Berlin

Reichsbahn
1943
Mit der Reichsbahn in den Tod.
Met de Reichsbahn naar de dood.
(Over de Duitse spoorwegtransporten naar de concentratiekampen van het Derde Rijk.)
Het zwarte metaal is van een Kriegslokomotiv (oorlogslocomotief) uit de serie ’52’.
Deze heeft nummer 4966

Menu – 16/08: BeginEinde.

Reichsbahn

[De transcriptie van de Dui­tse tekst volgt na de Ne­der­land­se ver­ta­ling.]

1943
Met de Rijks­spoor­we­gen naar de dood

Het zwartste hoofdstuk van de Duit­se spoor­weg­ge­schie­de­nis om­vat de me­de­wer­king van de Rijks­spoor­we­gen bij het sys­te­ma­tisch ver­moor­den van de Eu­ro­pe­se Jo­den in de Twee­de We­reld­oor­log. Na­dat al sinds 1933 in Duits­land jaar na jaar de Jo­den steeds meer rech­ten ont­no­men wa­ren en ve­le jood­se bur­gers naar het bui­ten­land emi­greer­den, be­gon in ok­to­ber 1941 de ont­voe­ring van veel Jo­den naar de kam­pen van de be­zet­te ge­bie­den in het Oos­ten. Van­uit Ber­lijn re­den bin­nen drie jaar 184 trei­nen met cir­ca 50.000 men­sen naar de kam­pen, zo­wel van het An­hal­ter sta­tion als van de goe­de­ren­sta­tions Gru­ne­wald en Mo­a­bit.
Na de Ber­lijn­se Wann­see­con­fe­ren­tie van ja­nu­a­ri 1942, waar Duit­se amb­te­na­ren de de­tails van de uit­moor­den van de Jo­den af­spra­ken, re­den tot de zo­mer van 1944 uit al­le be­zet­te lan­den over­vol­le goe­de­ren­trei­nen met ver­twij­fel­de men­sen naar de ver­nie­ti­gings­kam­pen. Meer dan drie mil­joen Jo­den wer­den al­leen al door de Rijks­spoor­we­gen daar­heen ge­trans­por­teerd.
[Foto:]
Op het perron in Ausch­witz, 1944.
[De trans­crip­tie van de Duit­se tekst:]

1943
Mit der Reichs­bahn in den Tod

Das dunkel­ste Ka­pi­tel der deut­schen Ei­sen­bahn­ge­schich­te bil­det die Mit­wir­kung der Reichs­bahn bei der sys­te­ma­ti­schen Er­mor­dung der eu­ro­pä­isch­en Ju­den im Zwei­te Welt­krieg. Nach­dem be­reits seit 1933 in Deutsch­land Jahr für Jahr den Ju­den mehr Rech­te ge­nom­men wor­den wa­ren und vie­le jü­di­sche Bür­ger ins Aus­land emi­grier­ten, be­gann in Ok­to­ber 1941 die Ver­schlep­pung vie­ler Ju­den in die La­ger der be­setz­ten Ost­ge­bie­te. Aus Ber­lin fuh­ren in drei Jah­ren 184 Zü­ge mit rund 50.000 Men­schen in de La­ger: vom An­hal­ter Bahn­hof so­wie von den Gü­ter­bahn­hö­fen Gru­ne­wald und Mo­a­bit. Nach der Ber­li­ner ‘Wann­see­kon­fe­renz’ vom Ja­nu­ar 1942, in der deut­sche Bü­ro­kra­ten die Ein­zel­hei­ten der Ju­den­ver­nich­tung ver­ab­re­de­ten, roll­ten bis zum Som­mer 1944 aus al­len be­setz­ten Län­der die mit ver­zwei­fel­ten Men­schen über­füll­ten Gü­ter­zü­ge in de Ver­nich­tungs­la­ger. Mehr als drei Mil­lio­nen Ju­den hat al­lein die Reichs­bahn dort­hin be­för­dert.
[Foto:]
An der Ram­pe in Ausch­witz, 1944.

Menu – 16/08: BeginEinde.

Jodentransport

Deze goe­de­ren­wa­gon staat mo­del voor al­le goe­de­ren­wa­gons die door de Deut­sche Reichs­bahn ge­bruikt werd voor het trans­port van Jo­den naar de ver­nie­ti­gings­kam­pen.

Menu – 16/08: BeginEinde.

Auschwitz
Een foto van Joden op het perron van Auschwitz-Birkenau, 1944, naast een goederenwagon van de Deutsche Reichsbahn.

