1992 – 2017: vijfentwintig jaar geleden
Orient Express
Mijn eerste reis naar het Midden-Oosten
Dagboek 1992
(Dag 7502) Gisteren kwam ik, voor de tweede keer in deze vakantie, aan in de stad Aleppo. (Syrië). Ik overnacht in het Tourist-hotel. – Ik boek voor morgen een busreis naar Istanbul. – Tijdens mijn reis door Syrië leerde ik een ‘toverformule’ waarmee ik opdringerige lui, zoals hier in Aleppo de schoenpoetsertjes, voorgoed kan wegjagen. Ik gebruik die ‘formule’ vandaag voor het eerst en sta versteld van het effect. – Ik maak kennis met een jonge Syriër die al enige tijd in Duitsland medicijnen studeert en toch nog steeds gebrekkig Duits spreekt. – Ik geniet van de openlijke homoseksualiteit van de jongemannen in Aleppo. – De munteenheid in Syrië is het Syrische Pond: (£.). De koers is: £. 1.00 = f. 0,05. (Een stuiver.)
Imshi! – Toeristengidsen – Student – Toeristen – Homo’s! – Restaurant – Baronhotel.
Donderdag, 13 augustus 1992.
Halab. (Aleppo.)
Op rond 6.00 uur.
Het dagboek (reisjournaal) bijwerken tot 6.30 uur.
Om 7.00 valt de elektriciteit uit.
Ik eet mijn ontbijt (brood, kaas, banaan) op mijn kamer en neem daarna een koude douche.
Ik boek een busreis van Aleppo naar Istanbul voor morgenochtend 6.30 uur. Prijs £. 950. (f. 38,40 voor circa 1.350 km!)
Imshi!
Ik wacht in het park bij het Toeristenbureau op de klok van 9.00 uur. Ik wil J. [toeristengids] ontmoeten.
Toen ik hier vijftien dagen geleden zat had ik heel snel schoenpoetsertjes om me heen (heel veel), die me niet meer met rust lieten. Ik veranderde toen van locatie en spoedig zaten er nog meer om mij heen. Hoewel ik stoffen gympen droeg, wilden ze de plastic / rubberen rand wel wit maken en één wilde zelfs het stof insmeren. Ik vluchtte toen uit het park. Nu komt een van die ‘grappenmakers‘ weer opdagen, maar nu weet ik een afweringsformule imshi! (Ga weg!) Ik had hem nog nooit gebruikt en sta versteld van het effect. Hij (wel een aardig joch) vertrekt spoorslags en zijn kameraadje neemt niet meer de moeite om bij mij te komen.
Menu – Begin – Index en het einde.
Toeristengidsen
Ik ga naar het Toeristenbureau, maar ik zie J. niet. Hij zegt dat hij er werkt, maar dat is natuurlijk niet zo. Als hij iets moet hebben dan moet hij het altijd vragen en hij komt natuurlijk niet op de kantoren. Daar zit de politie. (De toeristenpolitie.)
Op straat kom ik J. tegen en hij zegt “al-Hamdoe li’l-Llah ‘ala-s-salama.” (Dank Allah voor de veiligheid / de veilige aankomst.)
Ik vraag hem welk antwoord ik moet geven: “Allahoe yoesallimak.” (Moge Allah je beschermen tegen het kwaad.) [Yoesallimik tegen vrouwen!])
Bij het toeristenbureau introduceert J. me bij een leraar Engels van de Universiteit van Aleppo, die ook goed Duits spreekt.
J. heeft twee Nederlandse meisjes (uit Den Haag) ontmoet, die echter zeer koel en afstandelijk zijn. (Ook tegen mij.) Zij gaan hun eigen weg.
De toeristengidsen J. en de Duits sprekende zijn eigenlijk slijmballen. De laatste nog wat meer dan J. Als toerist moet je wel het gevoel krijgen dat je gepaaid wordt of een ander onprettig gevoel.
