Orient Express II
Naar Jeruzalem v.v. (1994)
25 jaar geleden: 1994 – 2019.
Vandaag is het 4 juli 1994. We (Iris, Kim en ik) trekken vandaag eropuit met een professor van de Universiteit van Damascus. We gaan naar haar faculteit, eten samen in een duur restaurant en bezoeken haar familie in een ‘tentenkamp’: een apotheker en een tandarts. Bij een apotheker horen we hoe een abortus snel kan worden gepleegd, de tandarts kijkt naar voetbal op de Tv terwijl hij een patiënt behandelt. In het huis van de zuster van de professor spreken we met haar mooie nicht, die in verwachting is.
– – – –
1.) De namen Iris en Kim zijn om privacyredenen gefingeerd.
2.) Wij alle drie, zowel Iris, Kim en ik, studeren Arabische Taal en Letterkunde aan de Universiteit Leiden. Beide jonge vrouwen (ik noem hen in dit verslag soms ‘de meisjes’) zijn vooraan in de twintig. Ik ben 43 jaar oud. Ik ben een laatbloeier!
3.) Ik reis zonder camera, daarom plaats ik bij alle interessante oorden een link naar de foto’s in Google Maps.
4.) Dit reisverslag komt uit mijn dagboek 1994 en is mijn interpretatie van de werkelijkheid.
5.) De munteenheid in Syrië is de Syrische Lira / Pond (SL.) en de wisselkoers is: 1 SL. = f. 0,04. 25 SL. is dus f. 1,00. (€ 0,70 in 2018.)
Maandag, 4 juli 1994
Dag 9 / 72: Damascus.
Ik slaap ’s nachts slecht vanwege de vele koppen thee en de sterke koffie die ik dronk. Bovendien ben ik ongerust over mogelijke consequenties nadat Iris in het bijzijn van Syriërs ons reisdoel, Jeruzalem, heeft genoemd. Pas na zelfbevrediging kan ik goed slapen. Dat is na 02.30 uur.
Opstaan: 7.00 uur. Douchen.
Winkel: brood en mineraalwater. Kaas kan ik nergens vinden.
Tegen 8.30 uur gaan we de stad in. De boekhandels zijn gesloten.
Naar de ijswinkel nabij het Shaam Hotel. (Foendoeq Shaam = Hotel Shaam = Hotel Syrië.) Ik drink koffie en eet een pizzaatje.
We hebben sinds het begin van deze reis een ‘pot’ en we dragen ieder 150 SL. bij.
Universiteit van Damascus
Rond 10.00 uur staan we voor de deur van de Ambassade, waar Iris een afspraak heeft met professor KQ. van de Universiteit van Damascus, die ze een week voor we vertrokken in Amsterdam op een Ottomaans Congres ontmoette, waar Iris hielp in de bediening.
Zij, de professor, neemt ons mee naar de universiteit, waar ik nauwelijks kan verstaan wat er gezegd wordt. Zij, de professor, spreekt frank en vrij met ons over ons reisdoel, maar noemt de Khalidiyya-bibliotheek een Palestijnse bibliotheek. (Wat correct is.) Niemand fronst de wenkbrauwen.
Als ze zich tot ons richt kan ik het Arabisch wel verstaan, naar als ze onderling praten kan ik het niet volgen. Terugspreken kan ik niet, twee jaar geleden wel, maar ik word nu psychologisch geremd door Kim en Iris, die wel uit hun woorden kunnen komen. Ik voel me soms wanhopig, maar niet volkomen, want ik weet zeker en ik ben ervan overtuigd dat ik dat Amiyya / Lahna = dialect kan leren als ik daar maar lang genoeg blijf.
Na een poosje gaan we in de universiteit naar een andere afdeling. Daar, waar men de moderne geschiedenis herschrijft. De directeur spreekt Engels met ons, want hij wil niet dat de student, die er bij zit, ons kan verstaan. Even later gaan we naar de redactie van het tijdschrift van de herschreven Arabische geschiedenis. Een geschiedenis zonder koloniale invloed.
Restaurant
We eten daarna, op haar kosten, in de soek bij restaurant Abu al-Izz, vlak bij de Omajjadenmoskee, met uitzicht op die moskee (en om 14.00 uur livemuziek), vlakbij de bibliotheek. (Die we gisteren ook bezochten en waar de broer van Salah al-Din (Saladin) begraven is.)
Op de tweede verdieping krijgen we een overdadige maaltijd aangeboden, vooral de yoghurt / karnemelk is heerlijk.
De professor betaalt circa 1.000 SL. Het was een heerlijke maaltijd.