Menu – 16/08: BeginEinde.

Brief

[De transcriptie van de Dui­tse tekst volgt na de Ne­der­land­se ver­ta­ling. Dit is een brief van staats­se­cre­ta­ris van het Rijks­ver­keers­mi­ni­ste­rie en plaats­ver­van­gend al­ge­meen di­rec­teur van de Duit­se Rijks­spoor­we­gen: dr. ing. Gan­zen­mül­ler, die aan een hoofd van de SS, Wolf, een mel­ding doet over pro­ble­men op de spoor­wegen bij het trans­port van Jo­den naar de ver­nie­ti­gings­kam­pen Tre­blin­ka, Bel­zek en So­bi­bor. De­ze Wolf re­si­deert in het hoofd­kwar­tier van de Ge­sta­po aan de Prinz Al­brecht­straat 8 te Ber­lijn. Ge­sta­po: de zeer ge­vrees­de ge­hei­me staats­po­li­tie.]
Zeer ge­ërde Pg Wolf.
Naar aan­lei­ding van ons te­le­foon­ge­sprek van 16 ju­li deel ik u het vol­gen­de van mijn Al­ge­me­ne Di­rec­tie van de Oost­spoor­we­gen (Ge­dob) in Kra­kau, tot uw aan­ge­na­me in­struc­tie me­de:
“Sinds 22 ju­li rijdt da­ge­lijks een trein met elk 5.000 Jo­den van War­schau via Mal­ki­nia naar Tre­blin­ka, daar­naast twee­maal per week een trein met 5.000 Jo­den van Przem­ysl naar Bel­zek. Ge­dob staat in voort­du­rend con­tact met de Vei­lig­heids­dienst in Kra­kau. Die is er­mee ak­koord, dat de trans­por­ten van War­schau via Lub­lin naar So­bi­bor (bij Lub­lin) zo­lang pau­ze­ren, als de werk­zaam­he­den op dit tra­ject die trans­por­ten on­mo­ge­lijk ma­ken (on­ge­veer ok­to­ber 1942.)”
Die trei­nen wer­den met de be­vel­heb­ber van de Vei­lig­heids­po­li­tie in het Be­stuurs­ge­bied van het be­zet­te Po­len (Ge­ne­ral-Gou­ver­ne­ment) af­ge­spro­ken. SS- en po­li­tie­com­man­dant van het dis­trict Lub­lin, SS-bri­ga­de­ge­ne­raal Glo­botsch­nigg, is in­ge­licht.

Heil Hitler!
Uw toegewijde
[Was ge­te­kend:] Gan­zen­mül­ler

Dr-Ing Ganzenmüller
Staats­se­kre­tär im Reichs­ver­kehrs­mi­ni­ste­ri­um
Stell­ver­tre­ten­der Ge­ne­ral­di­rek­tor
der Deut­schen Reichs­bahn
 
Berlin W. ö, den 18. Juli 1942
Voßstraße 35
Fernruf 12005…

Geheim

Sehr geehrter Pg Wolf!
Unter Be­zug­nah­me auf un­ser Fern­ge­spräch vom 16. Ju­li tei­le ich Ih­nen fol­gen­de Mel­dung mei­ner Ge­ne­ral­di­rek­ti­on der Ost­bah­nen (Ge­dob) in Kra­kau zu Ih­rer ge­fäl­li­gen Un­ter­rich­tung mit:
“Seit den 22.7. fährt täg­lich ein Zug mit je 5 000 Ju­den von War­schau über Mal­ki­nia nach Tre­blin­ka, au­ßer­dem zwei­mal wöchent­lich ein Zug mit 5 000 Ju­den von Przem­ysl nach Bel­zek. Ge­dob steht in stän­di­ger Füh­lung mit dem Sicher­heits­dienst in Kra­kau. Die­ser ist da­mit ein­ver­stan­den, daß die Trans­por­te von War­schau über Lub­lin nach So­bi­bor (bei Lub­lin) so­lan­ge ru­hen, wie die Um­bau­ar­bei­ten auf die­ser Stre­cke die­se Trans­por­te un­mög­lich ma­chen (un­ge­fähr Ok­to­ber 1942).”
Die Züge wur­den mit dem Be­fehls­ha­ber der Si­cher­heits­po­li­zei im Ge­ne­ral­gou­ver­ne­ment ver­ein­bart. SS- und Po­li­zei­füh­rer des Dis­trikts Lub­lin, SS-Bri­ga­de­füh­rer Glo­botsch­nigg, ist ver­stän­digt.