Zij klagen erover dat zoveel toeristen hun eigen weg zoeken en ook vandaag zullen ze niets te doen hebben.
Menu – Begin – Index en het einde.
Student
J. introduceert me bij MS. uit Bonn. Hij studeert daar medicijnen. Ik spreek Duits met hem. Hij begrijpt me maar half. Als academicus legt hij een bijzondere belangstelling aan de dag voor de prijzen van kleine huishoudelijke artikelen in verschillende supermarkten in Bonn en omgeving.
Ook heeft hij op het prijsverschil gelet van de benzine bij enkele tankstations (van verschillende merken) in Duitsland.
We zitten thee te drinken op een terras, ik denk: “Hoe kom ik van deze zeurpiet af?”
Hij studeert tien maanden in Duitsland en twee maanden per jaar brengt hij door in Aleppo. Hij werkt ook vijf dagen in de week in het hotel van zijn oom. (In Duitsland.) Hij moet toch wel een duizendpoot zijn.
Hij gebruikt vreemde uitdrukkingen. Als hij tweeënhalf bedoelt, zegt hij half drie. Dat doet hij verschillende keren, ook met andere getallen. Ik moet de academicus dan uitleggen dat termen als half twaalf (11,5) en half drie (2,5) alleen maar bij de tijdsaanduiding op de klok worden gebruikt. Hij wist het niet en is me zeer dankbaar voor de uitleg.
(Desgevraagd beweert J. later toch dat MS. medicijnen studeert in Duitsland. Althans, MS. had hem dat zelf verteld.)
Als ik in het café wil gaan betalen staat MS. erop dat hij betaalt. Ik dring niet aan. Hij werkt en verdient geld in een hotel en rijdt auto. (In Duitsland.)
Bij het Toeristenbureau begint de Duitstalige gids erover wie de thee betaald heeft. (Heeft MS. zich in een onbewaakt ogenblik beklaagd?)
“Hij, natuurlijk,” zeg ik, “hij verdient, want werkt in het hotel van zijn oom.”
“Nee, hij is student. ”
We zitten een tijdje in de schaduw en de Duitssprekende gids klaagt dat tegenwoordig de gidsen aan de toeristen moeten betalen.
Ik trek het me aan en nodig hem, MS. en J. voor de thee, maar J. heeft andere bezigheden en komt niet. Ik kan wachten en doe dat anderhalf uur. De Duitstalige gaat al naar huis en later willen M. en J. geen falafil met mij eten. Volgens J. moet je een sterke maag hebben om falafil te eten.
Ik eet een falafil, drink ‘asier al-boertoeqaal (sinaasappelsap) en asier al-‘inab (druivensap).
Menu – Begin – Index en het einde.
Toeristen
Hotel.
Koude douche.
Winkel: Kiri-kaas £. 80. (f. 3,25.)
Ik heb nu een goedkopere kamer (eenpersoons) in het hotel, met douche en toilet. Deze kamer is, in tegenstelling tot de vorige kamer, wel afsluitbaar.
Met een Australische en een Amerikaan (die samen reizen en die ik ook al in Hama gezien had) thee en limo drinken en reisgegevens uitwisselen over de trein van Gaziantep [een stad in Turkije] naar Istanbul Haydarpaşa station. (Achteraf gezien had ik beter zo’n reis kunnen maken. Ik was dat oorspronkelijk ook van plan geweest, maar nu wilde ik toch snel naar huis.)
Menu – Begin – Index en het einde.
Homo’s!
Circa 15.00 uur in het hotel tot plusminus 19.00 uur. Ik neem verschillende keren een snelle koude douche.
Ik ga over de leuning van het balkon de benauwde straat in koekeloeren. Aan de overkant zitten in een hotel enkele ‘schaars’ geklede dikke dames. Zij zijn in onderjurk. (Volgens de Australische is het een bordeel. Volgens J., later, zijn het danseressen in een nachtclub, die daar op mannen jagen. Het zij zo. Het interesseert me niet.)
