Hansestadt Wismar
Wikipedia: Hansestadt Wismar.
Wikipedia: Hansestadt / Hanzestad.
Achtergrondinformatie
Dit pand is een Dielenhaus**, een huis met een Diele. Men spreekt van een Dielenhaus wanneer de woonkamer meteen aan de voordeur grenst of wanneer er een grote, ruime hal is direct na de voordeur.
Zie voor meer informatie over het Dielenhaus Spiegelberg 48a hier in deze Pdf. (De tekst is in het Duits: bladzijde 2 en 3, maar hierbeneden staat mijn vertaling ervan.)
Nederlandse vertaling van bovenstaande Duitse Pdf.
Originele Duitse tekst van die Pdf, voor het geval die van het internet verdwijnt.
Foto’s
Wikimedia: Spiegelberg 48a (Oktober 2015).
Puzzleblume: Spiegelberg 48a (Augustus 2018).
Monumenten
Wikipedia: Monumenten in Wismar bevat op 7 oktober 2018 de volgende (summiere) informatie. Speicher, i.e. opslagruimte / magazijn. Het gaat om het monument met volgnummer: 375.

Opmerkelijk: op deze foto is een deel van de gerestaureerde vensters te zien. Langs de onderkant van het glas is een weerspiegeling van de huizen aan de overkant van de straat zichtbaar. Dit spiegelbeeld is vervormd. Het vensterglas is dus niet egaal vlak, net zoals dat vroeger ook het geval was. Het is echter hartstikke nieuw glas met een hoge warmte-isolatie waarde, dat speciaal oud gemaakt is, nee …, het is oud vervaardigd.
Ik informeerde bij een van de mannen die in en om het huis aan het werk waren naar wat dit voor glas is. Hij vertelde mij dat het mondgeblazen glas is, maar hij wist niet waar het vandaan komt of wie de fabrikant is. (Ook te zien is dat het vensterglas ouderwets met stopverf in het kozijn is gezet.)
Na thuiskomst zocht ik op internet en vond de volgende hoogst interessante / spectaculaire video’s waarin te zien is hoe plat vensterglas met de mond geblazen wordt.
YouTube:
Historisch vensterglas mondgeblazen. (3:23 min.)
Historisch vensterglas mondgeblazen. (4:09 min.)
Ossenogen blazen. Ronde schijven. (3.01 min.)
Website Glashütte Lamberts: Waldsassen (Duits. Op deze pagina ook links naar meerdere video’s.)
De Nederlandse vertaling van bovengenoemde Pdf.
Monumentenzorg
Vernieuwing van het Dielenhuis aan de Spiegelberg 48a
Het Dielenhaus aan de Spiegelberg 48a werd tot in de negentiger jaren gebruikt als graanschuur. Graan was reeds in ten tijde van de Hanze een van de belangrijkste handelswaren en het is een goed bewaarbaar levensmiddel, de basis van de voeding in vredes-, oorlogs- en crisestijden. De kelders van veel Dielenhuizen, dus ook Spiegelberg 48a, hadden een aansluiting op de watervoorziening die ook het brouwen van bier mogelijk maakte, dat als extra handelsgoed aan de economische ontwikkeling van de stad bijdroeg.
In het kader van de herstelvoorbereidingen, kwam bij onderzoek naar de bouwgeschiedenis en het onderzoek voor de restauratie naar voren dat de gebruiksgeschiedenis van dit gebouw niet continu verliep, maar grote onderbrekingen vertoont. Die voor de opknapbeurt gevonden opslagsituatie toonde aan dat er in het midden 19e eeuw (rond 1858) ingrijpende vernieuwingen plaatsvonden en er houtconstructies en opslagvloeren zijn aangebracht.
Het als zelfstandige ruimte binnen de Diele bestaande kantoor met meerkleurige ornamenteel geschilderde plafondbalken (daterend uit 1594) werd tijdens deze verandering ten gunste van de opslagfunctie verwijderd. Een toegevoegde vloer in de vroeger circa vijf meter hoge Diele verminderde de hoogte van de begane grond aanzienlijk.