Heil Hitler!
Ihr ergebener
[Was getekend: Gan­zen­mül­ler]

Menu – 16/08: BeginEinde.

Jodenster
De voor Joden verplicht te dragen Jodenster.

Menu – 16/08: BeginEinde.

Kriegslokomotiv

[De transcriptie van de Dui­tse tekst volgt na de Ne­der­land­se ver­ta­ling.]
Oor­logs­lo­co­mo­tie­ven van de con­struc­tie­reeks 52 van 1942.
Uit de eveneens in de­ze hal ge­toon­de goe­de­ren­lo­co­mo­tief, con­struc­tie­reeks 50, ont­wik­kel­den de Duit­se Rijks­spoor­we­gen en de in­dus­trie in de zo­mer van 1942 de Oor­logs­loc van de con­struc­tie­reeks 52. Het ge­rin­ge ge­wicht per as van 15 ton was de voor­waar­de om in­ge­zet te kun­nen wor­den op al­le spo­ren in Oost-Eu­ro­pa. De wij­zi­ging van de con­struc­tie met on­ge­brui­ke­lij­ke ma­te­ri­a­len en pro­duc­tie­me­tho­des moest het ver­bruik van non-fer­ro me­ta­len ver­min­de­ren en ho­ge­re pro­duc­tie­cij­fers be­werk­stel­li­gen. Veel on­der­de­len ver­vie­len: men zag bij­voor­beeld af van de voor­ver­war­ming van het voe­dings­wa­ter voor de ke­tel en nam een ho­ger ko­len­ver­bruik op de koop toe. An­der­zijds wer­den be­scher­mings­in­rich­tin­gen te­gen vorst voor het ge­bruik in het Oos­ten toe­ge­voegd.
De over­gang van de con­struc­tie­reeks 50 naar de Oor­logs­loc ver­liep vloei­end. De eer­ste 52-er con­struc­tie­se­ries wa­ren nog uit­ge­voerd met het zwaar chas­sis (Bar­ren­rah­men) van de con­struc­tie­reeks 50, la­ter stap­te men over op een veel ge­mak­ke­lij­ker te ver­vaar­di­gen ij­ze­ren chas­sis (Blech­rah­men). Veel on­der­de­len wer­den ver­vaar­digd met een houd­baar­heid voor maar vijf jaar.
In sep­tem­ber 1942 had Bor­sig de pro­to­ty­pe­loc 52 001 ge­reed. Bin­nen tien jaar maak­ten bin­nen- en bui­ten­land­se be­drij­ven meer dan 7.300 exem­pla­ren van de Oor­logs­loc, waar­van cir­ca 6.300 voor het Duit­se spoor. Spoe­dig na het ein­de van de oor­log moes­ten de Oor­logs­lo­co­mo­tie­ven om­ge­bouwd wor­den voor lang­du­rig ge­bruik. Zij wer­den ook vaak Vre­des­lo­co­mo­tie­ven ge­noemd, om­dat ze in de eer­ste ja­ren na 1945 in veel Eu­ro­pe­se landen aan de we­der­op­bouw bij­droe­gen. Bij de Duit­se Bonds­spoor­we­gen ein­dig­de het ge­bruik reeds in 1963. Daar­en­te­gen was de­ze con­struc­tie­reeks voor de DDR nog heel lang on­ont­beer­lijk; daar kre­gen een aan­tal van de 52-ers ook een mo­der­ne ke­tel. Pas in mei 1988 ein­dig­de bij de Rijks­spoor­we­gen de re­gu­lie­re in­zet van de­ze con­struc­tie­reeks.
De lo­co­mo­tief 52 4966 werd in de fa­brie­ken te Ba­bels­berg door Oren­stein & Kop­pel ge­bouwd, wier naam men in­der­tijd ge­wij­zigd had in Fir­ma Ma­chi­ne­bouw en Spoor­weg­ma­te­ri­eel NV. Hij werd in ja­nu­a­ri 1942 bij de Di­rec­tie der Rijks­spoor­we­gen Ber­lijn af­ge­le­verd. Na de oor­log werd de loc ver­be­terd met een op­per­vlak­te voe­dings­wa­ter-voor­ver­war­mer. Vanaf 1 april 1977 werd hij toe­ge­we­zen aan het spoor­weg­be­drijf Ber­lin-Schö­ne­wei­de, waar hij in het mid­den van de ja­ren tach­tig bui­ten be­drijf werd ge­steld. (Uit­ge­ran­geerd werd.) In de herfst van 1988 rol­de de­ze loc dit mu­seum bin­nen. De aan­koop werd mo­ge­lijk ge­maakt door de Klas­sen­lot­te­rie Ber­lin.
