(Dag 1694) Cees en ik zijn samen op vakantie in Marokko. We verblijven sinds enkele dagen in de hoofdstad van dat land: Rabat. We bezoeken de stad Salé, die aan de overkant van de rivier Bou Regreg ligt, naast Rabat. De rivier stroomt tussen beide steden door.
Zaterdag, 18 september 1976.
Op tegen 9.00 uur. Ontbijt in het hotel. Vertellen met een Duitser.
Aangezien het ontbijt hier uit twee stukjes brood en een potje jam bestaat, heb ik gisteren in de nieuwe stad kaas gekocht en eten we nu ontbijt van het hotel plus extra brood en kaas.
Tegen 10.30 uur haal ik op het Postkantoor 250 Dirham (Dh) af.
Rond 12.00 uur gaan we naar Salé, te voet.
Het is smoorheet en we verwachten op de brug te zullen smelten. Dat gebeurt niet, want het is opmerkelijk koel op de brug over de Bou Regreg.
We lopen door een mooie Medina. Kopen er fruit. Als Cees de tas op zijn rug heeft hangen voelt hij iets aan de tas. Als hij zich omdraait ziet hij niets, maar als hij in de tas kijkt, is een sinaasappel weg.
We lopen naar het strand en gaan om de beurt zwemmen in de zoute monding van de Bou Regreg in de Atlantische oceaan. (Om de beurt, omdat anders het geld en de fotospullen onbeheerd zijn.)
We krijgen aanspraak van de niet lelijke Idriss, die een oog mist en het ooglid dicht heeft, waaronder een etterrandje staat, en zijn vriend.
Zijn vriend gaat weg en hij blijft alleen over. Cees gaat wandelen en Idriss wrijft het zand van mijn lichaam. Zoveel mannelijke tederheid!
Hij leidt ons door de stad Salé in een wat hij ‘oude moskee’ noemt, maar wat waarschijnlijk een oude Madrassa is. [Entree:] 1 Dirham per persoon.
Na een poosje baal ik van hem en we geven hem circa 6 Dirham als dank voor de rondleiding. Hij wil ons ook in Rabat rondleiden, maar dat willen we niet, omdat we morgenvroeg willen vertrekken.
We lopen terug naar Rabat en zitten op de rand van een muur bij de Oued [=rivier] Bou Regreg, schuin tegenover de Hassantoren / Hassanminaret, bij een verkeerslicht.
We praten met een mooie jongen van 18 jaar, die erg vriendelijk is. Hij werkt bij een toeristenbureau. Hij heet Kalifa en houdt zich niet aan de Ramadan. Hij rookt hasj, drinkt wijn en eet als hij honger heeft. Hij droomt ervan om naar Kitama te gaan. (Daar wordt hasj wordt verbouwd.)
Tegen 19.00 uur is het einde van de Ramadan. De 23ste dag en in de Medina begint dan het gezellige leven. In de Medina spreken we een Amerikaans sprekende Marokkaan, een andere dan gisteren, die ons een plaatsje toont om lekkere harira (soep) te eten. (Twee kommen plus brood is 1 Dh.) We geven 1 Dh fooi.
Cees koopt schoentjes (babouches) voor 25 Dh (f. 15,00) Ik denk de hele Koran te kopen voor 2 Dh, maar later blijkt het slechts een stukje te zijn.
Tegen 22.30 uur gaan we naar bed.
Weer: hele dag smoorheet. ’s Avonds iets bewolkt.
Index
Menu – Begin – Hoofdindex – Overzicht 1972-1990 – Marokko 1976 (overzicht).