Wat de bouwgeschiedenis betreft blijven ondanks uitgebreid restauratorisch onderzoek door de opdrachtgever en een daarmee samenvallende omvangrijke Dendrochronologie** toch nog enige vragen onbeantwoord.
Het oudste vastgestelde hout (geen hergebruik) stamt uit de tweede helft van de 16e eeuw. De op de gevel aangebrachte datum 1664 wijst daarom waarschijnlijk enkel op een ingrijpende verandering aan een reeds bestaande bouwwerk.
Nog ouder zijn de bijna volledig bewaard gebleven middeleeuwse brandmuren, die toentertijd in overeenstemming waren met de lübische bouwwetgeving** en als gezamenlijke buitenwand met de buren gebruikt werd.
Omvangrijke roetaanslag op de binnenmuren duidt op een verscheidenheid aan economisch gebruik, maar niet op een brand. Zowel voor het vroegere kantoor als ook voor de voormalige opslagverdieping kan men een opmerkelijke ruimte-indeling met beschilderde plafondbalken en muurschilderingen met een waarschijnlijk uit de 17e eeuw stammende kleurversie vaststellen.
Verbazingwekkend zijn de ontdekte dikke lagen gips, die in de toeslagstoffen** ook het gebruik van gekleurde glassplinters laat zien. Dat kan men vaststellen op een oppervlak van enkele vierkante meters.
Ook de rijk gestructureerde straatgevel met sierbanden van gele bakstenen in een rode omgeving, die bij de eerste zolder verdwijnt, leidt tot bouwhistorische raadselen. Zo stond die baksteengevel tot in het eerste kwart van de 20e eeuw zonder gevoegd** te zijn. In 1858 werd dit alleen weggewerkt met een rode deklaag als noodoplossing. Aan het begin van de 20e eeuw werd een donkergrijs geschilderde reparatie voeging aangebracht.
In de loop van deze restauratie moest deze voegenreparatie, wegens de heden desolate toestand ervan (na bijna honderd jaar), vervangen worden.
De herstelvoegen werd met een aangepaste kalkmortel uitgevoerd, naast een uitgebreide uitruil van vergaande bakstenen en toevoeging van restauratiemortel. De nu uitgevoerde halfdekkende rode kleur wordt toegepast op grond van het aanzicht van 1858, waarvan de kleurstelling vastgesteld kon worden.
De kleur van de luiken en poortuitsparing is gebaseerd op historisch kleuronderzoek. De windwijzer die de gevel bekroont, werd gereconstrueerd op basis van het origineel dat in het object werd gevonden (zwaar beschadigd door corrosie en kogelgaten).
In de loop van de renovatie krijgt het gebouw een geheel nieuwe bestemming: aan de binnenplaats wordt op de begane grond een restauratieatelier geplaatst. In het midden van het gebouw wordt de oorspronkelijke Diele-situatie van de vloer met de vijf meter hoge kamer hersteld. De doorgaande ruimte en visuele as vanaf de straatingang door de Diele naar de binnenplaats blijft bestaan. De relatief lage opslagverdieping / magazijnverdieping blijft ongebruikt of kan tijdelijk worden gebruikt voor tentoonstellingsdoeleinden.
Naast een zolderappartement voor de eigenaar zijn er twee kleinere bedrijfsappartementen aan de straatzijde op de begane grond en de mezzanine** voorbereid.
Voor het door de bouwheer Michael Lange geleide restauratiebedrijf met de hoofdvestiging Schloss Kaufungen** in Saksen zal het Dielenhuis op Spiegelberg 48a in Wismar het nieuwe representatieve object zijn voor zijn reeds talrijke erfgoed-gerelateerde activiteiten in Noord-Duitsland.
Stedenbouwkundig is het gebouw “Spiegelberg 48a” is van groot belang, want het is een van de weinige overgebleven Dielenhuizen van deze straat die dicht bij de Waterpoort en de Oude Haven zijn gelegen en ze zijn dus authentiek in het traditionele historische stadsbeeld.
