
(Dag 1693) Cees en ik zijn samen op vakantie in Marokko. We verblijven in de hoofdstad van dat land: Rabat, waar we eergisteren arriveerden. Vandaag zoeken we een beter hotel. – Ik koop een aantal schoolboeken om Arabisch te leren. – Cees kookt op zijn primusbrander, net zoals gisteren, weer een heerlijke vegetarische maaltijd, nu aan de voet van een steunpilaar van het fort van de Chellah. – Een soldaat zoent mij en wil met mij vrijen.
Naar de index en het einde.
Vrijdag, 17 september 1976.
Vrijdag: de Islamitische ‘zondag’.
Op tegen 8.30 uur.
Ontbijt van het hotel.
We zoeken een ander hotel: Splendid.
Ik wil een lichtmeter voor het fototoestel kopen om niet meer door de lens te kijken als ik fotografeer, zodat het niet opvalt dat ik foto’s maak. In Nederland heb je een goede voor circa f. 50,00 In Marokko moet ik 160 Dirham (Dh) betalen, dat is bijna f. 100,00 Dat heb ik er niet voor over.
We gaan de Medina in.
De Marokkaan in de trein naar Algeciras [in Spanje] had me als Arabische lesstof het boekje Iqrā’* aangeraden (nr. 1) Ik koop dit en ’s avonds ook nog de delen 2 tot en met 5.
We wilden in het zuiden van de stad langs de oceaan gaan eten. We lopen, lopen, lopen, lopen, lopen. Overal mensen langs het water. Het is (islam) ‘zondag’.
Dwars door de stad. We kopen druiven en een Marokkaanse jongen vraagt druiven aan de verkoper. Deze geeft die en als de jongen ze opeet, begint hij over de Ramadan te zeuren. De jongen zegt Jood te zijn, maar de ouwe is ontsteld.
We lopen door en Cees raakt gedemoraliseerd en begint te sloffen. Dat is iets waar ik niet tegen kan. Ik zeg het en we lopen verder. We komen bij fort van de Chellah.
Op de voet van een pilaar kookt Cees zijn tweede lekkere potje. [Met zijn Primus.]
Jongens, erg mooie en minder mooie, komen bij ons praten.
Vier bedelaartjes voor geld: elk 0,50 Dh.
Als ik later ergens alleen een foto van de inmiddels in de duisternis mooi verlichte stad Salé wil maken, komt er een soldaat bij me staan. Hij staat zenuwachtig te lachen. Geeft me een keer of drie een hand. Ik denk: “Wanneer sodemietert hij nu op?” want ik ben bang dat hij door het beeld loopt als ik de sluiter [lang] open heb staan.
Dan zeg ik salem aleikoem of zoiets, om hem kwijt te raken. Hij pakt me vast en wil me kussen en begint te vrijen. Met die mooie jongetjes van toen straks had ik wel gewild, maar met hem wil ik niet.
Een “Non, non, non” van mij helpt niet, omdat hij me al vast heeft en al gekust heeft. Pas als ik hem van mij afduw, gaat hij (vriendelijk) weg.
Tegen 21.00 uur in het hotel. We gaan de Medina in, spreken en drinken met een Amerikaans sprekende Marokkaan thee in café-restaurant Bon Goût.
Tegen 00.00 uur zijn we thuis [hotel], doodmoe, want we hebben meer dan 25 km gelopen (vandaag.) We gaan op bed.
Cees kocht een zwarte djellaba voor 140 Dh.
Weer: weer smoorheet.
Index
Menu – Begin – Hoofdindex – Overzicht 1972-1990 – Marokko 1976 (overzicht).