Beneden in de straat, dat interesseert me. Een leuke jongen plukt bijna voortdurend aan zijn pik en af en toe aan een ander zijn pik. Met zijn vast vriendje flirt hij bijna constant. Niemand kijkt ervan op of om. Na twee uur krijgen ze mij in de gaten. Ze vragen of ik koffie wil. Ik ga er niet op in. Ik ben geil op de mooiste, de meest handtastelijke, en ik zal me dus niet vastberaden, onafhankelijk van mijn emoties kunnen gedragen.
De straat gonst van bedrijvigheid in de buitenbanden-voor-auto’s-sfeer*.
De twee schrijven woordjes op het stoffige raam van een auto. Een klein jongetje staat er bij te kijken. Ze vegen de woordjes weer uit en de knapste maakt neukbewegingen voor de kont van de andere, in gezamenlijke overeenstemming. (Dat wil zeggen: de ander ging er speciaal zo voor staan.)
Menu – Begin – Index en het einde.
Restaurant
Ik eet een beetje brood met smeerkaas.
In de stad ga ik brood kopen en daarna naar het restaurant Al-Andalus / Idlib. Het dakterras waar A., J. en ik veertien dagen geleden ook al aten.
Salade, bier, humus en shistao (kipstukjes op spies). Even later komen er ook de Australische H. uit Sidney en de Amerikaan C. uit Los Angeles (geografieleraar) en Thierry Belt en zijn vrouw. (Hij is designer van meubels, onder andere voor Artifort in Maastricht) en N., een dikke oudere dame uit Canada. We eten gezamenlijk, maar de Australische betaalt voor zichzelf. Ik zou £. 200 moeten betalen. Dat wil ik niet. Ik betaal £. 175. (Waarschijnlijk meer dan ik at.) (£. 175 = f. 7,10.)
De Canadese: “Wat maakt dat uit, zo’n beetje geld.”
‘Nou betaal jij dan maar!’, denk ik.
Het was gezellig, maar we gaan weg omdat een groep mannen zich steeds ‘intiemer’ met ons bemoeit, maar niet op de foto wil. (“Omdat we van de politie zijn.”, zeiden ze kennelijk. Dat heb ik niet gehoord.)
Menu – Begin – Index en het einde.
Baronhotel
We gaan naar Baronhotel, binnen [niet op het terras]. Ik kom J. op straat tegen. (Toeval? Ik kwam hem vaker toevallig (?) tegen.) In Baronhotel betaal ik een fris voor hem £. 30 en omdat het onderling contact (met de groep) stroef begint te verlopen en de mensen adressen beginnen uit te wisselen. (Ik geef mijn adres, maar postbusadres, zoals ik altijd heb gedaan als ik mijn echt adres gaf. Twee keer gaf ik een vals adres: 23-7-92 en 5-8-92.) Ook aan J. geef ik later mijn postbusadres. Ik neem geen adres omdat de contacten vluchtig en oppervlakkig zijn.
Ik koop twee keer anderhalve liter water: 2x £. 20. (Inflatie of ander merk? Eerst was het £. 15.)
Hotel.
Ik betaal 300 plus 200 = £. 500.
Douche.
Bed rond 01.15 uur.
Weer: ik zag een klein solitair wolkje aan de hemel, deze middag, en vroeg mij af wat dat betekende. Een wolkje dat zijn weg kwijt was of een verkenner?
C., de Amerikaan, had een thermometer. Vanmiddag rond 13.00 uur was het 40°C in de schaduw.
Over £. 245. (En TL. 48.000.) [Turkse lira.]
Menu – Begin – Index en het einde.
Voor een summiere uitleg over het Arabisch: klik hier.
Meer informatie.
Index
Menu – Begin – Hoofdindex.
Overzicht 1972-1990.
Chronologisch overzicht Orient Express 1992.