Door de geëngageerde bouwheer, die als gediplomeerde restaurateur zijn eigen expertise inbracht, kon met de ondersteuning van stadsontwikkelingsfondsen dus een monumentaal sieraad in het oude centrum van Wismar opgeknapt worden en met een toekomstige nieuwe toepassing in gebruik worden genomen.
Op de Open Monumentendag op 10 september 2017 is het mogelijk om inzicht te krijgen in de lopende renovatie van het monument onder leiding van de bouwheer.
Eckhard Klopp,
Bouwkantoor van de Hanzestad Wismar.
Noten
Dendrochronologie. Dendrochronologie of jaarringenonderzoek is de wetenschapsdiscipline die zich bezighoudt met het dateren van houten voorwerpen of archeologische vondsten aan de hand van in de voorwerpen herkenbare groeiringen.
Wikipedia: Dendrochronologie.
Diele, die. (Duits.) Betekenissen: [3] Architectuur: in een Noordduits boerenhuis en een Noordduitse particuliere woning de belangrijkste en meestal de grootste, op de begane grond gelegen, ruimte, die als keuken, woonkamer, of in andere gevallen ook als werkplaats of winkel dient.
(Bron: Wiktionary: Diele. Bedeutungen: [3] Architektur: im norddeutschen Bauernhaus und norddeutschen Bürgerhaus der wichtigste und meist größte, zu ebener Erde gelegene Raum, welcher als Küche, Wohnraum, gegebenenfalls auch als Werkstatt und Verkaufsraum dient.)
Website: Diele in einem Haus in Lübeck: (Fleischhauerstraße 79). Voorbeeld van de entree van een Dielenhaus in de stad Lübeck. (De begeleidende tekst is in het Duits).
Wiktionary: Diele in einem Haus in Lübeck. Hetzelfde Dielenhaus in de Fleischhauerstraße 79, maar een andere foto.
Pdf: Dielenhaus. (Taal: Engels. Bladzijde 49 en 50: een schets / schema en een beschrijving van een Dielenhaus.)
Lübische bouwwetgeving. Wismar was onderdeel van de Hanze en in de Hanzesteden golden de bouwvoorschriften uit Lübeck als wet. Die voorzagen in bouwwijzen die het brandgevaar aanzienlijk verminderden.
Wikipedia: Lübecker Baurecht (Duits).
Retour: Lübische bouwwetgeving.
Mezzanino. Ook: mezzanine, tussenvloer; soms: insteekverdieping. De mezzanino is de lage, halve of tussenverdieping:
– meestal tussen de begane grond en de eerste verdieping van een gebouw, maar soms tussen andere verdiepingen (ook: entresol); vaak een balkon met wat meubels, soms groter met kamers die erop uitkomen
– direct onder de daklijn; in dit geval vaak voorzien van kleine liggende rechthoekige, ovale of vierkante vensterlichten (Renaissance en later; ook: attiekverdieping).
Bij een mezzanino is de verdieping het belangrijkst, bij een vide de open ruimte.
(Bron van deze uitleg: Joost de Vree. Joostdevree.nl is een encyclopedie met onderwerpen uit architectuur, bouwkunde en andere bouwgerelateerde zaken. [Zeer interessant!])
Schloss Kaufungen. Restauratieatelier. Dit restauratieatelier voert / voerde de restauratie uit van het Dielenhaus Spiegelberg 48a te Wismar.
Website: Schloss Kaufungen.
Toeslagstoffen. Toeslagmaterialen, toeslagstoffen.
Toeslagstoffen zijn materialen die aan een basismateriaal worden toegevoegd om bijvoorbeeld een beter geheel te maken, holle ruimten te vullen waardoor de sterkte toeneemt, of om ruimten met minder massa te creëren.
