1992 – 2017: vijfentwintig jaar geleden
Orient Express
Mijn eerste reis naar het Midden-Oosten
Dagboek 1992
(Dag 7484) Ik ben in Antakya (Antiochië / Hatay) in Turkije. Toeristengids SK. leidt me in de omgeving rond. – De munteenheid in Turkije is de Turkse Lira: (TL.). De koers is TL. 1.000 = f. 0,25, een kwartje dus, maar de inflatie is enorm. De waarde daalt per dag.
Zondag, 26 juli 1992.
Antakya.
In bed fantaseer ik over de dikke prostituees die hier in het hotel wonen. Zij zijn niet knap, maar hun ‘vrouw zijn’ maakt me geil.
Als ik slaap droom ik dat ik weer thuis ben en ik vraag me verbaasd af hoe ik zo stom kan zijn om naar huis te gaan. Ik wil zo snel mogelijk weer terug naar Turkije. Ik ben ergens in een huis met mooie naakte vrouwen.
Gelukkig blijkt, als ik wakker word, dat ik nog in Antakya ben. Ik slaap verder, met onderbrekingen vanwege het verkeerslawaai.
Op rond 9.00 uur. Ik zoek een mogelijke terugreis (per trein) uit. Met de trein naar Athene en vandaar met bus en boot naar Brindisi, Italië en dan via Bologna naar Parijs en Leiden.
Als SK. er om 10.30 uur nog niet is (10.00 uur was afgesproken, maar misschien voelt hij zich beledigd door gisteren. Ik hoef echter niet altijd met hem op te trekken en heb recht om ook andere mensen dan hem te ontmoeten), ga ik alleen op stap om eten te zoeken. Dat valt niet mee. Vrijwel alle winkels zijn gesloten, omdat het zondag is. Ergens eet ik twee toasts (warm) met kaas en drink ik süt. (Melk.)
In het park zit ik daarna twee uur rustig. Er is slechts één knappe jongeman. Als ik van hem ten volle geniet staat SK. plotseling naast me.
Met hem trek ik dan weer een uur of vier op, tot circa 17.00 uur.
We gaan naar de prijzen voor de bustocht naar Aleppo informeren. Allemaal kosten ze TL. 75.000.
SK. leerde een andere Nederlander kennen, H. uit Barneveld.
H. is niet zo ingenomen met de toch wel (dat valt mij nu eerst echt bewust op) agressief-opdringerige SK.
We drinken thee met zijn drieën. (Maar H. is zo weer weg. Hij betaalt de rekening en wacht niet op het wisselgeld: TL. 5.000 voor SK. Daarvan koopt hij een broodje dat hij met mij deelt.)
We lopen nog wat rond.
In het hotel geef ik SK. US$ 20,00 als bijdrage voor zijn reis naar Frankrijk. Hij kan niet geloven dat het biljet echt is. (Circa TL. 140.000.) [Circa f. 35,00.]
We gaan brood, yoghurt en water kopen.
Hij gaat naar huis. Ik ga in het hotel eten. (Op mijn kamer: brood met yoghurt.)
—
Ik slaap wat, neem een douche en ga naar het park.
SK. komt langs met het volgende slachtoffer: M. uit Antwerpen.
SK. gaat naar zijn huis en nodigt mij samen met M. uit. Ik voel me nu van mijn betalingsverplichtingen verlost en M. betaalt dus TL. 10.000 voor de taxi.
SK., zijn zeer leuke jongere zusje en zijn moeder wonen in een best aardig appartement. Zijn vader, die een handelaar is, is op zakenreis. Zijn moeder ziet er oud en verworden uit, maar volgens SK. is zij nog jonger dan ik.
We drinken koele ayran (karnemelk).
M. krijgt folders van Turkije van SK.
We lopen de stad in. Onderweg speelt SK. de clown met de zonnebril van M.
In een duur restaurant (ik zie de bui al hangen) gaan we eten. Ik spreek van te voren de prijs al af, die uiteindelijk dubbel zo duur blijkt (TL. 32.500), door enkele extraatjes en een pils. We eten in deze zaak op een terras van circa 21.00 tot 00.00 uur.
SK. commandeert, tot schaamte van M. en ik, de knappe en zeer beleefde en zeer goed Engels sprekende ober.
SK. klaagt over het verkeerde gerecht dat hij gekregen heeft. (Hetzelfde als M., maar had waarschijnlijk een duurder besteld.)
Er volgt even een spannend moment als beide broers / eigenaars van het restaurant ruzie hebben, waarvan we niets zien, maar wel wat merken, door de reactie van SK.
De rekening is TL. 130.000. Hiervan betaal ik TL. 32.500 en M. de rest.
M. begrijpt een en ander niet.
Ik zeg: “Jij betaalt de rest.”
Hij is uit zijn evenwicht gebracht.
SK. somt op wat ze allemaal samen kunnen doen.
Ik voel aandrang om M. voor de financiële gevolgen voor hem te waarschuwen. Ik zeg: “Dat betaal jij allemaal.”
M. begint dan tegen SK. over zijn kleine budget te zeuren.
Hij spreekt met SK., op eigen verzoek, al ’s morgens om 8.00 uur af. (SK. wilde om 10.00 uur komen.)
Als ik van M. afscheid neem, zeg ik: “Pas op je centen.”
SK. wil dan weten wat ik gezegd heb. Na enige aarzeling (Ik: “Ik zei: goede reis.”), zeg ik hem dat M. nogal overstuur was, dat hij, SK., niet mee deelde in de prijs van het eten, zoals bij ons in Europa, normaal is.
SK. heeft een plank voor zijn kop, of doet alsof. Het dringt niet tot hem door.
Ik ben blij dat ik morgen ga. Hij begint me langzaam te vervelen en realiseerde me dat zijn agressief, opdringerig gedrag veel toeristen van hem afstoot. Ook zijn voortdurend gecommandeer tegen landgenoten (en soms ook mij) begint me te irriteren. Mijn omgang met hem is net lang genoeg geweest. Laat hij anderen gaan irriteren.
—
In het park sprak ik met hulp van SK. met een jongetje van twaalf jaar. Hij werkt zes dagen per week in een garage en op zondag poetst schoenen in het park.
—
Over TL. 271.000. 323.500 – 271.000 = 52.500 uitgegeven. (f. 13,15.)
Hotel rond 00.00 uur.
Slapen tegen 01.00 uur.
Weer: warm, veel wind, zoals vaker hier in Antakya.
Meer informatie.
Index
Menu – Begin – Hoofdindex.
Overzicht 1972-1990.
Chronologisch overzicht Orient Express 1992.