik heb nog achtduizend achthonderdvierentwintig.
Ik ga naar de bibliotheek.
Mijn notebook kan sneller printen dan die twee oude beestjes, die met de container uit Nederland kwamen.
Notebook: vier minuten per A4. De oude computers: twintig minuten per pagina.
In het hotel om 12.30 uur.
Er zijn leuke vrouwen in het zwembad.
FoxPro database programmeren.
Kamer: koken.
Een faxbericht voor Jan Just Witkam (de projectleider in Nederland) voorbereiden.
Beneden op het terras zitten.
Anderhalf uur in het zwembad vertellen met Muhammad al-S.(1)
Financiën: boekhouden en het verslag schrijven.
Nu 00.15 uur.
Dit is het einde van de tekst in mijn dagboek.
Na het vertrek van Nico op 24 april jl. maakte ik dagelijks een verslag van de zakelijke kant van het project. In dat verslag staat op sommige dagen interessante informatie, die niet in mijn dagboek voorkomt. Hier volgt een deel uit die tekst.
Fragment uit het verslag van 7 mei.
(Wahhaabi, bid’a, haraam, Arabische Singaporezen, Arabische Indonesiërs, alim/ulama’, sharia, figh, Koelliyat al-shariyya, YouTube: dans met stokken.)
Hussain al-K. (van de al-Ahgaaf-bibliotheek) en zijn kleinzoon Ahmad (veertien jaar oud) vertellen over het leven in en om Tarim in het Arabisch en Engels. (Hussain kent een paar Engelse woorden. In zijn jeugd leerde hij Engels, maar: “Mijn vrouw, al mijn vrienden en alle mensen hier spreken alleen maar Arabisch.”)
De tendens in Tarim is dat de extremisten (Wahhaabi) steeds verder gaan in hun afwijzing van dingen. Vrijwel alles wat het leven veraangenaamd is bid’a. (Een verboden vernieuwing.) Alle vreugde wordt tot haraam verklaard. Zingt een man met zijn vrouw in huis, dan is dat haraam. De traditionele dans van mannen, met stokken op hun schouders, is haraam. (Haraam: dat wat verboden is.)
Hussain bevestigt het verhaal van Abd al-Rahmaan over de al-Hadad-moskee van de in Singapore en Saoedi-Arabië met vervaardiging van aluminium rijk geworden Hadrami, die zijn moskee door een Marokkaan liet versieren en nu problemen ondervindt met de extremisten, die de decoratie tot haraam verklaarden. (Zie 27 april. jl.)
Alles wat de profeet niet had, of niet deed, is haraam. Ik vraag of die extremisten geen auto hebben. Dat hebben ze wel, maar voor henzelf geldt geen haraam, alleen voor anderen.
[…]
Sinds dit jaar is er gratis onderwijs voor jongens die alim willen worden.
Hiervoor is in Tarim de Koelliyat al-shariyy’a opgericht en ook veel bezocht door jongeren uit het Verre Oosten, van oorsprong Hadarim. (Sharia: islamitische wet, koelliyat: faculteit.)
De ulama’ in spe ondergaan een jaar lang een spartaans regime. Vier uur slaap per dag is voldoende. (Oelama’ is het meervoud van alim: een geleerde op religieus gebied.)
Iedere dag een uur sport: judo, tafeltennis en schaken. Behalve de tijd voor bidden en eten is de rest van de dag bedoeld voor studie.
Iemand die dik naar binnen gaat, komt er broodmager, maar zeer geleerd uit. De jongeren leren Arabisch, maar geen Engels of andere moderne taal. De opleiding wordt als zeer belanrijk en ook als zeer zwaar ervaren.
Enkele dagen later spreek ik studenten van deze opleiding. Dan blijkt dat er wel hard gestudeerd moet worden, maar dat het regime niet zo spartaans is als Hussain en zijn kleinzoon mij voorgespiegeld hebben.
Weer later hoor ik van Abd al-Rahmaan dat het de bedoeling is een volwaardige universiteit in Tarim op te richten en dat deze faculteit slechts het begin is. In Tarim zijn alle docenten aanwezig die bedreven zijn in de figh en het lag daarom voor de hand eerst met deze faculteit te beginnen.
Dit is het einde van het verslag van 7 mei.
(1) ’s Avonds, wanneer er geen toeristen waren, mochten de medewerkers van het hotel ook in het zwembad voor westerlingen. Dat vond ik wel aangenaam, want daar kon ik ook Arabisch in de praktijk oefenen. Ik weet nog dat er een grote spraakverwarring was tussen Muhammad al-S, die geen Engels kende, en ik, omdat ik sprak over iets dat ‘op de wereld’ was, en gebruikte daarvoor ‘ala al-‘aalam, zoals wij dat gebruiken, maar in het Arabisch blijkt dat fi al-‘aalam te moeten zijn: ‘in de wereld.’ Pas toen deze kwestie geklaard was, konden we onze conversatie voortzetten.
Dit is het einde van dag 52 (van 93 dagen totaal) van mijn verblijf in Jemen in 1996. Naar dag 1. (Naar alle gepubliceerde dagen.)
Door op de twee eerste letters van een link te klikken, opent een nieuw tabblad waarin de geografische locatie van de plaats in Google Maps wordt getoond.
Wanneer u op de derde en volgende letters klikt komt u in een nieuw tabblad bij Wikipediapagina terecht met informatie over deze locatie.
Bij begrippen wordt alleen Wikipedia geopend.