Meestal worden onder toeslagstoffen verstaan de stoffen die samen met water en cement het uiteindelijke beton vormen. Meestal zijn toeslagstoffen steenachtig (mineraal). Ze vormen het grootste deel van het beton en nemen de meeste drukkrachten op. Toeslagstoffen nemen (in principe) zelf niet deel aan de chemische reactie die hydratatie heet.
(Bron van deze uitleg: Joost de Vree. Joostdevree.nl is een encyclopedie met onderwerpen uit architectuur, bouwkunde en andere bouwgerelateerde zaken. [Zeer interessant!])
Voeg. Ook: voegwerk. De voeg is het meestal zichtbare deel van de metselspecie of lijm tussen bakstenen. Ook wanneer sprake is van tegels of andere materialen die niet direct tegen elkaar worden gelegd, heet het medium een voeg.
Een gebruikelijke voeg wordt vervaardigd door de metselmortel bij het aandrukken van de baksteen niet tussen de bakstenen uit te laten komen en de metselmortel uit te krabben met een diepte gelijk aan de hoogte van de voeg. In een later stadium werkt de voeger (niet per se de metselaar) met voegmortel de voeg af in de gewenste vorm. De voeger vermijdt dat er een lege ruimte onstaat tussen metselwerk en voegmortel, omdat in die ruimte zich water kan ophopen (waardoor de bakstenen na een regenbui minder snel drogen en bij vorst de voeg kan barsten).
(Bron van deze uitleg: Joost de Vree. Joostdevree.nl is een encyclopedie met onderwerpen uit architectuur, bouwkunde en andere bouwgerelateerde zaken. [Zeer interessant!])
De Duitse tekst van bovengenoemde Pdf.
Das Dielenhaus am Spiegelberg 48a wurde bis in die 1990er-Jahre als Getreidespeicher genutzt. Getreide war bereits zur Hansezeit eines der wichtigsten Handelsgüter und als lagerfähiges Lebensmittel die Grundlage der Ernährung in Friedens-, Kriegs- und Krisenzeiten. Die Keller vieler Dielenhäuser, so auch der Spiegelberg 48a, hatten zudem einen Wasseranschluss, der auch das brauen von Bier ermöglichte, das als weiteres Handelsgut zur wirtschaftlichen Entwicklung der Stadt beitrug.
Im Rahmen der bauvorbereitenden, bauhistorischen und restauratorischen Untersuchungen stellte sich heraus, dass die Nutzungsgeschichte in diesem Gebäude nicht kontinuierlich verlief, sondern starke Brüche aufweist.
Die vor der Sanierung vorgefundene Speichersituation wies wesentliche Neueinbauten von Holzkonstruktionen und Speicherböden aus der Mitte des 19. Jahrhundert (um 1858) auf.
Das als eigenständiger Raum innerhalb der Diele bestehende Kontor mit mehrfarbig ornamental bemalten Deckenbalken (datiert 1594) wurde im Zuge dieses Umbaus zugunsten einer nunmehr ausschließlichen Speichernutzung aufgegeben.
Ein zusätzlicher in der ehemals ca. 5 m hohen Diele eingefügter Speicherboden verringerte die Höhe des Erdgeschosses erheblich.
Baugeschichtlich bleiben trotz eingehender restauratorischer Untersuchung durch den Bauherren und begleitender, umfangreicher Dendrochronologie einige Fragen offen.
Die ältesten bestimmten Hölzer (ohne Zweitverwendung) datieren in die 2. Hälfte des 16. Jh. – die überlieferte Giebelinschrift „1664“ belegt damit wahrscheinlich nur einen durchgreifenden Umbau der bereits bestehenden Kubatur.
Noch älter sind die noch nahezu vollständig erhaltenen mittelalterlichen Brandwände, die seinerzeit gemäß lübischen Baurecht als Längsaußenwand gemeinsam mit dem Nachbarn genutzt wurden.