Met het vorderen van de tijd kwamen er steeds meer mensen en meisjes met hoofddoeken.
Apotheek
Daarna brengen we enige tijd door bij de professor thuis, tot circa 15.30 uur. We drinken koffie en vertellen. Ze woont alleen. Ze vertelt aan één stuk door, non-stop. (Wat een lijdensweg voor Iris zal dat zijn geweest. Nu moest ze ‘zwijgen’, anders spreekt zij aan één stuk door.)
Samen gaan we naar de Mukhayma = tentenkamp. Het ‘tentenkamp’ bestaat inmiddels uit betonnen flats. In de Mukhayma wonen de (nazaten van de) Palestijnen die uit Israël vluchtten, in 1948.
Zij gaat bij een neef op bezoek die een Saydaliyya = apotheek, heeft. Het is een drama om die te vinden. Iedere straat heeft minstens twee apotheken! Als we er zijn krijgen we fris te drinken.
Er komen twee vrouwen giechelend binnen. We krijgen uitleg wat ze willen. Een van hen is in verwachting, voor de vierde keer. Drie keer eerder kwam ze voor een abortusspuit, nu komt ze voor een spuit om de baby te behouden. Ze krijgt die spuit. (Gegeven door een man. Achter een scherm, dat wel.)
Tandarts
Dan gaan we naar haar tandarts. Die heeft een patiënt. Hij heeft de Tv aan staan met voetbal erop.
“Kom maar binnen.”, zegt hij, maar wij wachten totdat hij klaar is en gaan dan naar binnen.
In de Verenigde Staten wordt voor de Wereldcup gespeeld, dus iedereen kijkt. (Nederland tegen Ierland.)
Zijn diploma’s hangen aan de muur. Hij studeerde in Joegoslavië.
Buiten doen kinderen vervelend tegen ons en de professor. De professor klaagt. Palestijnse kinderen: geen goed voorbeeld voor buitenlanders. Ze moeten beter opgevoed worden. (Zij is ook een Palestijnse.) “Ze zijn van niemand. Neem ze maar mee.”, is kennelijk het antwoord.
Familiebezoek
We gaan naar haar zuster, we treffen daar ook dier dochter, die in verwachting is. Zij ziet eruit als een echte Arabische. Ze heeft al twee kinderen, twee zonen. Ik vind haar erg aantrekkelijk.
Iris, Kim en ik kijken naar de ghalib [uitspraak: ralib] = winnaar Nederland, die op 2-0 staat, maar in de laatste minuut een goal tegen krijgt.
Ik vraag belangstellend naar de achtergrond van de zuster van de professor, aan de zus zelf, maar de professor komt tussenbeide: “Dat vertelde ik je toch al.” Ik was dat al vergeten, bovendien vind ik dat je iemand dat beter persoonlijk naar zoiets kunt vragen.
Die zus is erg vriendelijk, ze gaf ons ijs. Zij woont in een mooi, comfortabel huis en heeft een aantrekkelijke dochter.
Naar het hotel
De professor brengt ons terug naar het centrum en wijst ons onderweg het onderkomen van de president, die dus niet in dat vreselijke ‘kasteel’, daar op die kale berg, woont. (Wel werkt.)
We zullen enkele tijdschriften mee naar Israël nemen voor iemand in Tel Aviv, anders moet ze die via Londen versturen.
Hotel tegen 21.30 uur. Dagboek bijwerken.
Volgens de professor was het minder warm dan gisteren. Ik merkte geen verschil: het was smoorheet.
Google Maps
Damascus – al-Rabie-Hotel.
Wikipedia
Damascus – Presidentieel paleis (Engels).
Websites
De waarde van de gulden in euro’s.
Orient Express I en II
Klik hier voor de chronologische volgorde van Orient Express I (1992).
Klik hier voor de chronologische volgorde van Orient Express II (1994).
Mobiele telefoon / Smartphone
the-face.com
Voor bezoekers die via the-face.com op deze website komen: als de interne links (menu, begin, einde) niet werken (mobiele telefoon / smartphone) klikt u voor het originele adres van dit bericht op: irada.com.
Links naar externe websites
De auteur dezes kan niet garanderen dat alle links naar externe websites (dus die van derde partijen) altijd zullen blijven bestaan. Foto’s in Google Maps, bijvoorbeeld, kunnen verdwijnen wanneer de eigenaar ze weghaalt. Ook aan andere links kan een einde komen, of kunnen in ongebruik raken.
Wanneer u een niet werkende link constateert kunt u dat melden in het reactieveld. Bij voorbaat dank.