
In dit paleis was naast de politie ook nog het postkantoor gevestigd en enkele andere overheidsdiensten.
Op het bord op de gevel staat: al-Moe’tamar al-Sha`bi al-`Aam. Dat is de naam van een politieke partij: Algemeen Volkscongres. (GPC)

Twintig jaar geleden: dagboekfragment 4 mei 1996 (zaterdag).
Tarim (Tarim, GPC).
Rond 6.30 tekenen.
Tegen 9.00 ben ik bij de bibliotheek, die nog steeds gesloten is: Abd al-Rahmaan A. heeft de sleutel, maar die is laat.
Ik sluit de printer (succesvol) aan en print meer dan dertig brieven naar vrienden en kennissen, hoewel ik de Engelse opnieuw moet doen, wegens de chaotische opstelling.
Ik ben de hele ochtend bezig met printen.
Na de middag blijkt dat Abd al-Rahmaan de toegang tot de bibliotheek voor Sjeik AB wil bemoeilijken. De Sjeik weet dat echter te verhinderen.
Abd al-Rahmaan vreest dat de Sjeik de bibliotheek van de nawaadir (dat zijn de meest zeldzame, dus waardevolle, manuscripten)(1) zal ‘ontdoen’, nu hij weet dat zijn functie hier, geheel tegen zijn verwachting in, eindig is, spoedig ten einde is.
Boekenbezit verhoogt zijn status in het dorp. (Diefstal niet, maar de boeken zijn niet gemerkt, dus de bibliotheek kan niet aantonen dat die van haar zijn.)
Een stempel is besteld, maar nog niet geleverd.
Abd al-Rahmaan gaat mee naar het hotel. Het zit hem niet lekker dat de Sjeik als directeur nog steeds de beschikking kan hebben over de sleutel van de schatkamer. Hij hoopt dat zijn angst niet terecht is, maar vreest het ergste.
Ik onderwijs Abd al-Rahmaan in de beginselen van de computer.
Na zijn vertrek maak ik een verslag over bovenstaande ‘onrust’ in de bibliotheek.
Om 19.30 eet ik in het restaurant en vertel nog een tijdje met Joe, Katherine en een Engels diplomatenechtpaar uit Cairo.
Boven (mijn kamer op de eerste verdieping in hotel Gasr al-goebba) maak ik een faxbericht voor Jan Just Witkam (de projectleider in Nederland) en ik schrijf de enveloppen voor al die brieven die ik vanochtend printte.
Bed 00.30 uur.
Dit is het einde van de tekst in mijn dagboek.
Na het vertrek van Nico op 24 april jl. maakte ik dagelijks een verslag van de zakelijke kant van het project. In dat verslag staat op sommige dagen interessante informatie, die niet in mijn dagboek voorkomt. Hier volgt een deel uit die tekst.
Fragment uit het verslag van 4 mei.
Er is ruzie tussen Abd al-Rahmaan en Sjeik AB over de sleutel van de al-Ahgaaf-bibliotheek.
Abd al-Rahmaan wil de sleutel alleen aan Aydaroes geven. Zelf kan hij hem niet houden omdat de reis Say’un – Tarim veel tijd in beslag neemt en hij daarom geregeld te laat is. Aydaroes is een goede kandidaat omdat die altijd op tijd aanwezig is. Sjeik AB is een minder geschikte kandidaat, omdat hij is vaak afwezig is.
[…]
De Sjeik wint het dispuut met Abd al-Rahmaan (het ging er hard aan toe), omdat hij nog steeds verantwoordelijk is voor de gang van zaken in de bibliotheek. Hij kan niets tegen de Sjeik beginnen en is gedwongen de sleutels aan hem te geven.
Na afloop heeft hij een slecht gevoel omdat hij niet in staat is geweest de sleutels uit de handen van de rover te houden.
[…]
Abd al-Rahmaan zwakte enkele weken later zijn beschuldigingen tegen de Sjeik wat af. De Sjeik zou het belang van de bibliotheek toch niet willen beschadigen.
Dit is het einde van het verslag van 4 mei.
(1) Naadira (meervoud: nawaadir) betekent: zeldzaamheid, bijzonderheid, een buitengewone zaak. Aangezien het boekenbezit van de al-Ahgaaf-bibliotheek hoofdzakelijk uit handschriften (manuscripten) bestaat, slaat ‘al-nawaadir’ (de nawaadir) dus op dit waardevolle bezit.
Dit is het einde van dag 49 (van 93 dagen totaal) van mijn verblijf in Jemen in 1996. Naar dag 1. (Naar alle gepubliceerde dagen.)
Door op de twee eerste letters van een link te klikken, opent een nieuw tabblad waarin de geografische locatie van de plaats in Google Maps wordt getoond.
Wanneer u op de derde en volgende letters klikt komt u in een nieuw tabblad bij Wikipediapagina terecht met informatie over deze locatie.
Bij begrippen wordt alleen Wikipedia geopend.