Umfangreiche Verrußungen an den Innenwänden deuten auf vielfältige wirtschaftliche Nutzungen, nicht jedoch auf einen Brand hin. Sowohl für das ehemalige Kontor als auch für das ehemalige Speichergeschoss lässt sich eine bemerkenswerte Raumfassung mit bemalten Deckenbalken und Wandmalereien mit einer wohl in das 17. Jahrhundert zu datierenden Farbfassung belegen. Erstaunlich sind hier die aufgefundenen dickschichtigen Putzschlämme, welche in den Zuschlägen auch farbigen Glasbruch aufweisen. Dieses lässt sich über eine Fläche von mehreren Quadratmetern belegen.
Auch die aufwendig gegliederte Straßenfassade mit einer Zierbänderung aus gelben Ziegeln in rotem Umfeld, welche sich jedoch ab dem ersten Dachgeschoss verliert, gibt bauhistorische Rätsel auf. So stand die Ziegelfassade bis in das erste Viertel des 20. Jahrhunderts ohne Verfugung. 1858 wurde dieses lediglich durch einen rotfärbenden Anstrich notdürftig egalisiert – bis zu einer Anfang des 20. Jahrhunderts ausgeführten, nun wiederum dunkelgrau eingefärbten Reparaturverfugung. Im Zuge der jetzigen Restaurierung musste diese Fugenreparatur aufgrund des zum Zeitpunkt der Sanierung desolaten Zustandes (nach fast 100 Jahren Standzeit) ersetzt werden. Die Ersatzverfugung wurde mit einem angepassten Kalkmörtel ausgeführt – neben einem umfangreichen Austausch von desolatem Backsteinmaterial und Restauriermörtelergänzungen. Die nun abschließend ausgeführte, halbdeckende Rotfärbung der Fassade bezieht sich auf das Erscheinungsbild um 1858 – für das diese Farbgebung belegt werden konnte.
Auch die Farbgebung der Luken und Portalbossierung beruht auf historischen Farbbefunden. Die den Giebel krönende Wetterfahne wurde anhand des noch im Objekt aufgefundenen Originals (durch Korrosion und Beschuss stark beschädigt) rekonstruiert.
Das Gebäude erhält im Zuge der Sanierung eine komplett neue Nutzung: Hofseitig wird im Erdgeschoss ein Restaurierungsatelier eingerichtet. In der Gebäudemitte wird die ursprüngliche Dielensituation mit dem fünf Meter hohen Raum wiederhergestellt. Die durchgehende Raum- und Blickachse vom straßenseitigen Eingang durch die Diele bis in den Hof bleibt bestehen. Das relativ niedrige Speichergeschoss bleibt ohne Nutzung bzw. kann zeitweise für Ausstellungszwecke genutzt werden.
Neben einer Dachgeschosswohnung des Eigentümers sind straßenseitig im Erd- und Zwischengeschoss zwei kleinere Betriebswohnungen vorgesehen.
Für die durch den Bauherren Michael Lange geführte Restaurierungsfirma mit dem Hauptsitz „Schloss Kaufungen“ in Sachsen wird das Dielenhaus am Spiegelberg 48a in Wismar die neue Repräsentanz für die bereits zahlreichen denkmalbezogenen Tätigkeitsfelder im norddeutschen Raum.
Städtebaulich ist das Gebäude „Spiegelberg 48a“ von hoher Bedeutung, da es sich um eines der wenigen verbliebenen Dielenhäuser der Straße handelt, die in der Nähe zum Wassertor und zum Alten Hafen stehen und somit sehr authentisch für das überlieferte historische Stadtbild sind.
Durch den engagierten Bauherren, der als Diplomrestaurator seine eigene Fachkompetenz mit einbrachte, konnte mit Unterstützung von Städtebauförderungsmitteln ein weiteres Schmuckstück in der Wismarer Altstadt denkmalgerecht saniert und mit einer neuen Nutzung in die Zukunft geführt werden.
Am diesjährigen Tag des offenen Denkmals am 10. September 2017 besteht die Möglichkeit, einen Einblick in die noch nicht abgeschlossene Sanierung des Denkmals durch den Bauherrn vermittelt zu bekommen.
Eckhard Klopp,
Bauamt der Hansestadt Wismar