[De trans­crip­tie van de Duit­se tekst:]
Kriegslokomotive der Bau­rei­he 52 von 1942
Aus der eben­falls in die­ser Hal­le ge­zeig­(t)en Gü­ter­zug­lok-Bau­rei­he 50 ent­wi­ckel­ten die Deut­sche Reichs­bahn und die In­dus­trie im Som­mer 1942 de ‘Kriegs­lok’ der Bau­rei­he 52. Die ge­rin­ge Achs­last van 15 Ton­nen war Vor­aus­set­zung für ih­ren Ein­satz auf al­le Bah­nen in Ost­eu­ro­pa. Die Um­stel­lung der Kon­struk­tion auf un­üb­li­che Ma­te­ri­a­li­en und Pro­duk­tions­wei­sen soll­te den Bunt­me­tall­ver­brauch min­dern und hö­he­re Pro­duk­ti­ons­zif­fern er­mög­li­chen. Vie­le Bau­tei­le ent­fie­len: man ver­zich­te­te zum Bei­spiel auf den Spei­se­was­ser­vor­wär­mer und nahm da­für ei­nen Mehr­ver­brauch an Koh­le in Kauf. An­der­seits muß­ten Frost­schutz­vor­rich­tun­gen für den Ost­ein­satz ein­ge­baut wer­den.
Der Über­gang von der Bau­rei­he 50 zur Kriegs­lok er­folg­te fließ­end. So wur­den frü­he 52er-Bau­se­ri­en noch mit der Bar­ren­rah­men der Bau­rei­he 50 aus­ge­rüs­tet, spä­ter ging man zum ein­fa­cher zu fer­ti­gen­den Blech­rah­men über. Vie­le Bau­tei­le wa­ren auf ei­ne Halt­bar­keit von nur fünf Jah­ren aus­ge­legt.
Im Sep­tem­ber 1942 hat­te Bor­sig die Pro­to­typ­lok 52 001 fer­tig­ge­stellt. In­ner­halb von zehn Jah­ren pro­du­zier­ten in- und aus­län­di­sche Wer­ke mehr als 7.300 Exem­pla­re der Kriegs­lok, da­von et­wa 6.3000 für deut­sche Bah­nen. Bald nach Kriegs­en­de muß­ten die Kriegs­lo­ko­mo­ti­ven für ei­nen lang­fris­ti­gen Ein­satz um­ge­rüs­tet wer­den. Sie sind auch manch­mal als ‘Frie­dens­lo­ko­mo­ti­ven’ be­zeich­net wor­den, weil sie in den er­sten Jah­ren nach 1945 in vie­len eu­ro­pä­ischen Län­dern zum Wie­der­auf­bau bei­tru­gen. Bei der Deut­schen Bun­des­bahn en­de­te ihr Ein­satz be­reits 1963. Da­ge­gen war die­se Bau­rei­he für de DDR noch län­ger un­ent­behr­lich; dort er­hielt ei­ne An­zahl von 52­ern auch mo­der­ne Kes­sel. Erst im Mai 1988 en­de­te bei der Reichs­bahn der plan­mä­ßi­ge Ein­satz die­ser Bau­rei­he.
Die Lo­ko­mo­ti­ve 52 4966 wur­de in den Ba­bels­ber­ger Wer­ken von Oren­stein & Kop­pel ge­baut, de­ren Na­men man da­mals durch die Fir­ma “Ma­schi­nen­bau- und Bahn­be­darfs-AG” er­setzt hat­te. Sie wur­de in Ja­nu­ar 1944 an die Reichs­bahn­di­rek­tion Ber­lin ab­ge­lie­fert. Nach dem Krieg er­hielt die Lok zur Ver­bes­se­rung ei­nen Ober­flä­chen-Spei­se­was­ser­vor­wär­mer. Ab 1 April 1977 ist sie im Bahn­be­triebs­werk Ber­lin-Schö­ne­wei­de nach­ge­wie­sen, wo sie zur Mit­te der acht­zi­ger Jah­re aus­ge­mus­tert wur­de. Im Herbst 1988 roll­te die Lok in das Mu­se­um. Den An­kauf er­mög­lich­te die Klas­sen­lotterie Berlin.
Technische Daten:
Albert-Gieseler: Dampflokomotive 52 4966.
Eisenbahn-Museumsfarhzeuge.

Menu – 16/08: BeginEinde.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.